3 maanden geleden

Gebed (1)

In Romeinen 8 vers 28 staat de volgende uitspraak: “Wij weten dat alle dingen meewerken ten goede voor hen die God liefhebben.” Lange tijd heb ik me afgevraagd wat “alle dingen meewerken ten goede” precies zou kunnen betekenen. In de afgelopen jaren heb ik me gerealiseerd dat “alle dingen” niet alleen de aangename gebeurtenissen in ons leven zijn, maar ook die dingen die een zorg of beproeving worden. We voelen het als een zegen als de last weg is en we kunnen terugkijken op wat er is gebeurd en waarderen hoe de Heer ons erdoorheen heeft geholpen.

Maar er valt ook veel zegen te behalen als we in diezelfde situaties de zorg of beproeving in de handen van de Heer leggen en het aan Hem overlaten om ermee om te gaan. Met deze gedachten in het achterhoofd wil ik enkele Schriftgedeelten bespreken die enkele aspecten van de waarde van gebed belichten en aangeven hoe toegewijd en energiek we in ons gebedsleven zouden moeten zijn.

In Handelingen 2 vers 42 staat een bekend vers: “Zij nu bleven volharden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in de breking van het brood en in de gebeden.” Ik zou dit vers willen zien als vier gelijke fundamenten. Met deze en het vertrouwen dat Romeinen 8 vers 28 zou moeten geven, is er een basis die ons in staat stelt om dag na dag te bewijzen dat “alle dingen meewerken ten goede voor hen die God liefhebben.” Te midden van moeilijkheden zijn we soms niet in staat om het goede te zien en hebben we geloof nodig om te geloven wat het Woord van God zegt. In zulke omstandigheden moet de funderingssteen van het gebed voortdurend gebruikt worden. Met het bovenstaande in gedachten wil ik het onderwerp onder de volgende kopjes behandelen:

  • Ons Voorbeeld
  • Het patroon voor gebed
  • De noodzaak van openbaar en privégebed
  • Heeft bidden zin?
  • Hoeveel moeite moet ik doen?
  • Voor wie je moet bidden
  • Hoe zit het met mijn zorgen? 

Ons Voorbeeld

Er zijn veel Schriftplaatsen die de Heer Jezus aan ons voorstellen als een afhankelijk Mens. We lezen dat Hij een hele tijd voor dag en dauw opstond om naar buiten te gaan en te bidden (Mark. 1:35). We lezen dat Hij op een berg de hele nacht in gebed doorbracht (Luk. 6:12). Bij een andere gelegenheid, nadat Hij de demon had uitgedreven die de discipelen niet konden uitdrijven, leerde Hij hen dat machtige werken alleen bereikt kunnen worden door bidden en vasten (Matth. 17:21).

In Johannes 17 leren we iets over de kwaliteit van het gebedsleven van de Heer Jezus. Het was de Man die hier was die bad, terwijl het hoofdstuk tegelijkertijd laat zien, dat deze Man de Zoon is. In vers 9 zegt Hij: “Ik vraag voor hen; niet voor de wereld vraag Ik, maar voor hen die U Mij hebt gegeven; want zij zijn de Uwen.” Als we het woord “vragen” in dit vers bestuderen, zullen we zien, dat het de kracht heeft van iemand die iets verlangt of eist van een ander die Zijn gelijke is. In het gebed van dit hoofdstuk luisteren we naar een Goddelijk Persoon, de Zoon, Die de Vader aanspreekt. Hier is de Heer alleen geïnteresseerd in de Zijnen, degenen die ook tot de Vader behoren, en niet in de wereld in het algemeen.

In vers 15 wordt hetzelfde intense verlangen uitgedrukt in het gebed dat de Zijnen bewaard zullen worden voor de boze – die het karakter van de wereld zijn. De Heer vraagt niet, dat de Zijnen uit de wereld worden weggenomen, maar dat ze worden bewaard voor de boze. Door te verwijzen naar “deze tegenwoordige boze eeuw” herinnert Paulus ons er ook aan, dat dit haar karakter is (Gal. 1:4). Ik vraag me af of we soms vergeten hoe deze wereld werkelijk is, omdat onze geestelijke zintuigen afgestompt zijn. We raken bevriend met de wereld, iets waar Jakobus ons heel sterk voor waarschuwt: “vriendschap jegens de wereld is vijandschap jegens God” (zie Jak. 4:4). Als we leven zoals de Heer dat wil, zal dit de impact van onze evangelieverkondiging niet belemmeren maar juist versterken. Een afgescheiden levensstijl is een belangrijke dimensie van het getuigenis van de waarheid van het evangelie. Het evangelie van de genade van God redt eeuwig en voor de rest van ons leven in deze wereld.

Tot slot leren we uit vers 20 dat de Heer niet alleen de apostelen op het oog had, maar ook u en mij. “En ik vraag niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven.” Hier in dit krachtige, indringend gebed tot de Vader ziet de Heer door de jaren heen ook neer op u en mij. Wat een gezegende gedachte, dat we al in de gedachten van de Heer waren lang voordat we gered werden. Zijn verlangen is, dat we bewaard blijven totdat Hij voor ons komt.

Als we nadenken over de noodzaak om vandaag te bidden voor het behoud van de heiligen, over de reikwijdte van onze gebeden en de sterke intensiteit waarmee effectief gebeden moet worden, kunnen we dan een beter rolmodel hebben dan onze Heer Jezus Christus? We zullen later in andere Schriftgedeelten zien hoe dit voorbeeld in het leven van heiligen werd nagevolgd. Als de Heer Jezus Christus in deze dingen een voorbeeld voor hen was, dan is Hij dat niet minder voor ons vandaag. Laten we het gegeven voorbeeld volgen en een biddend volk zijn.

Het patroon voor gebed

In Mattheüs 6 vers 9-13 hebben we een patroon voor gebed. Dit gedeelte is niet alleen bekend onder de heiligen, maar ook in de wereld bij hen die een religieuze interesse hebben, ook al is er misschien geen echte godsdienst. Toen de Heer dit voorbeeld gaf, vroeg Hij de Zijnen niet om het gebed op papegaaienmanier te herhalen. De Heer waakt hiertegen in vers 7 door te zeggen, dat we geen ijdele herhalingen moeten gebruiken zoals de heidenen doen. Er zijn veel religieuze mensen in de wereld (zogenaamde christenen en niet-christenen) die dit doen.

“Onze Vader die in de hemelen bent, moge Uw naam worden geheiligd, …” (vs. 9).

Wat kunnen we leren van dit gebedspatroon? In vers 9 krijgen we zeker een sterke aanwijzing, dat wanneer we Goddelijke Personen aanspreken, er een passende erkenning van dit feit moet zijn, weerspiegeld in de taal die we gebruiken. De Schrift laat zien, dat er een kenmerkende manier is om een Goddelijk Persoon aan te spreken, die volledig verschilt van de trend in deze wereld. De wereld probeert alle onderscheid weg te nemen door iedereen, inclusief God, te behandelen als de persoon naast ons. Hoe dicht we ook bij God zijn gebracht, er is nog steeds een oneindig verschil en dat zal zelfs zo zijn in de hemel, waar de heiligen hun kronen zullen neerwerpen aan de voeten van de Heer. Het patroon hier in Mattheüs 6 brengt ons de noodzaak van eerbied onder de aandacht.

“… uw koninkrijk komen, uw wil gebeuren, zoals in [de] hemel, zo ook op aarde” (vs. 10).

Vers 10 herinnert ons aan de noodzaak om geïnteresseerd te zijn in wat God in deze wereld tot stand gaat brengen en aan het vitale belang om gehoorzaam te zijn aan Zijn wil.

“Geef ons vandaag ons toereikend brood” (vs. 11).

Vers 11 herinnert ons eraan hoe belangrijk het is om dankbaar te zijn voor wat God ons dag aan dag geeft. Dit kan moeilijk zijn, vooral als we moeten danken in de kantine op het werk of op andere openbare plaatsen, en geen andere christelijke steun hebben! Ik zou onze dankbaarheid echter niet willen beperken tot de dagelijkse voedselvoorziening. Elke stap op onze weg is een gelegenheid om dankbaar te zijn.

“En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven” (vs. 12).

Vers 12 laat de noodzaak zien om in contact te blijven met de troon van de genade.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze”1 (vs. 13).

Vers 13 is nog een gelegenheid om dankbaar te zijn terwijl we zoeken om bewaard te blijven. Dit doet ons denken aan het al genoemde gebed in Johannes 17. Daarnaast worden we ertoe gebracht om stil te staan bij Degene tot Wie we bidden, met aandacht voor Zijn rechten, Zijn grootheid, Zijn macht en Zijn vermogen. Dit gebedspatroon is van toepassing, of we nu tot God, de Vader of onze Heer Jezus Christus bidden.

“Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus” (Fil. 4:6-7).

NOOT:
1. Sommigen voegen bij: ‘Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.’

 

Wordt DV vervolgd

 

© The Christian Explorer; D.G. Pullman

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW