20 jaar geleden

Een belangrijke vraag

Hoe vertrouw ik op God?

Deze vraag kwam via een van de lezers van “Frisse Wateren” op mij af. Zij is heel belangrijk in het leven van een kind van God. Zonder de pretentie te hebben dat ik deze vraag volledig kan beantwoorden, zou ik toch graag enkele gedachten hierover willen uiten. Mogelijk ziet u er niet zoveel samenhang in, maar het kan, hoop ik, wel dienen bij deze overdenking.

Deze vraag is zeker herkenbaar voor gelovigen en voor ongelovigen. In hoofdzaak denk ik nu aan gelovigen. Maar in hem of haar die dit leest en de Heer Jezus Christus niet kent, Hem niet toebehoort, kan deze vraag ook opkomen. Op een uitermate belangrijk ding wil ik dan slechts wijzen: geef eindelijk eens toe dat jezelf als mens toch een zondaar bent, zoals de Bijbel zegt (zie onder andere Romeinen 3:9-10). Je bent slaaf van de zonde, van de satan die de vader is van de leugen (Johannes 8:44). Geef het eenvoudigweg toe en vertel dit aan God. Lees dan Johannes 3:16. “Geloof in de Heer Jezus Christus en je zult gered (behouden) worden” (Handelingen 16:31). Als je dit niet alleen kunt of durft: vraag aan een Christen of die je daarbij helpen wil. Maar doe er iets aan en geloof dat Jezus Christus iets, ja alles gedaan heeft om ook jouw zonde(n)-probleem op te lossen. Dat geeft waar geluk, dat brengt ware vrede in je hart!!!

Maar nu dan voor hen die deze stap al gedaan hebben, die de Heer Jezus Christus al toebehoren.

Hoe vertrouw ik op God?

Allereerst: deze vraag is wel heel direct. Het gaat niet om iets abstracts, iets waarover ik in mijn luie stoel eens kan zitten mijmeren; nee, het is iets heel concreets, het gaat namelijk over mijzelf. Hier ben ik heel nauw bij betrokken. Deze vraag dwingt mij om over mijzelf na te denken, om eens stil te staan bij mijn verhouding tot God. Deze vraag gaat over mij en God, of ik kan misschien beter zeggen over God en mij. We kunnen ons veel bezig houden met van alles en nog wat zonder zelf betrokken te zijn. Dan blijft het afstandelijk en blijf ikzelf buiten schot. Doen we dit niet vaak? Ons bezig houden met bijvoorbeeld hoe anderen het ervan afbrengen. Eindeloos debatteren over anderen en meningen uiten over anderen gaat ons meestal makkelijker af dan eens naar onszelf te kijken en ons eens te bezien in het licht van God, in het licht van de Bijbel. Ons te laten “doorlichten” door de Heilige Geest, Die het hart plaatst voor de levende God, schrikt ons dikwijls af. Immers dan komt het wel heel dichtbij! Ja, zo gaat het mij helaas soms wel zo. En met jouw?

Mijn oog zal op u zijn

Toch werkt het heel helend en genezend wanneer je eens de tijd neemt voor jezelf, in de zin zoals hiervoor beschreven. Hierbij denk ik ook even aan David. God zei tegen David: “Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn” (Psalm 32:8). Maar daar ging wel iets aan vooraf. David kende ook tijden dat hij zich als het ware “verborg” voor de Heere. Ja, zelfs hij heeft tijden gekend, dat hij een weg ging zonder de Heere. Lees daarvoor bijvoorbeeld de geschiedenis met Bathseba, de vrouw van Uria maar eens op na (2 Samuel 11 en 12). Ja, daar werd David ook geconfronteerd met zijn zonde. “Jij bent die man!”, zei de profeet Nathan (2 Samuël 12:7). Psalm 51 is refereert naar deze periode uit Davids leven. Zolang de zonde niet beleden is, kan er geen vrije, blijde omgang met God zijn. Dat moet eerst weg. Berouwvol beleed David: “Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor de HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid van mijn zonde” (Psalm 32:5). Als het zwijgen verbroken wordt van de kant van hem of haar die gezondigd heeft, de zonde bij naam genoemd wordt, dan is er vergeving bij God. Dit is ook de duidelijke leer van het Nieuwe Testament (zie onder andere 1 Johannes 1:9). Ken ik dat, ken jij dat ook, mijn broeder en zuster?

De Heer Jezus Christus Die voor mijn zonden leed en stierf, Zijn offer, staat garant voor het herstel van mijn ziel. “God is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van elke ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). De gemeenschap met de God is hersteld. David kende ook iets dergelijks (zie bijvoorbeeld Psalm 32:1-2). Ja, dit wordt zelfs een reden om Hem te aanbidden (Psalm 32:6). De vrolijke gezangen van bevrijding zullen dan zeker niet ontbreken (Psalm 32:7). Nu is de weg weer vrij, de lucht is geklaard. Nu kan de Heere mij weer onderwijzen, mij Zijn weg leren.

Zo komen we weer op het onderwerp “Hoe vertrouw ik op God? “Zoals zojuist is uitgelegd, de basis waarop ons vertrouwen op God kan groeien, is dat onze verhouding tot Hem “clean” is. Zijn oog is op ons. dat geeft vertrouwen en moed. Hij kijkt niet met argusogen, niet verwijtend, maar begripvol en liefdevol.

U hebt mij lief, en houdt van uit de hemel

Uw oog op mij gericht.

Hoe?

Onze vraag begint met “hoe” vertrouw ik op God. Ja, hoe doe je dat. Enkele gedachten hierover.

Door je hand verwachtingsvol zonder aarzeling en argwaan in Zijn hand te leggen; door Zijn hand vast te grijpen en je zo te laten leiden. “Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult”. Dit onderwijs is niet alleen de kennis van Zijn Woord, maar ook de kennis van de praktische verwerkelijking ervan. Als ik dat doe in het bewustzijn dat ik zonder Hem niet kan gaan, zal Hij mij leiden. Dat geeft rust en vreugde in de weg die Hij met ons gaat. Als ik Zijn hand vasthoudt, leidt Hij mij op Zijn weg. Ongetwijfeld vaak een weg die ik uit mijzelf niet gekozen zou hebben, maar wel een weg waarin ik Hem en Zijn hart steeds meer leer kennen en liefhebben. Ook als het niet gemakkelijk is, als ik ziek ben of verdriet heb … wanneer alles om mij heen weggevallen is en niemand mij begrijpt … toch mij overgeven aan Zijn handen die mij vasthouden, die mij verplegen, die mij leiden. Toen ik klein was, legde ik mijn hand ook zonder enige aarzeling in die van mijn vader. Hij zou mij daar veilig brengen waar hij mij mee naar toe nam. Daar was ik heilig van overtuigd. Mijn vader zou mij nooit aan mijn lot overlaten. Is het dan nu anders met mijn Vader van wie ik een kind ben sinds mijn “nieuwe geboorte”? Nee toch! En is Hij niet veel meer dan mijn aardse, natuurlijke vader?

Zeker weten, ja!!!

Heer, Uw trouwe, sterke hand

brengt ons in het Vaderland.

Vertrouw

Het woord vertrouwen en geloven hebben veel met elkaar gemeen. Vertrouwen is de innerlijke overtuiging dat men kan rekenen op iemand. In ons geval gaat het om het vertrouwen op God. Dan geldt dat natuurlijk nog sterker, want God is geen mens. Een mens stelt vaak teleur. God niet, dat moeten we nooit denken. Die gedachte toelaten is jezelf kwellen met onzekerheid en twijfel aan Gods liefde. Zou Hij je verlaten? “Ik zal u niet begeven, en zal u niet verlaten” (Jozua 1:5; vergelijk Hebreeën 13:6).

Ik

Daarvoor verwijs ik naar het begin van dit artikel. Het is heel persoonlijk, het gaat om mijzelf. Niet of een ander vertrouwt, nee, dat “ik” vertrouw op God.

Op God

Ja, op wie anders, zou je kunnen zeggen. Ja, maar ons hart is arglistig van nature en vertrouwt liever op het vlees, op de mens. Jeremia zegt: “Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van de HEERE afwijkt” (Jeremia 17:5). Dit is toch wel duidelijk, lijkt mij. Vertrouwen op Iemand die je niet ziet met je lichamelijke ogen, vergt geloof, dat vraagt “verlichte ogen van het hart” (Efeze 1:18). Het is je over durven geven aan Hem die niets uit de hand loopt, ook al lijkt dit soms misschien wel zo. Het is dus absoluut niet roekeloos of onverantwoord wanneer je de sprong met God waagt (Psalm 18:30). Als je dat doet zegt dezelfde Jeremia: “Gezegend daarentegen is de man, die op de HEERE vertrouwt, en wiens vertrouwen de HEERE is” (Jeremia 17:7; lees zelf ook maar vers 8!). Het is de innerlijke zekerheid, de wetenschap dat niet ik of iemand anders, mijn inzet of verstandelijke vermogens, maar God alle dingen doet meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben (Romeinen 8:28). Is dit allemaal theorie? Aanvankelijk wel, immers je moet het wel weten. Maar als je dit werkelijk gelooft, als je daarop vertrouwt, zul je merken dat het praktijk wordt. Dan ga je samen met de Vader en met de Heer Jezus de weg. Dat maakt alles anders! Dat maakt het verschil! Dat maakt alles goed!

Tot slot

Deze dingen komen direct en persoonlijk op ons af. Zonder het heilige Woord van God en zonder de Heilige Geest (Die in ons woont) Die ons leiden wil in alle waarheid (zie Johannes 16:13), gaat het niet. Laten we vooral niet vergeten Zijn Woord te lezen met het innige verlangen om alleen op God te vertrouwen!

Leer ons Heer, op U vertrouwen

en de weg gaan naar Uw wil.

Leer ons op Uw goedheid bouwen,

maak ons rustig, maak ons stil.

Heer, Uw trouwe, sterke hand

brengt ons in het Vaderland.

 

Leer ons aan U overgeven

onze wensen, onze nood.

Wat zich voordoet in ons leven,

niets is, Heer, voor U te groot.

Heer, Uw trouwe, sterke hand

brengt ons in het Vaderland.

 

Leer ons op Uw tijd te wachten,

te geloven dat U hoort.

Leer ons wat U zegt te achten,

dat wij wandelen naar Uw Woord.

Heer, Uw trouwe, sterke hand

brengt ons in het Vaderland.

 

Wil je reageren: frissewateren@ctmax.nl

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW