5 dagen geleden

Echter de Vader …

“En hij stond op en ging naar zijn vader. Toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen, en hij liep snel op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem innig … De vader echter zei tot zijn slaven: Haalt vlug het beste kleed tevoorschijn en trekt het hem aan, en doet een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten” (Luk. 15:20,22).

In Lukas 15 vinden we een gelijkenis met drie delen, die elk een ander aspect beschrijven van de liefde van God die niemand opgeeft. In de verzen 1-7 zien we de zoekende Herder die op zoek gaat naar het verdwaalde, verloren schaap. Dit beeldt de liefde uit van de Heer Jezus, de Goede Herder, Die Zijn leven geeft voor de schapen. Vervolgens zien we in de verzen 8-10 God de Heilige Geest afgebeeld in de vrouw met de verloren munt. Ze steekt een lamp aan en veegt het huis tot ze het verlorene vindt. Wat een prachtig beeld van het werk van de Heilige Geest in ons leven: de lamp van Gods Woord aansteken, schijnen met overtuigende kracht en door ons hart en geweten spoelen.

Het laatste beeld dat op het doek van Lukas 15 wordt geschilderd, is dat van de verloren zoon. Het woord verloren zoon betekent ‘verkwistend.’ Deze zoon had een opstandig hart en verlangde naar de erfenis die hem zou toekomen als zijn vader gestorven was. Het enige probleem was, dat zijn vader nog springlevend was. Maar dit weerhield de eigenzinnige zoon er niet van om te zeggen: “Vader, geef mij het deel van het bezit dat [mij] toekomt.” Eigenlijk zei hij: “Vader, ik wou dat u gestorven was, zodat ik mijn erfenis kon krijgen.” De vader gaf zijn beide zoons hun erfenis, en deze zoon vluchtte naar een ver land en gaf alles uit aan een verspilling.

Toen zijn erfenis op was en hij al zijn middelen had opgebruikt – inclusief het aannemen van een baan als varkenshoeder, waarvan hij het eten graag had opgegeten – besloot hij naar huis terug te keren. Hij had zijn erfenis verspild, zijn jeugd verspild en zijn reputatie verspild. Maar de hele tijd dat hij weg was, wachtte zijn vader! Toen hij nog ver weg was, zag zijn vader hem en kreeg medelijden. De zoon had een toespraak voorbereid en was begonnen die voor te dragen, maar zijn vader bedekte hem met kussen van verzoening. Toen bekleedde de vader hem in een gewaad, plaatste een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. Al deze dingen spraken luid tot de omstanders van het zoonschap: “Mijn zoon die dood was, leeft nu!”

Anker voor vandaag

Wij waren net als deze verloren zoon, maar God de Vader was er! Zijn hart was vol mededogen, en hoewel we het niet verdienden, bracht Hij ons in een positie van zoonschap. Twee keer in dit verhaal lezen we het woord ‘echter’: “De Vader echter” en “Hij echter …” (vs. 22,31). Moge die genade ons overweldigen en Hem prijzen voor alles waar Hij ons in gebracht heeft!

 

© Anchors For Life

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW