Ahazia
Leidende verzen: 2 Koningen 1 vers 1 en 2
2 Koningen 1 vers 1 en 2:
“Moab kwam na de dood van Achab tegen Israël in opstand. Ahazia viel door het traliewerk van zijn bovenvertrek, dat in Samaria was, en werd ziek. Hij stuurde boden en zei tegen hen: Ga, raadpleeg Baäl-Zebub, de god van Ekron, en vraag of ik van deze ziekte genezen zal.”
Inleiding
Hier hebben we een andere jongeman die viel. Net als Eutychus is zijn val bedoeld om een geestelijke val weer te geven die elk volk van de Heer kan hebben. Hij was een jonge koning die net de troon van Israël had bestegen in plaats van zijn vader. Hij had zijn leven voor zich en ik ben er zeker van, dat het er goed uitzag. Maar op een dag kwam alles tot stilstand toen hij “door het traliewerk viel.” De val van Ahaziah was heel ernstig. Hij zou er nooit van herstellen. Dit is een ernstige zaak, lieve broeders en zusters. Het laat zien, dat er dingen zijn waarin iemand vallen kan en waarvan hij nooit meer kan herstellen.
Het traliewerk – staven van bescherming
“Want door het venster van mijn huis, door mijn traliewerk, zag ik neer. Ik zag bij de onverstandigen, ik merkte onder de jongeren een jongen zonder verstand op …”
Opmerking: Er staat dat Ahazia “viel door het traliewerk” van zijn huis. Over wat gaat het hier? Ik denk, dat het antwoord te vinden is in Spreuken 7 vers 6 en 7, waar staat: “Want door het venster van mijn huis, door mijn traliewerk, zag ik neer. Ik zag bij de onverstandigen, ik merkte onder de jongeren een jongen zonder verstand op … .” Dit hoofdstuk in Spreuken beschrijft een jongeman in het huis van zijn vader die, onder de wijze raad van zijn vader en moeder, leert over de gevaren van de wereld, en in het bijzonder over het morele kwaad. Hij leert de belangrijke lessen van het leven door het gedrag van anderen te bekijken, niet door de wereld in te gaan en deze dingen zelf te ervaren. Door door het “traliewerk” van het huis van zijn vader naar buiten te kijken, bevond hij zich achter de beschermende tralies van dat godvruchtige huis en van daaruit leerde hij de lessen van het leven. Als we in een godvrezend huis zijn opgegroeid, zouden we in staat moeten zijn om alle morele onderwijzingen te ontvangen die we nodig hebben om de wereld te begrijpen, zonder dat we de wereld in hoeven te gaan.
Het “traliewerk” verwijst naar de ouderlijke richtlijnen en beperkingen die thuis gelden (in sommige huizen meer, in andere minder) om te voorkomen, dat jonge mensen in de verdorvenheid van de wereld vallen. Helaas brak Ahazia door de tralies toen hij viel. Hij verwondde zichzelf zo erg, dat hij nooit meer herstelde.
Weet u, veel jongeren ergeren zich aan de afzondering van hun ouders en willen die doorbreken. Beste jonge mensen, vinden jullie de principes van het christelijke leven in jullie ouderlijk huis te beperkend? Hebben jullie het verlangen om door de tralies van jullie ouderlijk huis heen te breken? Oh, wees voorzichtig! Als jullie door die beperkende principes heen willen breken die jullie ouders hebben ingesteld, dan kunnen jullie een val tegemoet gaan! God heeft het geval van Ahazia in de Schrift opgenomen als een waarschuwing.
De Bijbel zegt: “Kinderen, weest jullie ouders gehoorzaam <in [de] Heer>, want dat is terecht” (Ef. 6:1).
Zelfs wanneer jullie ouder worden en denken, dat jullie je eigen beslissingen in het leven moeten kunnen nemen, staat er: “‘Eer uw vader en uw moeder,’ – dit is het eerste gebod met een belofte: ‘opdat het u goed gaat en u lang leeft op aarde’” (Ef. 6:2,3). Ongeacht hoe oud jullie worden, jullie moeten altijd je vader en moeder “eren.” Als je ouder wordt, moet je het toezicht op je ouders opgeven, maar niet de principes van je ouders.
Het boek Spreuken vertelt ons, dat je de principes die je godvruchtige moeder en vader je hebben geleerd om je hals moet binden en er de rest van je leven naar moet leven (Spr. 1:8,9; 6:20,21). Alleen iemand die zich op een zondige weg van rebellie bevindt, zou deze bijbelse principes willen doorbreken. Als zo iemand zou vallen, zou ik niet voorstellen om achter hem aan te gaan. Het zou beter zijn om hem aan de Heer over te laten totdat hij zich bekeert.
Als we iets verder lezen in 2 Koningen 1, dan zul je zien wat God vindt van degenen die iemand op zijn zondige pad willen helpen. De koning stuurde “boden” naar “Baäl-Zebub” om hem te ondervragen, en “een hoofdman over vijftig” werden ook naar de profeet Elia gestuurd. Maar de soldaten werden verslagen door het oordeel van God (2 Kon. 1:3-12). Toen de koning een andere hoofdman over vijftig mannen stuurde, werden ook zij verslagen. Deze mannen kwamen onder het oordeel van God, omdat ze de koning steunden in zijn moedwillige zonde door Baäl-Zebub te volgen. Jullie denken misschien, dat dit een beetje te streng was, maar het laat ons zien hoe God denkt over degenen die iemand helpen op zijn pad van de zonde. Als men opzettelijk gemeenschap heeft met iemand die geen berouw heeft over zijn zonde, steunt men hem in zijn eigen wil en helpt men hem op zijn weg. Misschien zie je dat niet zo, maar in werkelijkheid is dat precies wat je doet. En als we dat doen, kunnen we de regeringswegen van God over onszelf afroepen. We kunnen een ernstige berisping van de Heer krijgen. Laten we daarvoor gewaarschuwd zijn. Wat ik wil zeggen is, dat iemand van het type Eutychus nagegaan moet worden, maar iemand van het type Ahazia niet. Zoals ik al zei, deze dingen vereisen onderscheidingsvermogen.
Stanley Bruce Anstey; © SoundWords
Online in het Duits sinds: 25.01.2024; bijgewerkt: 06.05.2024.
Oorspronkelijke titel: “Three young men who had a fall – Why we fall & how we should treat the fallen.” Bron: www.bibletruthpublishers.com
Uit een lezing gegeven op 23 juni 2007 in Walla Walla, WA
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW