2 weken geleden

De wonderen van de Heer (12)

Jezus loopt over de zee

Bijbelgedeelte: Mattheüs 14 vers 22-33

Leestijd: 3 minuten

“Hoe kan dit?” is een heel natuurlijke vraag wanneer de menselijke geest nadenkt over de werken en wegen van God. Het is echter een vraag van ongeloof en niet van geloof. Of het nu gaat om het instorten van de muren van Jericho, het driedaagse verblijf van Jona in de buik van de vis, de wandeling van onze Heer over het meer of welk ander wonder dan ook, niets brengt het hart van de wijs, dat geleerd heeft om God en Zijn Woord te geloven.

Nadat de Heiland had geweigerd om koning te worden na het voeden van de vijfduizend, vroeg hij Zijn discipelen om over te steken naar de andere kant van het meer van Galiléa en een berg te beklimmen om te bidden. Dit is een beeld van wat er binnenkort zou gebeuren: Hij zou opstijgen naar God om de bediening van voorbede op Zich te nemen, terwijl Zijn discipelen in Zijn afwezigheid werden blootgesteld aan de golven van deze stormachtige wereld. De overtocht van de twaalf was zwaar en uitputtend, net als het leven en getuigenis in de wereld van de volgelingen van een verworpen en gekruisigde Heer. Satan heeft veel stormen opgewekt in de hoop alle getuigen van de Naam Die hij haat te vernietigen. In de vierde nachtwake kwam de Heer wandelend over het water naar de discipelen. Ze dachten, dat het een spook was en riepen het uit van angst, maar ze werden al snel gerustgesteld door Zijn blijde uitroep: “Ik ben het, weest niet bang!” Hij heeft nooit opgehouden de Zijnen bij te staan in tijden van lijden en nood. Hij is de “Ik ben” van Genesis 3 vers 14. De mogelijkheden die aan deze Naam verbonden zijn, verbieden de geringste twijfel of ongeloof. “Daarom zullen wij niet bevreesd zijn, al veranderde de aarde van plaats en werden de bergen verzet naar het hart van de zeeën” (Ps. 46:3).

Het schip is een symbool van het oude systeem van dingen waarin onze Heer Zijn discipelen achterliet bij Zijn verheerlijking. De Handelingen van de apostelen laten zien hoe hardnekkig zij vasthielden aan de oude orde, met haar aardse heiligdom, haar opeenvolgende priesterschap, enzovoorts, en hoe traag zij waren om te leren, dat het Christendom in wezen een hemels en geestelijk systeem is. Het Christendom is niet geënt op het Jodendom, het is het totaal tegenovergestelde in karakter en geest. Het Jodendom, met zijn prachtige rituelen, deed een beroep op de zintuigen. “… wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen” (2 Kor. 5:7) zegt degene die het Christendom beter begreep dan vele anderen. Het was altijd al satans bedoeling om het werk van God te bederven. Daarom begon hij een nieuw schip te bouwen onder de naam Christus, nadat het oude schip van het Jodendom door Titus was vernietigd. Al snel ontstonden er aardse heiligdommen, priesters die opeenvolgende rechten verkondigden, enzovoorts, die bijdroegen aan de vervalsing van het getuigenis van God.

Mattheüs, Markus en Johannes vertellen ons dat onze Heer over het water liep. Mattheüs voegt daar nog een detail aan toe: toen Petrus hoorde, dat het de Heer was Die hen tegemoet kwam, vroeg hij toestemming om naar Hem toe te gaan. Toen dit verzoek werd ingewilligd, stapte hij uit de boot en ging naar Jezus toe. Even wankelde hij toen hij de wind en de golven zag, maar een kreet van zijn lippen en een aanraking van de hand van de Meester maakten zijn voeten vast. Op dezelfde manier moet de individuele gelovige, vandaag de dag, die de religieuze schepen van het Christendom de rug toekeert (in gehoorzaamheid aan de oproep van Hebreeën 13 vers 13) alleen naar de Heer kijken om gesterkt te worden in zijn geloofswandel. Maar de eerste daad van geloof is, dat de ziel in nederige gehoorzaamheid de Heer om vergeving en redding vraagt, zonder welke niets mogelijk is.

De storm ging liggen toen de Heer en Petrus het schip betraden. Op dezelfde manier zal de storm van deze wereld gaan liggen wanneer Christus en Zijn heiligen weer in het midden van Israël zullen verschijnen.

 

© www.bibelstudium.de; W.W. Fereday

Online in het Duits sinds 04.04.2010; [vertaald naar het Duits door Benjamin Runkel]

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW