De wet – de leefregel voor Christenen? (7)
Deel III
Christus – het levensprogramma voor de christen
In de vorige artikelen is duidelijk gemaakt dat de christen voor de wet gestorven is. Hij is niet aan de wet van Sinaï gebonden, en hij moet er zich niet vrijwillig aan onderwerpen. Noch kan hij door de wet gerechtvaardigd worden, noch moet hij het als levensregel toepassen. Nu is de vraag: Wat is dan nu de levensregel van de christen?
1. De christen wordt uit genade door het geloof in Christus gerechtvaardigd
GENADE EN GELOOF. Door de wet was er – omdat niemand het houden kon – vervloeking en dood. De christen heeft zegen en leven. En wel door genade en door het geloof.
- De mens wordt niet uit werken van de wet gerechtvaardigd, maar alleen door het geloof in Jezus Christus (Gal. 2:16; 3:11; Rom. 3:25,28).
- “Want uit genade zijt gij behouden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet op grond van werken, opdat niemand roeme” (Ef. 2:8).
- Geen enkel, aanvullend werk is vereist om eeuwig heil te verkrijgen – “anders is de genade geen genade meer” (Rom. 11:6).
2. De christen leeft volgens het principe en in de kracht van de genade
GENADE. De wet verlangde werken en beloonde de gehoorzame joden. Het opschrift boven het leven van de christen is genade – dus de onverdiende goedheid, dat God uit liefde geeft (Rom. 5:2).
- De genade van God – niet de wet – onderwijst ons (Tit. 2:12), en het hart wordt door genade – niet door onderwerping aan de wet – bevestigd (Hebr. 13:9).
- De dienaar van de Heer wordt bemoedigd, in de genade sterk te zijn (2 Tim. 2:1); het mag niemand aan de genade van God ontbreken (Hebr. 12:15), en wij kunnen in de genade opgroeien (2 Petr. 3:18).
- Van God krijgen wij door gebed genade tot tijdige hulp (Hebr. 4:16). Het leven is voor mij Christus. Filippi 1 vers 21.
3. Christus is het levensprogram van de christen
LEVENSPROGRAM. In elke christen bewerkt God met de bekering een nieuwe schepping – iets wat in wezen nieuw is (2 Kor. 5:17; Gal. 6:15). De “levensschilderij” van de christen krijgt niet alleen een nieuw kader (genade in plaats van wet), maar God schildert het geheel nieuw. Hij geeft geen levensregel voor de christen, maar een geheel “levensprogram”. Paulus vat het onder één hoofd samen: “Want ik ben door de wet aan de wet gestorven om voor God te leven. Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2:19,20). Het gaat in ons leven om Christus – om niets meer en niets minder.
Niet de wet, maar Christus is onze standaard. Daarbij gaat het niet om dat, wat Christus zei en gebood, maar om dat wat Hij leefde. – W. Kelly
CHRISTUS. Wie als christen een levensregel zoekt, vindt alleen deze: Christus. Paulus gebruikt het beeld, dat christenen Christus “aantrekken” als een kledingstuk (Rom. 13:14). Christenen leren Hem (niet alleen van Hem, Ef. 4:20 en volgend). Christenen worden, doordat zij Christus aanschouwen en Hem leren, door de Heilige Geest “veranderd”, zodat in hen de karaktertrekken van Christus openbaar worden (2 Kor. 3:18). Johannes schrijft, dat christenen “zó behoren te wandelen, als Hij gewandeld heeft” (1 Joh. 2:6).
Leven als Christus – Wat betekent dat concreet?
De aanspraak van God op de christen gaat veel verder dan de wet van de Sinaï. Het luidt: Leven als Christus. Een paar concrete voorbeelden:
- Christus heeft voor ons geleden, ons een voorbeeld nalatend opdat wij Zijn voetstappen navolgen (1 Petr. 2:21).
- De voetwassing heeft de Heer Jezus ons als een voorbeeld gegeven, opdat, zoals Hij gedaan heeft, ook wij (in overdrachtelijke zin1) doen (Joh. 13:15).
- De gezindheid die ook in Christus Jezus was, moet in ons zijn – in het bijzonder (maar niet alleen) nederigheid en gehoorzaamheid (Fil. 2:5; Matth. 11:29).
- De mannen moeten hun vrouwen liefhebben, zoals Christus de gemeente heeft liefgehad (Ef. 5:25).
- Wij moeten ten opzichte van elkaar goedertieren zijn, medelijdend, elkaar vergevend, zoals God in Christus ons vergeven heeft (Ef. 4:32).
- Wanneer wij elkaars lasten dragen, vervullen wij de wet van Christus (Gal. 6:2).
- Wij moeten navolgers van God zijn en een levenswandel van liefde leiden, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zichzelf voor ons overgegeven heeft (Ef. 5:1 en volgend)
- Leven als Christus – dat doelt op het uiterlijke gedrag en de innerlijke houding. De Heer Jezus is voor christenen in zijn totaliteit en in elk afzonderlijk punt het Voorbeeld.
LEVENSREGEL. De levensregel voor de christen is te leven als Christus; de levenswandel van de Heer Jezus te tonen, Die God in het vlees geopenbaard heeft. – J.N. Darby
4. Zijn er geen geboden voor Christenen?
GEBOD OF WET? De christen moet weliswaar de wet van de Sinaï niet toepassen, maar ook het Nieuwe Testament spreekt van “geboden”, die voor christenen gelden. Johannes schrijft bijvoorbeeld: “En hieraan weten wij dat wij Hem kennen: als wij Zijn geboden bewaren … Maar hij die Zijn woord bewaart, in hem is waarlijk de liefde van God volmaakt … en dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkaar liefhebben, zoals Hij ons een gebod gegeven heeft … En dit gebod hebben wij van Hem: dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben” (1 Joh. 2:3,5; 3:23; 4:21; verg. 1 Kor. 9:21 en Jak. 1:25).
De geboden van de christen
LEVEN HEBBEN. De “geboden” volgens 1 Johannes 2 zijn niet de tien geboden van de wet van de Sinaï. Zij, die onder de wet waren, werd het leven beloofd, wanneer zij de wet gehoorzaamden. In tegenstelling daarmee heeft God de gelovigen vandaag het leven al gegeven. De geboden, waarvan Johannes hier schrijft, hebben ten doel het nieuwe leven richting te geven; zij zijn geen morele standaard van gehoorzaamheid, om leven te verkrijgen. Wij handelen, omdat wij leven hebben, niet om het leven te verkrijgen, zoals de mens onder de wet (“We act from life, not for life as a man under the law”).
God spreekt met autoriteit, omdat Hij wil dat Zijn kinderen gevoelen, hoe belangrijk, ernstig en noodzakelijk het is, Hem te gehoorzamen. En hoe zou de een of andere verstandig schepsel zich inbeelden, dat God, Zijn Schepper, anders tot hem sprak dan met autoriteit?
Dat wij Zijn “Woord” houden, gaat boven het opvolgen van Zijn geboden uit. Zijn “Woord” is de wil van God, zoals het in de bijbel ( in het bijzonder het Nieuwe Testament) neergelegd is, ook wanneer het niet als gebod geformuleerd is. Christus heeft de wet terzijde gesteld en de omvattende maatstaf van Gods wil opgericht. W. Kelly
GEHOORZAAM. Ieder mens moet God gehoorzaam zijn. Zo zijn er ook voor de christenen geboden, die hij opvolgen moet. De nieuwe natuur, die de christen van God ontvangen heeft, is namelijk niet alwetend, maar zij heeft onderwijs uit dezelfde bron, waaruit zij zelf stamt, nodig2. Het Nieuwe Testament is ook niet spaarzaam met aanwijzingen en richtlijnen voor het nieuwe leven van de christen, die het woord van God wil navolgen (Hand. 15:20; Rom. 12-15; Ef. 5 en 6; Rom. 13:1 en volgende verzen; 1 Petr. 2:13-14; 1 Kor. 10-14; 1 Tim. 2,3 en 5; enz.). Ter onderscheid van de voorschriften van de wet sluiten deze geboden bij de nieuwe natuur van de christen aan. De wet was aan de natuurlijke mens gericht en riep zijn opstand naar boven3; de christelijke geboden zijn aan de nieuwe natuur gericht, en ons nieuwe leven is daarop ingesteld, de wil van God op te volgen. Deze “regels” helpen daarbij. Leven als Christus – vrij naar D.N. Darby WET ZONDER CHRISTUS. De uitspraak in 2 Korinthe 3 (dat wij veranderd worden doordat wij de heerlijkheid van de Heer Jezus aanschouwen) leeft juist door de tegenstelling tussen wet en Christus. Wij zijn aan geen levensregel onderworpen, maar wij hebben een levend Voorbeeld, waarnaar wij veranderd mogen worden. Geen wet kan ons veranderen naar het beeld van Christus. Zelfs Abraham volgde geen regel, maar hij zocht een stad, die grondvesten had. Een levensregel bereikt niet het hart en de toegenegenheid van de individu. De dienst van de letter brengt alleen maar falen, veroordeling, dood. Het verandert mensen niet, maar doodt – het bewijst slechts ongoddelijkheid en krachteloosheid van de mensen. Ook Christus en Zijn leven zijn in deze zin niet onze levensregel. De dienst van de Geest daarentegen onthult de heerlijkheid van Christus als genade (niet alleen als voorbeeld). Dat verandert ons, zodat wij Christus verheerlijken. WETTISCH. Wanneer iemand wettisch is, is er bij hem geen stabiliteit, omdat hij geen kracht heeft, het vlees zonder invloed te laten zijn. De wet geeft geen motief en geen doel, dat mij aantrekt. Dat biedt alleen Christus, tot mijn geluk. Wanneer het vlees in een christen werkt, die de christelijke vrijheid kent, is het recept niet deze vrijheid te loochenen of te beperken. De ziel weer onder een juk van slavernij te brengen, geeft geen kracht. Voor de volgende keer Hoe onderscheidt zich het christelijk leven van een leven onder de wet? Wat voor onderscheid maakt het in de praktijk, wanneer ik mij niet op de wet van de Sinaï (of een andere wet) richt, maar als christen leef? Heb ik het makkelijker, wanneer ik mij aan geen wet houden moet? Zou het niet beter zijn of zou ik niet heiliger leven, wanneer ik aan de wet gebonden zou zijn? Wordt D.V. vervolgd. NOTEN: 1 Met de voetwassing wordt bedoeld, dat Christenen elkaar helpen, door het woord van God van zonde en van de dagelijkse verontreinigingen, die het leven in de wereld met zich meebrengt, vrij te worden – zoals de Heer Jezus de discipelen het stof van de dag van de voeten gewassen heeft. 2 A. Remmers schrijft daarover: “De nieuwe natuur heeft weliswaar een “instinctief” verlangen om God te dienen (“wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” en “de liefde van God is in onze harten uitgestort door de Heilige Geest”, 1 Joh. 4:19; Rom. 5:5; – Een ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet; want Zijn zaad blijft in hem …”, 1 Joh. 3:9). 3 Rom. 7:21 en volgende verzen; 8:4-7; Gal. 5:17; Thorsten Attendorn Folge mir nach vertaling: © Frisse Wateren – rm
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW