2 maanden geleden

De waarde van gelovige vrouwen: (4) Eva in het Nieuwe Testament (c)

5 augustus 2024

 

 

Eva wordt ook genoemd in het Nieuwe Testament. Interessant genoeg met haar naam net zo vaak als in het Oude Testament  … Hier leren we iets over haar falen en de reden waarom gelovige zusters zelfs in het christelijke tijdperk de man als hoofd moeten erkennen, met de bijbehorende geestelijke gevolgen.

Het is opmerkelijk, dat Eva ook in het Nieuwe Testament wordt genoemd. We lezen twee keer over haar en helaas twee keer in een verband waarin het over haar zonde gaat. In 1 Timotheüs 2 vers 13 staat: “Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva; en Adam werd niet verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding.” Dit is de reden waarom in vers 12 uitdrukkelijk staat, dat de vrouw niet mag leren, noch over de man mag heersen, maar stil moet zijn. Zonder verder in te gaan op het leerstellige verband, dat we in een andere aflevering zullen behandelen, vinden we hier dat de scheppingsorde wordt gegeven als de eerste reden waarom de vrouw in deze tijd, de gelovige vrouw, maar de vrouw in het algemeen, een positie van onderdanigheid moet innemen volgens de gedachten van God.

We mogen dit niet over het hoofd zien. God heeft de man de positie van hoofd gegeven en de vrouw de positie van onderdanigheid. Ook al wordt dit tegenwoordig in onze samenleving totaal verdraaid en verkeerd behandeld en onderwezen, zelfs in christelijke kringen, we willen vasthouden aan het feit, dat de vrouw een positie van onderdanigheid heeft, als we gehoorzaam willen zijn aan God. En de onderbouwing hier in 1 Timotheüs 2 is, dat Adam eerst werd geformeerd, eerst geschapen, daarna Eva. We vinden deze volgorde in Genesis 2, waar we leren, dat God eerst Adam geschapen heeft. Hij gaf hem de eerste plaats, de plaats van voorrangspositie. Het is dus niet pas sinds de zondeval dat de man het hoofd van de vrouw is, maar al daarvóór maakte God duidelijk, dat hij de man de positie van voorrang had gegeven. Dit is de scheppingsorde.

Maar dan lezen we ook met betrekking tot de zonde, dat Adam niet werd verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding. Het is niet zo, dat de zonde van Adam op de een of andere manier wordt geminimaliseerd. Integendeel. Hij werd niet verleid en toch zondigde hij. Dat maakt zijn zonde des te groter, des te verantwoordelijker. Maar chronologisch gezien was het de vrouw die als eerste zondigde. En ten tweede was zij het die zich liet verleiden, die dus niet op haar hoede was, die niet bij de Heer, bij God bleef, die niet de positie innam die God haar had gegeven in verband met haar man, maar zich liet verleiden, voor de listen van de duivel viel en daardoor in overtreding gevallen is. Dit betekent, dat chronologisch, historisch gezien, de eerste zonde op deze aarde werd begaan door Eva.

We zien hier direct, dat God dit toch aan Adam toerekent. En we zien hier, dat God duidelijk maakt wie zich heeft laten verleiden door de slang, door de vijand, door satan. En dit laat zien hoe kwetsbaar een vrouw is als ze niet in afhankelijkheid blijft van de man in wiens afhankelijkheid God haar had geplaatst en die haar vandaag de dag nog steeds in een huwelijk plaatst; als ze niet in deze afhankelijkheid blijft en natuurlijk in de eerste plaats van God, die haar in deze positie heeft geplaatst, dan loopt ze het gevaar om te zondigen. En dat geldt vandaag de dag nog steeds. Want 1 Timotheüs 2 is een woord, dat de Geest van God heeft laten opschrijven in het eeuwige Woord van God, opdat het te allen tijde voor ons hart zou zijn, en opdat wij ook in een tijd waarin vrouwen voorrang krijgen en moeten krijgen in de samenleving, dat wij ook in zo’n tijd handelen naar de gedachten van God en dat vrouwen hun juiste plaats innemen volgens de Goddelijke ordening. Daarvoor zijn vandaag de dag vrouwen verantwoordelijk. Maar wij als mannen, als gelovige mannen, zijn hier evenzeer verantwoordelijk voor. We mogen niet toestaan, dat vrouwen in het midden van gelovigen een positie innemen die de maatschappelijke ontwikkelingen volgt en in die zin hun plaats van onderdanigheid volgens Gods Woord opgeven. De plaats van onderwerping is geen plaats van gebrek aan respect, het is geen plaats waar vrouwen geen waarde hebben, waar vrouwen worden gezien als iemand die geen waardevolle positie inneemt. Integendeel. Juist dan, als een gelovige vrouw de positie inneemt volgens Gods gedachten, wordt ze gezegend, wordt het huwelijk gezegend, wordt Gods gezin gezegend en kan ze ook een zegen zijn volgens Gods gedachten.

We vinden dit ook terug in 2 Korinthe 11 vers 2, waar staat: “Want ik ben naijverig over u,” zei de apostel Paulus over de Korinthiërs, “met een naijver van God; want ik heb u aan één man verloofd om u als een reine maagd voor Christus te stellen.” De apostel wilde, zo benadrukte hij, dat de gelovigen in Korinthe zich rein zouden gedragen, als een reine maagd die geen relatie heeft met een andere man dan haar echtgenoot. En dat is Christus in het geval van de Korinthiërs, dat is Christus in ons geval. De apostel Paulus had aan de Korinthiërs gewerkt. Hij had hen geholpen om tot geloof te komen en zo als een reine maagd Christus toe te behoren. En nu wilde hij, dat dit ook op een praktische wijze het geval zou zijn, dat ze verbonden zouden zijn met een man en niet met de wereld en met filosofie en met religie en met politiek en met sport en met cultuur en met wat dan ook, maar met Christus op een reine, kuise manier.

En dan voegt Paulus er in vers 3 aan toe: “Maar ik vrees dat wellicht, zoals de slang Eva verleidde door haar sluwheid, uw gedachten bedorven [en afgeweken] zijn van de eenvoudigheid <en de reinheid> jegens Christus.” Zoals een verloofde vrouw slechts oog en hart heeft voor haar verloofde man, zo zouden ook wij als gelovigen slechts oog en hart moeten hebben voor Christus. Dat betekent, dat alleen Hij voor ons hart en alleen Hij voor onze ogen moet staan. En helaas moeten we toegeven, dat dit vaak niet het geval is. Bij de Korintiërs was het zo, dat zij misleid werden door haar sluwheid, en het is hetzelfde met ons. En het voorbeeld dat de apostel hier geeft is precies de val van de mens. De slang misleidde Eva door sluwheid. De duivel was actief en Eva hield zich niet aan haar man, die God als eerste had geschapen; aan haar man, die het hoofd van hun verbintenis was, aan de man die God haar gegeven heeft, zoals Hij haar aan Adam gegeven had. En ze hield zich daar niet aan, ze raakte in gesprek, in discussie met deze vijand en ze schoot tekort. Ze liet zich verleiden door sluwheid. Ze bleef niet op de plek waar God haar had geplaatst, in afhankelijkheid van Adam en in afhankelijkheid van God, maar heeft zich laten leiden. En ze heeft zich niet laten leiden door God, maar door de vijand, met als gevolg dat ze werd misleid.

En dat noemt de apostel Paulus hier en laat zien, dat dit een ernstige zonde was in het leven van Eva; een zonde die wij zo gemakkelijk nadoen, omdat ook wij ons laten verleiden door de duivel, omdat we niet doorzien wat hij werkelijk wil; omdat we niet doorzien, dat hij met sluwheid is gekomen om onze mening, onze gedachten en onze houding te bederven en af te wenden van Christus. Wanneer we echter, in tegenstelling tot Eva, naar de Heer Jezus kijken, wanneer we Zijn Woord willen volgen, wanneer we ons laten leren wat de duivel voor kwaad in de zin heeft, hoe hij gelovigen op een dwaalspoor probeert te brengen, dan zullen we bewaard blijven. We zijn niet onwetend over de gedachten van de duivel, zoals Paulus in een andere passage zegt, maar we weten wat hij zoekt, hoe hij probeert gelovigen van Christus af te houden en van Hem weg te leiden. En daarom moeten we alleen kijken naar de Persoon van de Heer Jezus, ons door Hem laten leren. En tot op zekere hoogte heeft Eva dit juist niet gedaan. En we moeten van deze gebeurtenis leren, we moeten weten wat voor iemand dit is die ons wil verleiden; we moeten ons daarom bij de Heer Jezus houden, we moeten alleen maar oog en hart hebben voor Christus om Hem te volgen. Helaas is dit een triest voorbeeld van Eva.

Ten derde is het opmerkelijk, dat in Romeinen 5 vanaf vers 12, we het onderwijs vinden, dat de gelovige niet alleen de Heer Jezus kent als zijn Heiland, Die in zijn plaats gestorven is, maar dat hij ook de Heer Jezus kent als Degene die gestorven is en Wiens dood ook onze dood was. Wij zijn met Christus gestorven. Dat wordt ingeleid met Romeinen 5 vers 12: “Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan, doordat allen gezondigd hebben … (want tot aan [de] wet was er zonde in [de] wereld, maar zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is; toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes, ook over hen die niet gezondigd hadden door te overtreden zoals Adam, die een voorbeeld is van Hem die zou komen.”

Hier zien we, dat de eerste zonde aan Adam wordt toegerekend, niet aan Eva. Eva was de eerste die zondigde, maar de zonde wordt toegerekend aan Adam omdat hij verantwoordelijk was. God had hem verantwoordelijk gemaakt, had hem ook het gebod gegeven om niet van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. En zo zien we, dat ook hier weer wordt bevestigd dat Eva in de positie van ondergeschiktheid was en daarom werd haar zonde aan Adam toegerekend, ook al had zij gezondigd. We vinden dus in het Nieuwe Testament de tragedie, dat er over Eva’s zonde wordt gesproken en niet zozeer, nee, helemaal niet over haar geloof. Dit moet ook vrouwen stof tot nadenken geven, die in de huidige tijd natuurlijk erg beïnvloed worden door de emancipatiestromingen in de samenleving en daarom waakzaam moeten zijn, zodat ze deze waarschuwingen met betrekking tot het leven van Eva ook werkelijk ter harte nemen en niet in dezelfde val trappen die satan vandaag de dag via deze spirituele, intellectuele, religieuze en filosofische stromingen ook voor hen wil zetten.

 

Manuel Seibel; © www.bibelpraxis.de

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW