3 maanden geleden

De Heer vraagt aan u en mij (5)

Bijbelvers: Jona 4 vers 9

Vraag 5: “Bent u terecht in woede ontstoken?” (Jona 4:9).

 

Het lijkt heel vreemd: Jona lijdt zo erg, dat hij wil sterven – en dat alleen maar omdat de boom die schaduw bood verdord was. Hij is vervuld van woede. De dag ervoor was hij boos geweest omdat God een hele stad (van een volk dat eigenlijk vijandig was) van de dood had gered. Wacht eens even – woede over gespaarde mensenlevens en dan woede omdat God een boom had laten verdorren?

God moet aan het hart van Jona werken. Hij stelt hem een eenvoudige vraag: “Bent u terecht in woede ontstoken?” Helaas komt de boodschap niet over en Jona verdedigt zijn woede. Omdat hij niet tot zelfkennis komt, moet God hem helpen: “Ú ontziet die wonderboom, waarvoor u niet gezwoegd hebt en die u niet hebt laten groeien, die in één nacht ontstond en in één nacht verging. Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien …” (Jona 4:10,11).

Jona verloor volledig zijn gevoel voor verhoudingen. Zijn eigen welzijn was belangrijker voor hem dan de redding van de mensen in Ninevé. Hij zou bereid zijn geweest om “over lijken te gaan” voor zijn eigen belangen, tenminste in zijn hart.

Is dit een appel aan ons? Zijn onze eigen zorgen belangrijker voor ons dan de mensen om ons heen? Misschien maakt een doorweekt lichaam ons zo ongemakkelijk, dat we de boekentafel afzeggen vanwege de regen. Misschien zijn we zo bang voor onze reputatie, dat we onze collega liever rechtstreeks naar de hel laten rennen. Of we zijn zo bang voor onze jaarlijkse vakantie, dat we haastig onze financiële bijdrage aan het werk van de Heer verlagen.

Een broeder vroeg eens retorisch: <<Zou een zeeman stil kunnen zitten als hij de kreet hoorde: ‘Man overboord!’? Zou een dokter comfortabel in zijn stoel kunnen blijven zitten en zijn patiënten laten sterven? Zou een brandweerman lui kunnen zijn en niet helpen als er mensen in brand staan? Kun je rustig en comfortabel blijven zitten terwijl de wereld om je heen verdoemd is?>>

Als we onszelf eerlijk afvragen, moeten we waarschijnlijk vaststellen: Gods hartonderzoekende vraag aan Jona doorzoekt ook ons hart. Helaas eindigt het boek Jona met de onthulling door God van de toestand van Jona’s hart. Kwam hij tot bezinning? Dat weten we niet. Maar één ding is duidelijk: onze bediening moet niet daarmee eindigen, dat God ons hart onthult. We kunnen belijdenis doen, nieuwe moed vatten en met hernieuwde kracht voor de Heer leven en werken.

 

© www.bibelstudium.de; Alexander Schneider;

Online in het Duits sinds 12.06.2024

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW