“Jakob nu vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Hij bereikte de plaats waar hij overnachtte, want de zon was ondergegaan …” (Gen. 28:10,11).
“En Hij zei: Laat Mij gaan, want de dageraad is aangebroken. Maar hij zei: Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent” (Gen. 32:26).
“En de zon ging over op hem op, toen hij door Pniël gegaan was;, hij ging echter mank aan zijn heup” (Gen 32:31).
Toen Jakob van Berseba naar Haran vluchtte om aan zijn broer Esau te ontkomen, ging de zon in zijn leven onder. Er volgden twintig jaren waarin God niet meer tot hem sprak en waarin hij moest oogsten wat hij gezaaid had. Maar dit is niet het einde van de geschiedenis van Jakob. Na twintig jaar sprak God opnieuw tot hem en droeg hem op terug te keren naar het land van zijn vaderen (Gen. 31:3). Jakob ging met zijn gezin op de vlucht uit Paddan-Aram en ging op weg naar zijn vaderland. Toen hij voorbij Pniël was, kwam de zon weer op in zijn leven.
Wat had deze verandering in het leven van Jakob teweeggebracht? Het was God Zelf die in zijn leven had ingegrepen. En dit op een moment, dat Jakob op het punt stond zijn broer Esau te ontmoeten. Toen hij zijn familie over de rivier de Jabbok had gebracht, bleef hij alleen achter. God gebruikte deze gelegenheid om hem een belangrijke les te leren. Een Man – het was God in de gedaante van een engel – worstelde die nacht met hem. Maar Jakobs natuurlijke kracht was zo volhardend en vasthoudend dat God hem niet kon overmeesteren. Eindelijk, toen de dageraad aanbrak, raakte God zijn heupgewricht aan en brak zijn natuurlijke kracht. Vanaf dat moment liep Jakob mank door zijn ontwrichte heup. Maar er was licht in Jakobs leven: Hij had geleerd niet langer te vertrouwen op zijn eigen kracht, maar op de kracht van God alleen. Nu moest hij niet langer Jakob – “bedrieger” – worden genoemd, maar Israël – “strijder van God” (vs. 29).
Dit voorval in het leven van Jakob heeft ons ook veel te zeggen. Laten wij ons afvragen: Waarop vertrouwen wij in het dagelijks leven? Op onze eigen kracht of op de kracht van God? Hebben we de les van Pniël geleerd? Dat we pas sterk zijn als we ons bewust zijn van onze eigen zwakheid (2 Kor. 12:9,10)? En dat onze eigen (vleselijke) kracht geen enkel nut heeft (Joh. 6:63)?
De dageraad was reeds zichtbaar in het leven van Jakob, maar pas toen Jakob voorbij Pniël was, ging ook in zijn leven de zon op. De zon symboliseert het hoogste gezag. Het opgaan van de zon geeft aan, dat Jakob vanaf dat moment aanvaardde wat hij jarenlang niet had gedaan: de heerschappij van de Heer in zijn leven.
Hoe is het met ons? Is de “zon” al opgegaan in ons leven of is het nog nacht bij ons in dit opzicht? Hebben wij de Heer Jezus de heerschappij in ons leven gegeven of nemen wij ons lot in eigen handen? Leven en dienen wij in de kracht die Hij ons geeft?
Daniel Melui; www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 18.05.2022.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW