6 jaar geleden

Beproevingen in het leven van een christen

Inhoud

  • Inleiding
  • Onderscheidende mogelijkheden van beproevingen
  • Wanneer God ons beproeft
  • Als Satan ons verzoekt
  • Als we God beproeven (verzoeken)
  • Wanneer we God beproeven
  • Als we onszelf beproeven
  • Als we anderen beproeven
  • Het doorstaan van beproevingen in ons leven

Een examen is een methode, waarbij kennis of vaardigheden, over het algemeen een prestatie, door middel van specifieke taken of vragen vastgesteld worden. 

Inleiding

Ieder van ons heeft te maken met beproevingen in het leven. Ik denk bijvoorbeeld aan de vele schriftelijke, mondelinge of praktische examens op het gebied van onderwijs. Wikipedia1 definieert het begrip examen als volgt: “Een proef (beproeving) is een methode, waarbij kennis of vaardigheden, over het algemeen een prestatie, door middel van specifieke taken of vragen vastgesteld worden”. Of wie denkt niet graag terug aan het rijschoolexamen, waarvoor je waarschijnlijk net zo benauwd was als ik. Maar toen je het rijbewijs in handen had, was alle opwinding vergeten. Ook in ons dagelijks leven hebben we te maken met veel beproevingen. Het begint met alledaagse dingen in het huishouden, winkelen, enzovoorts, en verder met moeilijke keuzes, verleidingen van allerlei soorten, kritieke levenssituaties, negatieve ziekte-prognoses, werkloosheid en nog veel meer. Wikipedia1 definieert verder: “In figuurlijke zin betekent beproeven ook ernstig leed”.

De Bijbel vertelt ons iets over beproevingen, en wel vanuit zeer verschillende invalshoeken. Laten we dit in dit artikel eens wat beter bekijken.

Onderscheidende manieren van beproevingen

Beproevingen in de Bijbel kunnen als volgt worden geclassificeerd:

a) Volgens de onderzoeker

  • God beproeft – altijd in positieve zin, ten goede, tot bewaring;
  • Satan beproeft (verzoekt) – alleen negatief, ten kwade, als valstrik;
  • mensen beproeven of proberen – positief of negatief.

b) Volgens het doel

  • In goede zin – volgens het doel, beproefd, echt te blijken; goede diensten ter bevestiging;
  • in de slechte zin – met de bedoeling ongeschikt te zijn, om onbruikbaar te zijn; iemand uitdagen, op de proef stellen, ten val te brengen, tot zonde verleiden.

c) Volgens de richting

  • We worden beproefd – door God, door Satan en door mensen;
  • wij beproeven – God, mensen, dingen.

d) Volgens deze manier

  • Beproeven, testen – in de zin van proberen, onderzoeken, beoordelen, iets beproeven met de verwachting van een positief resultaat, dat dan vervolgens wordt beschouwd als echt, bewezen en beproefd en de moeite waard is om aangenomen te worden.

Voorbeeld in Bijbelse tijden: beproeven of metalen of munten echt zijn (1 Kor. 3:13; 1 Petr. 1:7).

Voorbeeld vandaag: rijexamen voor motorvoertuigen; proeven of koeken of vlees gaar zijn; elk examen in het onderwijs2.

  • Beproeven, proeven – in de zin van verzoeken, uitproberen, experimenteren; iets controleren om erachter te komen hoe het echt zit; om goed of slecht te bepalen; om iemand op de proef te stellen; in negatieve zin iemand proberen ten val te brengen, hem tot zonde te verleiden.

Voorbeeld in Bijbelse tijden: testen van medicijnen op hun werking tegen ziektes.

Voorbeeld vandaag: testritten van nieuwe voertuigen; een nieuwe smartphone uitproberen; wetenschappelijke experimenten, proefnemingen, tests3.

In het Grieks en het Hebreeuws worden twee verschillende woorden en woordfamilies4 gebruikt voor het beproeven5. In de eerste betekenis worden beproevingen nooit voor Satan gebruikt, omdat Satan nooit ten goede beproeft, maar vaker voor God. Alleen de woorden in de tweede betekenis worden voor Satan  gebruikt (verleider) of ook voor mensen, zelden voor God6.

Wanneer God ons beproeft

Genesis 22 vers 1: “En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde”.
1 Thessalonika 2 vers 4: “… maar God die onze harten beproeft”.
2 Korinthe 10 vers 18: “Want niet die zichzelf aanbeveelt, maar die de Heer aanbeveelt, die is beproefd [bevonden]”.

Dat God mensen zoals Abraham beproeft, dat begrijpen we goed. Maar we begrijpen vaak niet waarom Hij dat doet. Wat heeft God eraan als Hij ons beproeft? Hij weet toch hoe dan ook alles, ook hoe we zijn, welke fouten we hebben en hoe we ons gedragen. Dus waarom beproevingen?

Elk examen op school, opleiding of studie en zelfs het examen voor de impopulaire rijschool verloopt bij ons ongeveer als volgt: men ergert zich eraan, dat er zulke stomme examens zijn. Men is in de examenvoorbereiding en tijdens een examen extreem opgewonden, nerveus en gestrest. Men wacht angstig op een examen en met angst op de uitslag. Het eigenlijke doel van het examen is echter altijd het positieve resultaat. Als er het bewijs van geschiktheid is, valt alle last weg, wordt de opwinding vergeten en wordt enorme vreugde geuit. Bovendien weet iedereen dat examens niet voor de leraar zijn, maar voor de student en zijn bevestiging.

U kunt terughoudend zijn om uw oudere auto voor een keuring te brengen, omdat u zich zorgen maakt dat er iets kapot zou kunnen zijn en dat het tegen hoge kosten moet worden gerepareerd. Maar bekijk het eens vanaf deze kant: alleen wanneer de auto is gekeurd en goedgekeurd, kunt u er ook zeker van zijn dat het voertuig rijklaar is en vanuit technisch oogpunt er geen vrees hoeft te bestaan voor een ongeluk. Dus testen moeten er zijn. Proeven dienen om te testen. Testen bewijzen het goede en bewijzen geschiktheid.

Zo beproeft God ons ook:

  1. Hij beproeft altijd tot het goede. Hij test ons elke keer met als doel een positief resultaat. Als resultaat van dergelijke geloofstests staat altijd de bewaring, de echtheid (bijv. Rom. 5:4; 1 Thess. 2:4; Jak. 1:3,12; 1 Petr. 1:7). God verzoekt ons nooit tot het kwade (Jak. 1:13).
  2. God beproeft ons niet omdat Hij er vreugde aan heeft ons het leven moeilijk te maken, maar om aan onszelf en anderen waar geloof, bruikbaarheid en geschiktheid openbaar te maken (bijv. Rom. 14:18; 16:10; 1 Kor. 11:19; 16:3; 2 Kor. 8:22; 10:18; Fil. 2:22; 2 Tim. 2:15).
  3. God beproeft ons, zodat we onszelf leren kennen en onszelf indien nodig laten corrigeren (bijv. Deut. 8:2; 13:3; 1 Kron. 29:17; Jer. 17:10; 1 Thess. 2:4). David verlangde nadrukkelijk naar dergelijke beproevingen en vroeg God erom (Ps. 26:2; 139:23).
  4. God beproeft ons opdat wij onszelf bewaren om ervaringen op te doen en zodat ons geloof wordt versterkt. Daarom worden we zelfs opgeroepen om ons over beproevingen te verheugen, erin te roemen, daarover gelukkig over te zijn (Rom. 5:3; Jak. 1:2; 1 Petr. 1:7). Zeker niet over de beproeving zelf, omdat het vaak de oorzaak is van verdriet (1 Petr. 1:6), maar over het feit dat God ons beproeft, zodat ons geloof bewaard wordt en positieve resultaten in ons leven bewerkt worden (Rom. 5:3-5; Jak. 1:3; 1 Petr. 1:7).
  5. God staat nooit toe dat wij boven onze krachten worden beproefd (1 Kor. 10:13). Een voorbeeld hiervan is Job (Jak.5:11).
  6. Alleen van goddelozen wordt gezegd, dat zij een beproeving niet zullen weerstaan (ongeschikt zijn) of na een beproeving verworpen worden (lett.: weg-beproefd); bijvoorbeeld Jannes en Jambres (2 Tim. 3:8); ongelovigen (Tit. 1:16); Ezau (Hebr. 12:17, Ps. 11:5). Dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken.

Al met al moet het ons met vertrouwen vervullen, ja zelfs dankbaar maken dat God ons beproeft, want Hij heeft alleen goede dingen voor ons in gedachten (Rom. 8:28). Elke kleine en iedere beproeving, hoe moeilijk ook, dient overeenkomstig Zijn voornemen en plan het grote doel, zodat we meer op onze Heer Jezus kunnen lijken (Rom. 8:29). Is dat ook uw wens? Bent u ook dankbaar voor Gods beproevingen?

Als Satan ons verzoekt

Markus 1 vers 13: “Jezus werd door de satan verzocht”.
1 Thessalonika 3 vers 5: “… of de verzoeker u misschien ook verzocht had en onze arbeid vergeefs was geworden?”

Satan, ook wel de verzoeker genoemd (Matth. 4:3; 1 Thess. 3:5), heeft altijd het kwade voor ogen. Hij wil ons verleiden door ons door allerlei verzoekingen ten val te brengen. Hij is er een meester in om ons door uiterlijke prikkels tot zondigen te lokken en aan te zetten (1 Kor. 7:5; 1 Tim. 6:9). Daarvan was zelfs onze Heer Jezus als mens op aarde geen uitzondering (Luk. 4:2-13). Satan vond echter geen aanknopingspunt in Hem. In tegenstelling daarmee worden wij met ons zondige ik heel snel door onze innerlijke verlangens en lusten opgewekt en tot zondigen verleid (Jak. 1:14). Gelukkig begrijpt onze Heer dit en helpt ons bij dergelijke aanvechtingen (Hebr. 2:18; 4:15). We mogen erom bidden om voor en in zulke verzoekingen bewaard te blijven (Luk. 11:4; 22:40; 22:46).

Evenzo kunnen we ook door mensen beproefd (verzocht) worden (Hand. 20:19; 26:21; Hebr. 11:36,37; 1 Petr. 4:12; 2 Petr. 2:9).

We moeten de aanvallen en verzoekingen van satan, die met ons eigen ik de ideale medeplichtige vindt, nooit lichtvaardig opnemen. Satan kan ons heel openlijk en direct aanvallen (1 Petr. 5:8). Maar hij wil ook met geraffineerde sluwheid verleiden (2 Kor. 11:14). Daarom wordt er gezegd: “Doet de hele wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel” (Ef. 6:11). God heeft ons nieuw leven, Zijn zondeloze natuur gegeven, zodat we niet langer hoeven te zondigen. “Wij weten dat ieder die uit God geboren is, niet zondigt, maar wie uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze heeft geen vat op hem” (1 Joh. 5:18). Kent u de kracht van het nieuwe leven en kan het in u werken?

Wanneer wij God beproeven (in de zin van ‘verzoeken’)

Exodus 17 vers 2: “Waarom stelt u de HEERE op de proef?”
Handelingen 15 vers 10: “Waarom verzoekt u God?”
1 Korinthe 10 vers 9: “Laten wij ook Christus niet verzoeken, zoals sommigen van hen [Hem] verzochten en door de slangen omkwamen”.

Misschien is ons minder bekend, dat wij God in negatieve zin beproeven kunnen, door Hem te verzoeken. Hoewel we vaak de grootheid van God hebben ervaren, zijn we soms ontevreden over Zijn leiding. Dus dagen we God uit. Er zijn verbazingwekkend veel passages in het Oude Testament waarin God klaagt, dat het volk van Israël tegen Hem murmureert, Hem verwijten maakt voor Zijn leiding en Hem aldus uitdaagt.

Dat geldt bijvoorbeeld voor de situatie in de woestijn bij de rotsen, toen er geen drinkwater beschikbaar was. Daaraan wordt steeds weer als een negatief voorbeeld herinnerd. De plaats wordt daarom Meriba (onenigheid) en Massa (beproeving) genoemd (Ex. 17:7; Deut. 6:16; 9:22; 33:8; Ps. 95:8). In totaal waren er zelfs tien verschillende gelegenheden waarbij het volk Israël God uitdaagde door ongeloof en twijfel (Num. 14:22; Ps. 78:18,41,56; Ps. 95:9; 106:14). Als we God op die wijze beproeven, is het niets anders dan rebellie tegen God. Daarom worden we ook in het Nieuwe Testament opgeroepen om onze Heer niet op deze wijze op de proef te stellen (1 Kor. 10:9; Hebr. 3:8,9). Welke gevolgen dat hebben kan, zijn bijvoorbeeld te zien bij Ananias en Saffira (Hand. 5:9). Evenzo duidde Petrus het geschil onder de eerste christenen over de vraag of de christenen uit de heidenen de wet ook moesten houden als een verzoeken van God (Hand. 15:10). Uiteindelijk zou dat alleen tot schade voor de christenen zijn geweest, maar gelukkig kon het worden afgewend.

Het is ook beangstigend hoe de mensen, vooral de Farizeeën en de Schriftgeleerden, herhaalde pogingen deden bij de Heer Jezus als de enige onberispelijke Mens, om iets uit Hem te halen, waarmee ze Hem ten val konden brengen (Matth. 16:1; 19:3; 22:19,35; Luk. 10:25; 11:16; Joh. 8:6). De Bijbel stelt meerdere malen vast, dat wij mensen Christus in feite beproefd hebben als de levende steen en vervolgens verworpen (lett. weg-beproefd) hebben (zie Luk. 9:22; 17:25; 20:17; 1 Petr. 2:4,7).

Wat betekent de Heer Jezus voor jou? Accepteer je de leiding van God in je leven en ben je er tevreden mee?

Wanneer wij God beproeven

Maleachi 3 vers 10: “Beproef Mij toch”.
Efeze 5 vers 10: “… beproeft wat de Heer welbehaaglijk is”.

Maar we kunnen God op een andere wijze beproeven. God verheugd Zich er zeer over, wanneer we beproevend onderzoeken en ontdekken wat Gods wil voor ons leven is. Dat wil zeggen, leven volgens de gedachten en ideeën die Hij ons in de Bijbel heeft gegeven, en vertrouwen op God dat Hij ons leven vormt. Meerdere malen wordt ons in het Nieuwe Testament  gevraagd dat te beproeven, wat de Heer behaagt en wat het goede, het beste voor ons is. We moeten kunnen beoordelen waarop het in het leven aankomt en waaraan God vreugde heeft (Rom. 12:2; Ef. 5:10; Fil. 1:10). In ieder geval kunnen we er zeker van zijn, dat dit beproeven alleen maar positief voor ons is. Het resultaat is een vervuld en gezegend leven. Reeds in het Oude Testament riep God ertoe op, om Hem te beproeven, opdat Hij zegen geven zou (Mal. 3:10). We kunnen gemakkelijk afstand doen van dit beproeven, doordat wij regels en voorschriften naleven die wij of anderen ons hebben opgelegd. Dit is gemakkelijk, maar het betekent eenzijdigheid en verlies voor ons leven. Heb je ooit God op deze wijze beproefd en ervaren, hoe vervullend dan een leven met God kan zijn?

Wanneer wij onszelf beproeven

2 Korinthe 13 vers 5: “… onderzoekt dan uzelf of u in het geloof bent; beproeft uzelf. Of erkent u van uzelf niet, dat Jezus Christus in u is?”

In sommige gevallen wordt ons gevraagd om onszelf te beproeven, bijvoorbeeld ons geloof (2 Kor. 13:5). Maar het gaat er daarbij niet om voortdurend naar een stem in ons binnenste  te luisteren, te onderzoeken of we gered zijn, of zo mogelijk om te twijfelen aan de redding, maar ons steeds weer ervan te vergewissen wat het fundament van ons geloof is: de Heer Jezus en Zijn reddingswerk aan het Kruis. Ons leven wordt niet gekenmerkt door de zwakheid die we hebben, maar door Gods kracht in de levensrelatie met onze Heer (2 Kor. 13:4).

Verder moeten we ons eigen werk, ons handelen beproeven en onszelf niet met anderen vergelijken (Gal. 6:4). Omdat het dan kan gebeuren, dat we onszelf als iets beters beschouwen en daarmee onszelf bedriegen. We moeten ons eigen pak dragen, dat is onze verantwoordelijkheid. Niemand zal het van ons nemen en God zal er rekenschap voor vragen (Gal. 6:5). Alleen met zo’n houding kunnen we pas anderen op de juiste manier helpen zonder zelf ten val te komen (Gal. 6:1-3).

In gewetensvragen moeten we onderzoeken om tot eigen duidelijke overtuigingen te komen. We moeten onszelf niet voortdurend bekritiseren om wat we goedkeuren (lett.: beproefd, bewaard), voor ons als goed hebben uitgekozen, of wat goed voor ons werkt (Rom. 14:22).

Ten slotte moeten we onszelf beproeven wanneer we aan het avondmaal van de Heer deelnemen (1 Kor. 11:28). Het is altijd goed om ons af te vragen of ons leven met de Heer in orde is. Dat moet te allen tijde onze zorg zijn. Daarom gaat het bij dit beproeven om de vraag of we ons er bewust van zijn wat de symbolen, het brood en de beker, evenals de handeling, eten en drinken, betekenen. Ook al zijn het alleen uiterlijke tekens en een puur uiterlijke actie, het moet duidelijk zijn dat het veel meer is dan alleen een normale maaltijd. Het staat voor niets minder dan voor de persoon van onze Heer Jezus, die Zijn lichaam aan het kruis voor ons in de dood gaf, wat noodzakelijk was voor onze redding. Het getuigt ook van onze verbinding met de Heer Jezus, die nu opgestaan ​​en verheerlijkt is. Bovendien drukt het ook de gemeenschap en verbondenheid van de gelovigen uit, en daarom zijn geschillen duidelijk in tegenspraak met waarom het eigenlijk gaat (1 Kor. 1:11; 11:17vv.). Daarom moeten we het avondmaal van de Heer nooit op ongepaste wijze houden. We moeten dat steeds opnieuw beproeven. Ken je dit beproeven van jezelf en de bereidheid om te corrigeren in je leven?

Wanneer we anderen beproeven

1 Thessalonika 5 vers 21: “Beproeft alles, behoudt het goede”.
1 Johannes 4 vers 1: “… beproeft de geesten of zij uit God zijn”.

Wanneer we voorbijgaan aan het feit dat we sommige dingen beproeven7 moeten, wordt het beproeven met betrekking tot andere mensen zeer zelden vermeld.

Op twee plaatsen vinden we dit beproeven: wanneer mensen woorden van God of door de Geest van God tot ons spreken (1 Thess. 5:21; 1 Joh. 4:1), moeten we beproeven wat die persoon over de Heer Jezus zegt (1 Joh. 4:2,3) en of wat gezegd wordt, overeenkomt met het geopenbaarde Woord van God (1 Joh. 4:6). Dit geldt zowel in positieve zin (“behoudt het goede”) en in negatieve zin (er zijn “valse profeten”). Aan de ene kant moeten we heel dankbaar zijn voor elk Woord van God dat tot ons gesproken wordt (“veracht de profetieën niet” – 1 Thess. 5:20), maar aan de andere kant moeten we ook voorzichtig zijn, dat we geen gedachten opnemen die alleen maar schijnbaar Gods Woord zijn. Hierom worden we opgeroepen: “Onthoudt u van elke vorm van kwaad” (1 Thess. 5:22).

Voor bepaalde diensten onder christenen is het soms nodig, dat iemand als het ware vooraf wordt getest en beproefd. Toen een geldinzameling voor de christenen in Jeruzalem op de zendingsreis verder werd gebracht, werd een broeder met de kwalificatie “beproefd” gekozen (2 Kor. 8:22), zodat hij met Titus naar Korinthe zou reizen. Ook voor het werk van een diaken wordt principieel deze vereiste genoemd (1 Tim. 3:10).

Wanneer het beproeven op deze wijze zelden wordt genoemd, betekent dit natuurlijk ook dat beproeven in veel andere gevallen helemaal niet is toegestaan en dat dit niet zou moeten. Maar meestal zijn het aangelegenheden van God. Zijn we dit ons altijd bewust?

Bestaande beproevingen in ons leven

Romeinen 16 vers 10: “Groet Apelles, de beproefde in Christus”.
2 Timotheüs 2 vers 15: ”Beijver je, je aan God beproefd voor te stellen”.
Jakobus 1 vers 12: “Gelukkig [de] man die verzoeking verdraagt; want beproefd geworden zal hij de kroon van het levens ontvangen, die Hij heeft beloofd aan hen die Hem liefhebben”.

Er zijn zeker nog andere aspecten dan de hier genoemde punten over het onderwerp beproevingen. Misschien helpt deze beschouwing om positiever te denken over beproevingen en de bijbehorende resultaten. Uiteraard zijn beproevingen uitputtend, impliceren een vermoeiende situatie en zijn met spanningen en stress verbonden. Voorbij is voorbij. Hoe waardevol het is om prestaties zwart op wit door een examenresultaat te kunnen bewijzen, weet iedereen die moet solliciteren.

Zo is het ook prettig als eventuele tekortkomingen van nieuwe voertuigen tijdens proefritten tijdig ontdekt worden, en niet, zoals soms helaas tegenwoordig dat pas de klant de proefrijder is. Evenzo kunnen we blij zijn wanneer beproevingen bij ons tot een succesvolle correctie leiden. En zelfs als we door satan worden verzocht en falen, leren we feitelijk wel veel van onze fouten. Natuurlijk moeten we niet onverschillig zijn ten opzichte van de zonde. Mannen zoals Petrus of Markus waren na hun misstappen bijzonder bruikbare werktuigen voor God. Elke oprechte christen wil Gods wil voor zijn leven erkennen en uitvoeren, zonder God daarbij te provoceren. Hopelijk kunnen we altijd het juiste onderscheiden. God wil voor alles dat we beproefd en geschikt blijken te zijn. In ons leven moeten het goede, onze kwalificaties en vermogens zichtbaar worden, die Gods genade in ons bewerken kon.

Het is een heel mooi doel om te leren uit de verschillende soorten beproevingen, ook bij veranderende levenssituaties in familie, gemeente, beroep en vrije tijd om dan als beproefd en bewaard tevoorschijn te komen en bijgevolg bruikbaarder voor onze Heer en anderen te worden. Dan hebben de vele beproevingen in het leven hun doel bereikt, en God wordt door ons leven geëerd. Zou dat geen mooi resultaat zijn? Als het zulke grote winstgevende gevolgen voor ons leven heeft, is dat ook een gelegenheid en een kans voor jou? Schenk jij God daarin je hele vertrouwen?

Gerd Pohl

© Daniel-Verlag, online in het Duits sinds: 09.04.2019; geactualiseerd: 19.04.2019.

NOTEN:
1. De Duitse versie van Wikipedia. {vertaler FW}
2. Het voorkomen van deze woordfamilie in het Nieuwe Testament: Matth. 21:42; Mark. 8:31; 12:10; Luk. 9:22; 12:56; 14:19; 17:25; 20:17; Rom. 1:28; 2:18; 5:4; 12:2; 14:18,22; 16:10; 1 Kor. 3:13; 9:27; 11:19,28; 16:3; 2 Kor. 2:9; 8:2,8,22; 9:13; 10:18; 13:3,5-7; Gal. 6:4; Ef. 5:10; Fil. 1:10; 2:22; 1 Thess. 2:4; 5:21; 1 Tim. 3:10; 2 Tim. 2:15; 3:8; Tit. 1:16; Hebr. 3:9; 6:8; 12:17; Jak. 1:3,12; 1 Petr. 1:7; 2:4,7; 1 Joh. 4:1.
3. Het voorkomen van deze woordfamilie in het Nieuwe Testament: Matth. 4:1,3,7; 6:13; 16:1; 19:3; 22:18,35; 26:41; Mark. 1:13; 8:11; 10:2; 12:15; 14:38; Luk. 4:2,12,13; 8:13; 10:25; 11:4,16; 20:23; 22:28,40,46; Joh. 6:6; 8:6; Hand. 5:9; 9:26; 15:10; 16:7; 20:19; 24:6; 26:21; 1 Kor. 7:5; 10:9,13; 2 Kor. 13:5; Gal. 4:14; 6:1; 1 Thess. 3:5; 1 Tim. 6:9; Hebr. 2:18; 3:8,9; 4:15; 11:17,29,36,37; Jak. 1:2,12-14; 1 Petr. 1:6; 4:12; 2 Petr. 2:9; Openb. 2:2,10; 3:10.
4. Woordfamilie (Wortfamilie): een groep woorden met dezelfde etymologische wortel.
{De etymologie is het deelgebied van de taalkunde dat de herkomst van woorden bestudeert. De etymologie van een woord is de historische verklaring voor de manier waarop de vorm van het woord tot stand is gekomen; daarom wordt het ook wel de woordherkomst (Duits: Wortherkunft genoemd) – Wikipedia}
5. In 2 Kor. 13:5; Hebr. 3:9; Jak. 1:1,2; Jak. 1:12; 1 Petr. 1:6,7 komen woorden uit beide woordfamilies gelijktijdig voor.
6. Alle samen komen bijna 200 keer voor, waarvan ongeveer 125 keer in het Nieuwe Testament en 70 keer in het Oude Testament.
7. Daar worden andere Griekse woorden voor gebruikt.

 

Uit: Komm & sieh, 2018/4, Daniel-Verlag.

Het redactieteam van SoundWords is verantwoordelijk voor het publiceren van het bovenstaande artikel. Zij is het niet noodzakelijkerwijs eens met de meningen van de auteur (behalve natuurlijk artikelen van de redactie) en evenmin met alle gedachten en praktijken die de auteur elders vertegenwoordigt. “Beproeft alles, behoudt het goede” (1 Thess. 5:21). – Zie ook “In eigener Sache …”.
Bovenstaand geldt ook voor de redactie van Frisse Wateren.

Soundwords.de

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW