Angst
De paniek komt plotseling op en pakt zowel jong en oud, mannen zowel als vrouwen. Er zijn miljoenen mensen die lijden aan schijnbaar onverklaarbare angstaanvallen – alcoholverslaving, depressies en volledige ontwrichting van het leven kan het gevolg zijn. Artsen worden overvraagd, therapeuten weten geen uitweg” Omdat de hedendaagse maatschappij niet meer naar de stem van God wil luisteren, is een “periode van angst” het onvermijdelijke gevolg. Misschien is er bij u, bij jou persoonlijk nu ook wel zo’n periode. Hoe moeten we er mee aan? Het negeren? Doen alsof angst niet bestaat? Of zullen we zoeken naar de oorzaak … en naar de remedie …?
Het symptoom van de huidige maatschappij
Vandaag is het dinsdag, de eerste dag van het schriftelijk eindexamen. Peter heeft angst? Waarvoor? Zijn zeven zusters hebben eindexamen. Zij konden niets anders dan boeken lezen en leren. Hij daarentegen speelde na schooltijd liever voetbal of bouwde houthutten in het bos. Toen hij een eigen bromfiets kreeg, tufte hij bijna elke dag daarmee rond. Als de bromfiets van zijn kameraden niet meer liep, kwamen ze bij hem. Na korte tijd konden ze dan weer naar de bommenkraters uit de tweede wereldoorlog terug gaan, om de houdbaarheid van de schokdempers te testen. Maar vandaag is, zoals gezegd, schriftelijk eindexamen. Waarom hij nu hier zit en niet in een werkplaats staat en motoren maakt, weet hij niet. Een ding weet hij wel: Hij heeft angst.
1. Angst aan het einde van de 20e eeuw
Net als Peter, hebben vele mensen angst, het naderbij komende niet aan te kunnen, of het werkelijkheid is – zoals bijvoorbeeld een examen -, of dat het uit hun eigen fantasie voortkomt. Zij het de angst voor beslissingen, voor andere mensen, voor eigen falen, voor de toekomst in het algemeen, voor ziekte, voor de verwoesting van het milieu, voor de eenzaamheid of dat, wat alle mensen aangaat, de angst voor de dood.
Met een zekere mate van angst heeft iedereen te kampen. Er zijn echter ook zwaarwegende verschijningsvormen: “De paniek komt plotseling op en pakt zowel jong en oud, mannen zowel als vrouwen. Er zijn miljoenen mensen die lijden aan schijnbaar onverklaarbare angstaanvallen – alcoholverslaving, depressies en volledige ontwrichting van het leven kan het gevolg zijn. Artsen worden overvraagd, therapeuten weten geen uitweg”. Voor de psycholoog Hans-Ulrich Wittchen waren de negentiger jaren “het decennium van angst”. Ook binnen wetenschappelijke kringen sprak men van “het decennium van angst”. Wat nu “normale of ziekelijke angst is, wordt niet beslist door objectieve criteria, al mogen dan ook psychiatrische diagnosetabellen deze schijn wekken”1.
In de loop van de tijd is de mens – voornamelijk daardoor, dat de wetenschap het verstand van de mens in plaats van de autoriteit van de Bijbel zette -, “psychologisch tot kuddedier gedegradeerd, historisch als toeval gepropageerd en fysiek als samenstelling van vele atomen verklaard”2. Heden ten dage ziet het er dan zo uit, dat de mensen zich “het hiernamaals van religie en traditie … hun instelling tot het juiste leven samenknutselt, een eigen kosmos uit idealen”3. Dit noemt men “individualisering”. Ze heeft “de jeugd wonderbare bewegingsvrijheden gebracht. Maar de ontwikkeling heeft een dubbel gezicht: De opgroeiende individuen staan onder de nieuwe dwang om hun levensloop zelf samen te stellen en al in jonge levensjaren belangrijke beslissingen te nemen, waarvan zij de uitwerkingen in de verwarrende wereld met haar razendsnelle veranderingen en ingewikkelde terugkoppelingen niet kunnen beoordelen. Daaruit komt een kwellend gevoel van onzekerheid voort”4. “Treden nu persoonlijke crises en bedreigingen op, is ieder met zich (en de sociale dienst) alleen”5.
Als dan de Oostenrijkse schrijver Robert Menasse als spreekbuis de huidige generatie van intellectuelen aan het eind van zijn toespraak bij de opening van de Frankfurter Boekenbeurs van 1995 zegt: “Wat kunnen wij doen? Wat u doen kunt, weet ik niet. U doet, wat u kunt. Wat wij als auteurs doen kunnen, is schrijven. Ons schrijven is een luid zingen in donkere bossen. Dit zingen moet ons de angst ontnemen”6, dan is het niet verwonderlijk, dat ook de “normale burger” door algemene radeloosheid is aangetast. De symptomen laten zich op zijn hoogst bestrijden. Maar waar ligt de oorzaak?
2. Angst en haar overwinning in de Bijbel
De oorzaken van al deze problemen ligt in het verre verleden. Het was in de tuin van Eden, waar Adam en Eva niet naar de stem van God hebben geluisterd en zondigden. Nadat zij dit onderkend hadden, hoorden zij “de stem van de HEERE God, wandelende in de hof, aan de wind des daags” (Genesis 3:8a). Vervolgens “verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van de HEERE God, in het midden van het geboomte van de hof” (vers 8b). Toen Hij dan riep, verklaarden zij hun verbergen als volgt: “Ik hoorde Uw stem in de hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij” (vers 10).
Sinds deze tijd is de mens oorspronkelijk van God verwijderd en was hij bang voor Hem. Job drukte de beklemming van de ongelovige alsmede zijn zoeken naar zekerheid als volgt uit: “Het geluid der verschrikkingen is in zijn oren; in de vrede zelf komt de verwoester over hem. Hij gelooft niet uit de duisternis weer te keren, maar dat hij beloerd wordt ten zwaarde. Hij zwerft heen en weer om brood, waar het zijn mag; hij weet, dat de dag der duisternis bij zijn hand gereed is. Angst en benauwdheid verschrikken hem; zij overweldigt hem, gelijk een koning, gereed tot de strijd” (Job 15:21-24). “De beroeringen zullen hem rondom verschrikken, en hem verstrooien op zijn voeten” (18:11). “Maar de ogen der goddelozen zullen bezwijken, en de toevlucht zal van hen vergaan; en hun verwachting zal zijn de uitblazing der ziel” (11:20).
De hoop die er is, ligt niet in voorschriften, hoe goed die ook zijn mogen, maar ligt in een Persoon verankerd. De Heer Jezus zegt: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen; want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht” (Mattheüs 11:28-30).
Vele gelovigen vergaat het zo als de discipelen van de Heer, toen zij midden op de zee waren: hun zielen waren niet rustig, omdat “het schip … geteisterd door de golven, want de wind was hun tegen” (Mattheüs 14:24). In deze moeilijke situatie kwam er dan nog iets onvoorziens bij, waar zij geen raad mee wisten: Er kwam hen een gestalte op het water tegemoet. Toen zij dit zagen, “werden zij ontsteld en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van bangheid” (vers 26-27). Zij geloofden Zijn woorden en hun angst week.
Bij deze gelegenheid zien we, hoe de discipelen rustig werden toen zij de stem van hun Meester gehoord hadden. Lang voordat dit gebeurde, voerde de koning van Syrië oorlog tegen Israël. Om Elisa te vangen, had hij een sterk leger naar Dothan gezonden dat nog in de nacht de stad omsingelde. “En de dienaar van de man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een leger omringde de stad met paarden en wagens” (2 Koningen 6:15). De situatie was uitzichtloos, vluchten zinloos. We hebben dus twee situaties als voorbeeld: Eenmaal een bedreiging, die uit onzekerheid voortkwam en daarom niet ingeschat kon worden (de discipelen op de zee), en nu hier een concrete bedreiging van buitenaf en schijnbaar geen uitweg.
De knaap wist echter, tot wie hij zich in zijn radeloosheid moest richten. Hij zei tegen Elisa: “Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen? En hij zei: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. En Elisa bad, en zei: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van de jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa” (2 Koningen 6:15-17). Hij richtte dus in zekere mate de ogen van de jongen van de zichtbare naar onzichtbare wereld. Diegenen, die meenden grip op de situatie te hebben, namelijk de vijanden van Israël, werden daarentegen door God met blindheid geslagen (vers 18).
3. Samenvatting
Hoe Peter angst had voor het eindexamen, zo heeft ieder mens een zekere mate van angst voor verschillende dingen. De algemene radeloosheid die vandaag de mensen aangegrepen heeft, vindt haar oorsprong daarin, dat Adam en Eva niet naar de stem van God luisterden. Omdat de hedendaagse maatschappij niet meer naar de stem van God wil luisteren, is een “decennia van angst” het onvermijdelijke gevolg. Nog altijd geldt het woord van de Heer Jezus: “Komt allen tot Mij …”. Wanneer nu diegenen die in Hem geloven zich in benauwdheid of verdrukking bevinden (wat het woord “angst” oorspronkelijk ook betekent), mogen zij (zoals de knecht van Elisa) hun ogen op de onzichtbare wereld richten en (zoals David) op de weg ervaren: “Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkels hebben niet gewankeld” (Psalm 18:37).
Jochen Klein, © Folge mir nach
1. Horst Eberhard Richter: Umgang mit Angst. Hamburg 1992, bladzijde 15.
2. Michiaki en Hildegard Horie: Umgang mit Angst. Wuppertal 1995, bladzijde 11.
3. Nikolaus von Festenberg: “Erst kommt das Dressing, dann die Moral”. In: Der Spiegel, nr. 39 van 25-09-1995, bladzijde 70.
4. “Das Soziale löst sich auf”. In: Der Spiegel, nr. 3 van 15-01-1996.
5. “Individualisierung”. In Sighard Neckel: Die Macht der Unterscheidung. Beurstocht door het moderne leven van elke dag. Frankfurt am Main 1993, bladzijde 73.
6. Robert Menasse: “>Geschichte< – der größte historische Irrtum. Über die von Menschen betriebene Befreiung der Welt von den Menschen – Rede zur Eröffnung der Frankfurter Buchmesse”. [>Geschiedenis< – van de grootste historische vergissing. Over de door de mens bedreven bevrijding van de wereld van de mens – Rede ter opening van de Frankfurter Boekenbeurs”]. In: Die Zeit, nr. 42 van 13-10-1995, bladzijde 80.
Geplaatst in: Maatschappij
© Frisse Wateren, FW