“Als ik echter door [de] Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen” (Matth. 12:28).
De Sterkere
De Zoon van God kwam in deze wereld om de werken van de duivel te verbreken (verg. 1 Joh. 3:8). Maar hoe moest dit praktisch gebeuren? Allereerst moest Hij Satan, de sterke, binden om de mensen te kunnen bevrijden uit de macht van de duisternis. Tot dat moment had de oude slang altijd gezegevierd over de mens. Telkens wanneer hij een mens probeerde te verleiden, faalde deze en werd hij verslagen door de overste van deze wereld.
In de woestijn probeerde de tegenstander de Zoon van God ervan te weerhouden God in afhankelijkheid te dienen. Maar hij had geen resultaat bij Hem. Zijn handen waren vanaf het begin gebonden ten opzichte van Christus. De sterke werd plotseling geconfronteerd met een Sterkere aan wie hij ondergeschikt was. Nu moest hij hulpeloos toezien hoe de Zoon van God Zijn machtsgebied binnendrong en hem zijn prooi ontnam (verg. Matth. 12:29).
Het is interessant, dat het eerste wonder van de Heer Jezus in het evangelie van Lukas daarin bestaat, dat Hij een demon uitdrijft (verg. Luk. 4:35). In welke macht doet Hij dit? Hij had de boze geesten zonder enig probleem kunnen uitdrijven in Zijn eigen Goddelijke kracht. Maar dat is precies wat Hij niet doet! In plaats daarvan zegt Hij tegen de Farizeeën: “Als ik echter door [de] Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen” (Matth. 12:28).
Hoe vaak gebeurde dat niet! Denken we maar aan de man uit Gardarenen (Luk. 8:26-39) die bezeten was door een legioen demonen, of aan de jongen die door de demon in het vuur werd geworpen (Mark. 9:22). Ook de zeven demonen die Maria Magdalena bezaten (Mark. 16:9; Luk. 8:2), moesten wijken voor de kracht van de Geest.
Zijn vijanden beschuldigden Hem ervan demonen uit te drijven door Beëlzebul, de overste van de demonen. Wat een belediging voor de hemel! Door het volmaakte, duidelijke werk van de Geest in Jezus’ leven toe te schrijven aan een satanische macht, lasterden zij de Heilige Geest – en gingen eeuwig verloren (Mark. 3:22; 28-30).
Het voorval in de woestijn is een indrukwekkend bewijs, dat Hij die in ons is, groter is dan hij die in de wereld is (verg. 1 Joh. 4:4). De demonen zijn nog steeds actief in onze dagen. Wij hebben vandaag vooral met hun leer te maken (verg. 1 Tim. 4:1). De wereldbeheersers van deze duisternis vermommen zich vaak als engelen van het licht en gebruiken bijvoorbeeld het schijnbaar spreken in tongen en “wondergenezingen” om het werk van de Heilige Geest na te bootsen en zo de gelovigen te misleiden (verg. 2 Kor. 11:13-15).
Bent u zich ervan bewust, dat zelfs vandaag de kracht van de Geest de ketenen van gebonden mensen kan verbreken? Overwint u de begeerte van deze wereld door de Geest die in u woont?
Jan Philip Svetlik; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 11.05.2018.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW