5 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (28)

Verandering door gebed

“En terwijl Hij bad, werd het uiterlijk van Zijn gezicht anders en Zijn kleding werd lichtend wit” (Luk. 9:29).

Terwijl Jezus bidt, wordt Hij voor de ogen van de discipelen verheerlijkt. Het doel was om te bidden, maar het resultaat is heerlijkheid (Luk. 9:28). In de toepassing op ons, kunnen we hier twee dingen zien die het gebed bewerkt: gebed verandert in de eerste plaats de bidder en laat bovendien de heerlijkheid van God zichtbaar worden. God wil eerst een werk in ons doen, voordat Hij een werk door ons doet!

Als we bidden, gaan we de hemel binnen. We komen in de tegenwoordigheid van God, waar ook de troon der genade staat. De tegenwoordigheid van God verandert en vormt ons. Hoe velen hebben al ervaren, dat zij gedurende een tijd van gebed weer vrede en vreugde in hun hart hadden. Hanna bad en huilde lange tijd voor de Heer. Daarna was haar gezicht niet meer hetzelfde (1 Sam. 1:10,18). Mozes bracht 40 dagen en nachten door in de tegenwoordigheid van God, waarna zijn gezicht straalde omdat de Heer met hem had gesproken (Ex. 34:29). Zelfs de vijanden van God beseften dat de discipelen “met Jezus” waren (Hand. 4:13).

Door gebed wordt de heerlijkheid van God zichtbaar. “Toon mij toch Uw heerlijkheid“ (Ex. 33:18), was het gebed van Mozes in de woestijn. Nu, staande op de berg in het beloofde land, ziet Hij de heerlijkheid van God niet alleen van achteren, maar in het aangezicht van een afhankelijk Mens: de Heer der heerlijkheid. Deze biddende Mens zal eens regeren als Koning der koningen en Heer der heren over deze aarde. Mozes bidt niet tevergeefs, en wij ook niet, als we God vragen om Zijn heerlijkheid in ons leven te openbaren. De Mens op de berg is de Mens die bergen verzetten kan!

De discipelen vallen in slaap terwijl Jezus bidt en veranderd wordt. Als Petrus wakker wordt, wil hij meteen tenten gaan bouwen. In Gethsémané vraagt de Heer de discipelen om te waken en te bidden. Maar opnieuw worden ze overweldigd door slaap. Een korte tijd later slaat Petrus spontaan met het zwaard om zijn Meester te verdedigen. Beide keren is het verkeerd activisme vanwege een gebrek aan gebed.

Net zoals bij de doop in de Jordaan volgt op de berg van de verheerlijking op het gebed het openbare getuigenis van de Vader over de Zoon. De Zoon van God eert Zijn Vader door afhankelijkheid en vertrouwen in gebed en ontvangt van Hem eer en heerlijkheid (2 Petr. 1:17). Hij geeft Zijn discipelen de belofte: “Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen; en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren” (Joh. 12:26).

Geloven wij dat wanneer wij tot God naderen, Hij ook tot ons zal naderen (Jak. 4:8)? De man die in zijn tijd de zachtaardigste man ter wereld was (Num. 12:3), bracht veel tijd door in de tegenwoordigheid van God. Hoeveel verblijven wij daar om ons door Hem te laten veranderen? Is het onze wens dat God door gebed ook Zijn heerlijkheid in ons leven zichtbaar maakt?

Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 22.05.2017.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW