Joseph Medlicott Scriven werd op 10 september 1819 geboren in Seapatrick, County Down, Noord-Ierland, en zijn kindertijd en jeugd waren zorgeloos. Hij ging naar een goede school en zijn hele ontwikkeling was veelbelovend.
Joseph Scriven had hoge idealen en vond een jonge vrouw die deze deelde. Ze verloofden zich en waren van plan om te trouwen, maar toen sloeg het noodlot toe in zijn leven: de dag voor de bruiloft stak zijn bruid te paard een brug over. Hij wachtte haar op aan de andere kant. Ze werd overvallen door een windvlaag, viel in de rivier de Bann en verdronk voor zijn ogen. Wat een onbeschrijflijk lijden! De jonge Joseph Scriven kwam deze schok nooit te boven. Hoewel hij uitzicht had op een grote carrière in zijn vaderland, kon niets hem daar houden. Hij vroeg God om hulp en leiding en emigreerde op 25-jarige leeftijd naar Canada. Daar wilde hij zijn verdriet vergeten. Aanvankelijk gaf hij les aan kinderen van een Brits gezin en woonde hij in Port Hope, Ontario.
Daar ontmoette hij opnieuw een jonge vrouw genaamd Eliza Roche en verloofde zich met haar. Een paar weken voor hun huwelijk werd zijn bruid verkouden, kreeg longontsteking met hoge koorts en stierf op 23-jarige leeftijd.
Gedurende zijn hele leven ging Scriven gebukt onder veel verdriet, maar hij vond zijn toevlucht bij zijn beste vriend: Jezus Christus.
Zijn leven werd een teken van hoop voor lijdende mensen. De bescheiden man werd in de stad Port Hope bekend om zijn zorg voor de allerarmsten en om het feit, dat hij hen zoveel mogelijk hielp. Hij voorzag weduwen en zieken van hout uit het bos, deed veel onbetaalde diensten en leefde zelf heel bescheiden.
Zijn grootste wens was om de liefde van God in zijn leven te weerspiegelen. Dit gebeurde allemaal zonder veel ophef, in het geheim en in stilte. Het is een wonder, dat we vandaag de dag überhaupt iets over hem weten.
Later bezocht een buurman hem en vond het gedicht “What a friend we have in Jesus” op een tafel naast zijn bed.
Dit gedicht fascineerde de bezoeker. “Bent u de auteur van dit prachtige gedicht?,” vroeg hij aan Scriven. “De Heer en ik hebben het samen geschreven,” was zijn nederige antwoord. Wat een prachtige uitleg over de oorsprong van deze ontroerende hymne! Het was het getuigenis van zijn intieme omgang met zijn Heer.
In feite had Joseph Scriven dit gedicht geschreven voor zijn zieke moeder in Ierland, die erg verdrietig was omdat haar zoon zoveel leed. Hij wilde haar troosten en haar laten zien op Wie hij zijn hoop vestigde na de dood van zijn bruid.
1.
Welk een vriend is onze Jezus,
Die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neêr,
juist omdat wij ’t al niet brengen
in ’t gebed tot onze Heer.
2.
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in ’t strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem, die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen,
dan Hij die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing,
Hij alleen is ’t, die ons schraagt.
3.
Zijn wij zwak, belast, beladen,
en terneêr gedrukt door zorg!
Dier’bre Heiland! onze Toevlucht!
U bent onze Hulp en Borg!
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer,
in Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.
De melodie van het gedicht kwam op een opmerkelijke manier tot stand: Een zondagsschoolleraar bezocht het kantoor van de advocaat Charles C. Converse (1834-1918) en vond een stuk papier met het lied erop gedrukt.
Hij zei tegen Converse: “Oh, dat is het liedje dat ik had laten drukken voor mijn zondagsschool. Het is zo jammer dat er geen melodie bij zit.” Na het lezen van de eerste regel vroeg Converse: “Heb je even?” en hij pakte een vel papier waarop hij in een paar minuten de melodie schreef.
Scriven zou nooit gedacht hebben, dat zijn gedicht later een lievelingslied zou worden onder miljoenen christenen over de hele wereld.
Hij stierf op 10 augustus 1886 in Port Hope, Ontario, Canada, en ontmoette Hem die hem door zoveel verdriet heen had geholpen.
Friedhelm Muller (VdHS)
“Verblijdt u altijd,
bidt onophoudelijk.
dankt in alles,
want dit is [de] wil van God in Christus Jezus jegens u.”
1 Thessalonika 5:16-18
© The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW