Ik herinner me dat ik iemand vroeg: “Bent u gered?” Ze antwoordden met de vraag: “Gered van wat?”
Dit is een uitstekende vraag om hier te bespreken. De Bijbel vertelt ons: “Allen hebben gezondigd en komen tekort aan de heerlijkheid van God” (Rom. 3:23) en verder staat er: “Want het loon van de zonde is [de] dood” (Rom. 6:23). De Bijbel zegt ook: “De mens die zondigt, díe zal sterven” (Ezech. 18:20).
Dus het antwoord op de vraag “Waarvan gered?” is gered van de straf van de zonde. Zonde is de reden, waarom we gered moeten worden. De Bijbel spreekt over verschillende aspecten van redding. De persoon die op de Heer vertrouwt is gered van de straf van de zonde en kan genieten van bevrijding van de macht van de zonde en zal op een dag verlost worden van de aanwezigheid van de zonde. Redding (behoudenis) heeft een verleden, heden en toekomst.
Wanneer we gered (gerechtvaardigd) zijn, zijn we gered van de straf van de zonde. Dit is een daad uit het verleden. De Heer Jezus Christus heeft in het verleden aan het kruis voor onze zonden betaald en wanneer iemand op Hem vertrouwt voor redding, wordt die persoon vergeven en gerechtvaardigd voor God. Dit is een eenmalige transactie. Iemand die gerechtvaardigd is, is gered. Laten we eens kijken naar een aantal verzen die ons kunnen helpen.
“Het is echter niet alleen terwille van hem geschreven dat het hem werd toegerekend, maar ook terwille van ons, wie het zal worden toegerekend, ons die geloven in Hem die Jezus onze Heer uit [de] doden heeft opgewekt, die overgegeven is om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.
Wij dan, gerechtvaardigd op grond van geloof, hebben vrede met God door onze Heer Jezus Christus, door Wie wij ook de toegang verkregen hebben1 <door het geloof> tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen ons in [de] hoop op de heerlijkheid van God” (Rom. 4:23-5:2).
Dit verlossingswerk is niets wat jij of ik doen om te ontvangen. Het is allemaal door de genade (onverdiende gunst) van God. Omdat we van nature en in de praktijk zondaars zijn, worden we gezien als geestelijk dood voor een heilig God.
“… toen u dood was in uw overtredingen en zonden, waarin u vroeger hebt gewandeld overeenkomstig de tijdgeest2 van deze wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest die nu werkt in de zonen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen vroeger verkeerden in de begeerten van ons vlees, toen wij de wil deden van het vlees en van de gedachten; en wij waren van nature kinderen van [de] toorn, evenals de overigen” (Ef. 2:1-3).
De Bijbel zegt verder:
“Maar God, die rijk is aan barmhartigheid, heeft ons vanwege Zijn grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, toen ook wij dood waren in overtredingen, levend gemaakt met3 Christus (uit genade bent u behouden), en heeft [ons] mee opgewekt en mee doen zitten in de hemelse [gewesten] in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de uitnemende rijkdom van Zijn genade zou betonen in goedertierenheid over ons in Christus Jezus” (Ef. 2:4-7).
Dit verlossingswerk staat helemaal aan Gods kant. U en ik hebben niets in te brengen, want we zijn geestelijk dood in onze schulden en zonden. Romeinen zegt het zo:
“Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus te rechter tijd voor goddelozen gestorven. Want ternauwernood zal iemand voor een rechtvaardige sterven; immers, voor de goede heeft misschien iemand nog wel de moed te sterven. Maar God bevestigt Zijn liefde tot ons [hierin], dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door4 Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven” (Rom. 5:6-10)
We waren krachteloos, goddeloos, zondaars en vijanden van God. Maar God had ons lief en toonde die liefde door Zijn unieke Zoon, Zijn eniggeboren Zoon, te geven.
“Want zo5 lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou oordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld; <maar> wie niet gelooft is al geoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God” (Joh. 3:16-18).
Dit brengt ons bij een andere vraag: “Hoe kan ik behouden worden?” Een soortgelijke vraag werd gesteld in Handelingen 16 vers 30: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?” Ik zou u willen aanmoedigen om het hele verhaal in Handelingen 16 vers 25-40 te lezen. Deze man besefte, dat de kracht van God aan het werk was en stelde de belangrijkste vraag die iemand van ons zou kunnen stellen: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?” Het antwoord dat hij kreeg was: “Geloof in de Heer Jezus Christus en u zult behouden worden!” Omdat de redding die dag naar zijn huis kwam, kon het hele huishouden gered worden toen ze getuige waren van een veranderd leven.
U en ik kunnen niets anders doen dan onze zonde belijden, geloven in de Heer Jezus Christus, die stierf om ons daarvan te bevrijden, en dat gratis geschenk van redding aannemen. De Schrift vertelt ons:
“Want uit genade bent u behouden, door [het] geloof; en dat is niet uit u, het is de gave van God; niet op grond van werken, opdat niemand roemt” (Ef. 2:8-9).
De Bijbel zegt ook:
“Als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt, u behouden zult worden. Want met [het] hart gelooft men tot gerechtigheid en met [de] mond belijdt men tot behoudenis” (Rom. 10:9-10).
Dit is wat de gevangene in Filippi deed in Handelingen 16 en wat iedereen moet doen die gered wil worden van de straf van de zonde.
We moeten beseffen, dat we een zondaar zijn en ons bekeren van onze zonde. Je bekeren betekent, dat ik me door geloof tot de Heer Jezus Christus moet wenden en me zo van mijn zonde moet afkeren. Ik wend me tot Degene die groter is dan mijn zonde, die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. Er moet berouw zijn, “berouw tegenover God en geloof in onze Heer Jezus Christus.”
”… met voorbij zien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren, omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een Man die Hij [daartoe] heeft bestemd, waarvan hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit [de] doden op te wekken” (Hand. 17:30-31).
Hoe lang duurt deze redding (behoudenis?
“Maar allen die Hem hebben aangenomen, hun gaf Hij [het] recht kinderen van God te worden, hun die in Zijn naam geloven; die niet uit bloed, niet uit [de] wil van het vlees, niet uit [de] wil van een man, maar uit God geboren zijn” (Joh. 1:12-13).
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie Mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in [het] oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven” (Joh. 5:24).
In Romeinen 8 lezen we twee keer, dat niets ons kan scheiden van de liefde van God of de liefde van Christus! Met andere woorden, als God eenmaal het werk in ons heeft gedaan, wie kan dat werk dan ongedaan maken?
De laatste vraag die beantwoord moet worden is: “Bent u gered (behouden?” Kent u de Heer Jezus Christus als uw Heer en Redder? Als uw antwoord nee is, bekeer u dan van uw zonden door ze voor een heilig God te belijden, en geloof in uw hart dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, en u zult gered (behouden) worden!
© www.anchorsforlife.org
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW