“Er waren vier melaatse mannen bij de ingang van de poort. Zij zeiden tegen elkaar: Waarom blijven wij hier totdat wij sterven?” (2 Kon. 7:3)
Lang geleden in de dagen van Elisa werd Samaria belegerd door de Syriërs en moest de bevolking ernstige honger doorstaan. Buiten de poort waren vier melaatsen. Ze zouden of sterven van de honger buiten de poort of het wagen om naar de Syriërs te gaan om de kliekjes te kunnen oppikken uit hun kampement.
Hun aangrijpende vraag: ‘Waarom blijven wij hier, totdat wij sterven?’ gaat als een echo door de eeuwen heen en weerklinkt naar mijn gedachten op een hoger niveau dan de fysieke behoefte. De noodzaak van het getuigenis in de zogenaamde westerse landen is om op te staan en te doen wat nodig is om de doodsstrijd af te wenden en met toegewijde activiteit te versterken de dingen die verloren dreigen te gaan.
Hunkeren wij ook als die vier uitgehongerde uitgestotenen naar meer ‘hapjes’ voor onze voeding? Hebben we hunkerende zielen? William Easton schreef: <Het zijn zielen die we willen; en het zijn zielen waar we voor gaan om hen te winnen. U bent ervan afhankelijk, dat waar sprake is van een echt, levendig getuigenis van het evangelie en zielen gered worden, daar zal ware blijdschap zijn en minder tijd voor gemeentelijke problemen>. Willen we zielen winnen? Is er een verlangen naar de behoudenis van mensen? We noemen het gewoonlijk ‘een liefde voor zielen’ – heeft iemand dit nog? De Heer verlangde naar zielen en een van die zielen was van mij. Raakt dit niet je niet-gemotiveerd zijn? Niemand van ons wil verder gaan dan wat we weten wat veilig is, ook al is het verwant aan een uitgehongerde lepra-kolonie. Maar de meesten van ons zijn in veel comfortabeler omstandigheden; en misschien houden gemak en comfort ons vast in een apathie die tot uitsterven kan leiden. Wilt u liever in uw gezellige hoekjes zitten en niets doen voor het evangelie? Of wilt u opstaan om groei te zoeken voor de Heer, waar u bent geplaatst?
Het verhaal, waarschijnlijk bekend, gaat verder en de melaatsen gaan naar het kamp van de Syriërs en vinden een onzichtbaar leger dat heeft hen geleid! Wat is hun reactie? Wat zou onze zijn? We vinden grote schatten, we genieten van de vergaderingen en conferenties, bijbellezingen en Christelijk gezelschap, we lezen uitstekende boeken en verheugen ons in het werk van anderen op de buitenlandse velden {ver-weg-gie-stan – vertaler}. Wij hebben ‘de waarheid’, een overzicht van gezonde woorden, maar wat doet u in het evangelie? De melaatsen kwamen in een fantastische zegen – we hebben de prachtige schatkamer van de christelijke waarheid, een grote zaligheid. Hun reactie was: ‘Wij doen hier niet goed aan. Deze dag is een dag met een goede boodschap en wij zwijgen erover’. U doet het niet goed als u in de dag van de blijde boodschap, de dag van de genade van God {dat is ‘nu’ dus – vertaler}, zwijgt en niets doet voor degenen die nog in nood zijn. De uitdaging van de woorden van die vier melaatsen is realiteit voor mij en ik vertrouw erop dat zij uw geweten aanspreekt om het evangelie te brengen aan hen die nog in gevaar en in nood zijn.
Edwin N Cross
Geactualiseerd 16-01-2021.
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW