20 jaar geleden

Waar gaat het over bij Pasen?

We kunnen rustig zeggen dat het bij veel mensen “nergens over gaat” bij Pasen. Zeker in ons land is Pasen een gezelligheidsfeest geworden waarbij de eitjes van onze kippen een grote rol spelen en de “Paashaas” moeten we ook vooral niet vergeten. De commercie heeft greep gekregen op de zogenaamde Christelijke feestdagen. Wat dit met het echte Pasen te maken heeft? Niets!!! Zelfs de Mattheüs-Passion kan een bedreiging voor het echte Pasen worden. De “show” van dit geestelijk spektakel – als ik me misschien voor sommigen even een beetje oneerbiedig uitdruk, neemt u mij dit dan niet kwalijk – heeft de diepte van Pasen weggedrongen.

Maar wat dan wel? Als je daar interesse in hebt en door de leegheid van het Westerse Pasen wilt heenprikken, lees dan verder. Hierbij dan een poging om er “iets zinnigs” over te schrijven.

Het gaat om Jezus Christus

Het echte Pasen vond plaats zo’n 2000 jaar geleden op een heuvel buiten Jeruzalem. Daar stond een kruis waar men Jezus Christus, de Zoon van God, onschuldig heeft gehangen.

Voor het echter zo ver was, heeft men in blinde haat zich wel eerst moeten bedienen van bedrog en “massa-hysterie”. Door valse beschuldigingen (Lukas 23:2) heeft men Hem veroordeeld tot de kruisdood. Zelfs Pilatus en Herodes moesten erkennen dat er geen schuld in deze Man was (Lukas 23:4; Lukas 23:14-15; Lukas 23:22). De hele menigte die kort daarvoor nog riep: “Gezegend Hij die komt, de koning, in [de] naam van [de] Heer!” (Lukas 19:38), riepen nu: “Kruisig Hem, kruisig Hem” (Lukas 23:21).

Het is erg druk geweest die nacht. De geestelijke leiders van het volk Israël ontpopten zich als ware vijanden van Jezus Christus; Hij, de Man waarvan Petrus zei: “Hij is [het land] doorgegaan, terwijl Hij goed deed en allen gezond maakte die door de duivel waren overweldigd, want God was met Hem” (Handelingen 10:38).

Maar daar hing Hij dan, tussen twee misdadigers in.
Waarom juist Hij? Dan was er toch wel iets mis met Hem zijn geweest, anders was dit vast niet gebeurd.

Dat klopt! Hij deed en zei ook heel andere dingen als wat ooit een mens gedaan of gezegd had. Als je bij Hem in de buurt kwam viel Zijn licht op je. Dan werd zichtbaar wie je zelf was.

Dat was er mis! Dat wilde en wil men niet, zie je. Het is immers helemaal niet leuk wanneer iemand je komt vertellen dat je niet alleen verkeerde dingen doet maar ook nog zegt dat je zelf helemaal niet deugt. Dat je eigenlijk helemaal opnieuw geboren moet worden, wil je het Koninkrijk van God binnen kunnen gaan en wat uit het vlees geboren is, vlees is (Johannes 3:5-6). Daar begrijp je toch helemaal niets van. Zelfs Nicodémus, een theoloog uit die tijd, begreep er niets van.

Hoe komt dat dan?

Dat komt omdat de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht omdat hun werken boos waren (zie Johannes 3:19-21). En Jezus Christus was dat Licht. “Dit was het waarachtige Licht, dat in de wereld komt en iedere mens verlicht. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen” (Johannes 1:9-11). Zo zit dat. Niet zo moeilijk, lijkt me. Moeilijker is het om dit te accepteren. Dat leert de geschiedenis en ook ons eigen hart weet hier wel wat van.

Het feit dat Hij tot de zijnen is gekomen, dat is zijn volk Israël, is nooit door dat volk als geheel geaccepteerd. Al het volk had immers gezegd: “Zijn bloed over ons en over onze kinderen!” (Mattheüs 27:26). Met alle gevolgen van dien. Ook dat leert de geschiedenis ons tot op de dag van vandaag. Daarom waren de leiders van dat volk ook zo druk om Hem uit de weg te ruimen. Zij wilden niet geloven dat Hij de beloofde Messias was. Helaas!

De “Onschuldige” werd veroordeeld

Pilatus, Herodes, de vrouw van Pilatus, de moordenaar naast Hem aan het kruis en de hoofdman wisten dat Hij onschuldig was. Ja, zelfs Judas erkende dat hij onschuldig bloed had vergoten. Toch is Hij veroordeeld!

“Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt. was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden” (Jesaja 53:5).

Dat was Zijn lot. Dat paste ook in zijn opdracht, namelijk het vervullen van de wil van God. Hij wilde dat ook. Hij wilde de plaats innemen van hen die schuldig waren en zijn. Zoals u, zoals jij en ik! Want wij hadden het rechtvaardig oordeel van God verdiend. “Het loon van de zonde is de dood …” (Romeinen 6:23). Is dat niet aangrijpend!!!

De diepste eenzaamheid – Van God verlaten

Het werd donker op Golgotha, helemaal duister. In die duisternis leed en stierf Jezus Christus om ons te kunnen redden van de eeuwige dood. Hij ging de diepte in. Hij onderging de “slaande hand van God” (zie Zacharia 13:6-7). Hij werd zelfs van God verlaten. Welk een lijden was dat voor Hem Die geen zonde gekend heeft noch gedaan. Er is geen grotere eenzaamheid te bedenken noch te ervaren dan die, waar onze Heer en Heiland mee werd geconfronteerd. In deze duisternis raakte het Hem zó diep dat Hij met luide stem riep: “Eli, Eli, lemá sabachtháni? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten” (Mattheüs 27:45-46).

Dit overkwam Hem niet in die zin dat Hij dat niet wist. Hij wist alles, ook dat dit zou komen. Door lijden heen tot heerlijkheid. Dat was Zijn weg. Hij zei op verschillende plaatsen – nog vóór het kruis – dat Hij veel lijden moest. Hij wist hoe ver dit zou gaan. Toch haakte Hij niet af. Hij heeft alles volbracht (zie: Lukas 9:22; 17:25; Mattheüs 16:21; Markus 8:31; Handelingen 17:3; Johannes 19:30).

Als wij ons misschien eens eenzaam voelen, is het goed om ook eens aan Hem te denken. Dat geeft moed. Want zover Hij heeft moeten gaan, zullen wij nooit hoeven, en ook niet kunnen, gaan. Het is – hoewel dit misschien heel moeilijk voor ons te aanvaarden is – ook zeer wel mogelijk dat we onze eenzaamheid aan ons zelf te danken hebben. Dat was niet zo bij Hem.

Bovendien kon geen mens Hem volgen; was Hij ook van elk menselijke steun ontdaan. Er was niemand die Hem troostte. Deze gevoelens van Hem vinden we – onder andere – terug in de Psalmen.

Alles was tegen Hem!!! “Voor mijn liefde, staan zij mij tegen” (Psalm 109:4).

Dit is dus iets van het echte Pasen. Hij werd geslacht voor onze zonden. Hij is het ware Paaslam. Het Lam van God. God had Zichzelf voorzien in een Lam � Zijn eigen Zoon. Wat is er groter dan dit?

“… Want ook ons Pascha, Christus, is geslacht” (1 Korinthe 5:7)
“… als een lam werd Hij ter slachting geleid …” (Jesaja 53:7).

Maar hier bleef het niet bij …

Lees eerst Lukas 24:13-35.
Om daar iets van te zien gaan we even op bezoek bij twee mannen uit Emmaüs en lopen we even met hen mee. Het is overigens heel verkwikkend om samen te wandelen. Nog veel meer wanneer de harten vervuld zijn met dezelfde dingen, met Dezelfde Persoon. Doe dit maar eens, en laat die auto nu eens eventjes staan. Loop een afstandsroute of zoiets. Die zijn er genoeg, zowel in ons land als daarbuiten. We zijn dit soort wandelingen misschien wel verleerd. Ook nu kan je hart nog gaan branden.

De twee mannen zijn helemaal van de kaart. Zij verlaten nu Jeruzalem.
Het is de eerste dag van de week. Ze praten samen over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar van gedachten wisselen, komt Jezus Zelf bij hen. Ze herkennen Hem niet, want hun ogen werden daarvoor gesloten. Ik denk van bovenaf. Soms is dat nodig.
Maar ook teleurstelling, bitterheid, zorg en twijfel, zorgden ervoor dat Kléopas en zijn metgezel geheel onvoorbereid waren de Heer te ontmoeten. Ze houden Hem voor een onwetende vreemdeling.
De vreemdeling vraagt hen waarover ze het met elkaar hebben.
Dit moeten ze toch wel even verwerken en blijven daarom bedroefd staan. Dat kun je ook doen als je loopt, hè? Je hoeft dan niet eerst je auto ergens te parkeren, maar kunt direct reageren op de situatie.

Het lijkt haast wel dat één van de twee mannen, Kléopas, een beetje geïrriteerd is. “Bent U alleen een vreemdeling in Jeruzalem dat U de dingen niet weet die daar deze dagen zijn gebeurd?”, vraagt hij. Maar Jezus zegt dan: “Wat dan?”. Hij interesseert Zich voor hun droefheid en weet hun vertrouwen te winnen – dat voelen ze – zodat zij voor Hem hun hele hart uitstorten.

Dan gaan ze los.

Zij vertellen Hem dan over Wie en wat zij spraken. Het ging over Jezus de Nazaréner, die profeet was en krachtig in werk en woord voor God en al het volk was. Hoe hun overpriesters en oversten Hem overgeleverd hebben tot [het] doodvonnis en Hem hebben gekruisigd. Ze vertellen Hem dan dat zij hoopten dat Hij het was die Israël zou verlossen. Die hoop had echter een flinke knauw gekregen want het was nu al de derde dag sinds dit is gebeurd.
Ook verhalen zij Hem van enkele vrouwen die hen hevig hadden doen ontstellen. Deze vrouwen waren vroeg bij het graf geweest en hadden zijn lichaam niet gevonden; bovendien hadden die vrouwen een verschijning gezien, die zeiden dat Hij leeft. Dit hebben sommigen van ons gecontroleerd en het klopte; maar Hem zagen zij niet (vers 19-24).

Een heel relaas. Ze struikelen bijna over hun woorden. Het is ook allemaal wel heel fantastisch.

Dan eindelijk zijn zij bereid, naar Hem te luisteren, en Hij opent hen de Schriften. Nu is het de beurt van de Vreemdeling. We horen Hem zeggen: “O, onverstandigen en tragen van hart in het geloven van alles wat wat de profeten hebben gesproken! Moest de Christus dit niet lijden, en [zo] Zijn heerlijkheid ingaan? En te beginnen met Mozes en alle profeten legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond” (vers 25-27).
Het licht van de Schriften van het Oude Testament vermeerdert bij hen het verlangen nog meer erover te horen. Ze nodigen Hem uit bij hen te blijven. Ja, alleen Zijn tegenwoordigheid kan de dorst van hun verlangende harten te lessen: “Blijf bij ons!”
Dat konden ze nog uitbrengen na deze adembenemende woorden van de Opgestane. Ja, de vreemdeling deed alsof Hij verder wilde gaan. Hij drong Zich niet op. Dat doet Hij ook nu nog niet.

Op weg naar hun dorp begeleidde hen de Heer Jezus, maar ze waren geheel onbekwaam Hem te herkennen. Alle hoop voor Israël scheen ingestort te zijn, en bij de begrijpelijke teleurstelling voegde zich bitterheid, zorg en twijfel, zodat Kléopas en zijn metgezel geheel onvoorbereid waren de Heer te ontmoeten. Ze houden Hem voor een onwetende vreemdeling. Maar Hij interesseert Zich voor hun droefheid en wekt met woorden van genade en gunst hun vertrouwen op, zodat zij voor Hem hun hele hart uitstorten.

Het was zeker niet Zijn wil dat ze zich van Jeruzalem hadden verlaten, maar Hij maakt hen geen verwijt dat ze weg waren gebleven van de samenkomst in de bovenzaal. De macht van Zijn genade is genoeg om de behoefte daarnaar in hen op te wekken. Ze hadden heerlijke dingen gehoord, en door het breken van het brood had Hij Zich aan hen in liefde en genade geopenbaard, zodat zij erkenden dat Hij de Opgestane was (vers 28-31). Hij, die eerst voor hen een Vreemdeling was.
Maar nu komen ze tot de uitroep: “Was ons hart niet brandende in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak, en ons de Schriften opende?” (vers 32).
Zo gaat dat wanneer de Heer onderweg tot ons spreekt. Dan worden onze harten warm. Ook nu nog. Laten we daarom veel naar Hem luisteren.

Het broodbreken was voor hen niet alleen een ceremonie maar een handeling en een getuigenis dat hen aan de instelling van het avondmaal herinnerde. Erkennen ook wij, wanneer wij samenkomen om brood te breken, onze Heer en Zijn tegenwoordigheid, zodat wij zeggen kunnen: “Wij hebben de Heere gezien!”

We zien dus uit deze geschiedenis dat het niet afgelopen was met die Vreemdeling. Nee, Hij is opgestaan uit de dood. Hij leeft! Hij, het Lam van God, De Zoon van God Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. Ook dat hoort bij Pasen. Is dat niet wonderbaar!!
Wij nu geloven in “God die Jezus onze Heer uit [de] doden heeft opgewekt, die overgegeven is om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging” (zie Romeinen 4:25).

Maakt dit niet van Pasen een ernstige aangelegenheid. Daarbij past toch eerbied maar … ook gepaste vreugde!

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan,
de Zoon van God is opgestaan.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW