“Kretenzen zijn altijd leugenaars, kwade beesten, luie buiken”
In deze brief citeert de apostel Paulus hier de Cretenzer Epimenides. Deze filosoof en staatsman had de moed het algemene karakter van zijn eigen volk op deze wijze te brandmerken. Het is ongetwijfeld goed en juist voor hoge morele normen te staan. Maar de vraag of Epimenides dit op ook zichzelf toepast blijft onbeantwoord. Hij was tenslotte zelf een Cretenzer!
Wie een scherp gevoel voor de tekortkomingen van anderen heeft, ziet vaak die van zichzelf niet. Vervolgens heeft men strenge oordelen over andere mensen zonder te erkennen dat men in principe in zichzelf niet beter is.
Over dit onderwerp schrijft de apostel Paulus in de Romeinenbrief hele duidelijke woorden, die hierop betrekking hebben (Rom. 2:1-4).
1. “Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. 2. En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen. 3. En u, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen? 4. Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?” {HSV}.
Turning-point
Toen Paulus een trotse, zelfingenomen Farizeeër was, werd hij geleid door zulke emoties. Maar bij Damascus herkende hij zijn zondigheid en had berouw naar God. Dat was het punt van omkeer in zijn leven en denken. In het licht van God realiseerde hij zich wat hij aan het doen was en oordeelde zichzelf (verg. Hand. 22:1-11). Iedereen die dingen met God in orde wil brengen, moet tot dit punt komen.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW