Handelingen 16 vers 31
George Henry Cavell overleefde het zinken van de Titanic. Er wordt hem het volgende rapport toegeschreven, dat ook schriftelijk is gepubliceerd:
<<Ik was een zorgeloze zondaar aan boord toen de Titanic ten onder ging. En met honderden anderen bevond ik me in het koude, donkere water van de Atlantische Oceaan. Ik kreeg iets te pakken en klampte mij daaraan vast om mijn leven te redden. Het geklaag van allen om me heen die dreigden om te komen, klonk in mijn oren toen een man naar mij toedreef en riep: ‘Is je ziel gered?’ Ik zei: ‘Nee, dat is ze niet’. Als antwoord kwamen de woorden: ‘Geloof in de Heer Jezus Christus en u zult gered worden’. We dreven van elkaar weg, maar toen kwamen we weer dichter bij elkaar.
‘Is je ziel gered?’, riep hij. ‘Ik ben bang van niet’. ‘Als je in de Heer Jezus Christus gelooft, zal je ziel gered worden’. Toen werden we weer door de stroming gescheiden. Ik hoorde hoe hij deze boodschap naar anderen toeriep, toen ze in het water ondergingen en zo de eeuwigheid ingingen. Daar, in die tijd, met twee mijlen water onder mij, heb ik in mijn wanhoop naar Christus geroepen om mij te redden. Ik geloofde – en ik werd gered”.>>
De man die in de laatste uren van zijn leven het evangelie predikte, was de ijverige voorganger John Harper. In de laatste uren van zijn leven worstelde deze man ook met onsterfelijke zielen, en is daarin voor ons – vaak trage christenen – een waarachtig voorbeeld geworden.
Bron: “The Titanic’s Last Hero” door Moody Adams.
Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 12.04.2012.
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW