2 jaar geleden

Tegenstellingen – Eens en nu (12)

“En toen Hij {dat is Jezus} in de verte een vijgenboom zag die bladeren had, ging Hij [kijken] of Hij daar misschien iets aan zou vinden; en daarbij gekomen vond Hij niets dan bladeren” (Mark. 11:12,13).
“Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt” (Joh. 15:8).

Onvruchtbaar en veel vrucht

Het feit dat de Heer Jezus honger had en niets te eten vond aan een vijgenboom is niet louter een nuchter verslag van Zijn eetgewoonten. In plaats daarvan neemt Hij een beeldspraak over die in het Oude Testament vaak werd gebruikt: De mens is voor God als een boom zonder vruchten. Zoals een vijgenboom zonder vijgen de honger van de Heer Jezus niet kon stillen, zo kan de mens God absoluut niets brengen dat Hem zou kunnen bevredigen. God noemt hem zelfs “onvruchtbare” (Jes. 54:1). Veel mensen proberen hun zonden goed te maken door hun werken om zo God te behagen en een plaats in de hemel te verdienen. Maar al deze pogingen zijn tot mislukken gedoemd. In de toestand waarin de mens als zondaar voor God staat, kan hij God onmogelijk behagen.

Hoe komt het dan, dat de Heer Jezus spreekt van “veel vrucht”? Hij heeft het hier over de mensen die een levende relatie met Hem hebben. Zij hebben zich met hun zondeschuld tot Hem omgekeerd en zijn daardoor geheel nieuwe mensen geworden. Door het nieuwe leven dat zij hebben ontvangen, zijn zij nu in staat om vrucht te dragen voor God. Zij hebben nu het diepe verlangen en de kracht om Gods wil te kennen en te gehoorzamen. Wanneer zij bijvoorbeeld God danken voor wat Hij heeft gedaan en de goede eigenschappen van de Heer Jezus in hun leven navolgen, wordt God daardoor geëerd en verheerlijkt. Maar zonder berouw en bekering is elke poging om God te behagen zinloos en hopeloos.

Probeert u ook nog steeds God te behagen door uw eigen goede werken, zonder een levende relatie met Hem te hebben?

 

Alexander Schneider; www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 22.04.2022.

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW