4 jaar geleden

Psalm 26

“… in de samenkomsten zal ik de HEERE loven” (Ps. 26:12).

Het gebed “Doe mij recht, HEERE!” komt vijf keer voor in het Oude Testament – vier keer in de Psalmen en één keer in de Klaagliederen [1]. De dichters die dit gebed opzonden, toonden een geest die heel anders was dan de geest van onze tijd. “Vigilante gerechtigheid”, het recht in eigen handen nemen, is de laatste jaren sterk in de mode. De dichter verwachtte echter zijn gerechtigheid van de Here God. De reden waarom hij ervoor pleit, is niet gering te achten. Het omvat niets minder dan zijn hele innerlijke en uiterlijke leven.

Met de woorden “Beproef mij, HEERE, ja, stel mij op de proef, toets mijn nieren en mijn hart”, spreekt hij over zijn innerlijke mens. In zo’n context beschouwt de Schrift de nieren als de zetel van de gevoelens en het hart als de zetel van de overleggingen.

Dan vertelt de dichter over zijn uiterlijke activiteiten en noemt hij zijn ogen, zijn handen, zijn voeten, en hij wijst naar zijn mond met de woorden: “… om een loflied te doen horen” (vs. 7).

De inhoud van deze Psalm is 100% alleen van toepassing op de Heer Jezus. We lezen over Hem, dat Hij ons Zijn voorbeeld heeft nagelaten, opdat we Zijn voetstappen navolgen; “Hij, die geen zonde heeft gedaan en geen bedrog werd in Zijn mond gevonden, die als Hij uitgescholden werd, niet terugschold, als Hij leed, niet dreigde, maar Zich overgaf aan Hem die rechtvaardig oordeelt; die Zelf onze zonden in Zijn lichaam heeft gedragen op het hout …” (1 Petr. 2:21–24).

Laten we Hem óók vandaag in de samenkomsten loven.

NOOT VERTALER:
1. In klaagliederen 3:59 en Psalm 54:2 (HSV) staat het als volgt: “verschaf mij recht”.

 

© www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 15.11.2011.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW