4 jaar geleden

Psalm 121

Lezen: Psalm 121

Ik hef mijn ogen op

Een pelgrimslied1

Hulp van God

Taalkundigen die de oorspronkelijke tekst kennen, zeggen dat het eerste vers van deze psalm ook als een vraag gesteld zou kunnen worden: “Zal ik mijn ogen opslaan naar de bergen? Vanwaar zal mijn hulp komen?” Het antwoord op deze vraag dat gegeven wordt in vers 2: “Mijn hulp is van de HEERE”, is in overeenstemming met Jeremia 3 vers 23, waar we lezen: “Voorwaar, tevergeefs verwacht men het van de heuvels, en de menigte van de bergen. Voorwaar, in de HEERE, onze God, is het heil van Israël.”

Hoe het ook zij, het is duidelijk dat onze ogen op God gericht moeten zijn en niet op de bergen. Hij is de God van de bergen en woont er boven (verg. 1 Kon. 20:28).

Door de eeuwen heen had God een volk op aarde gehad in degenen die Hem vrezen. De betrekkingen waarin de gelovigen van de verschillende tijdperken met God stonden waren inderdaad anders, maar deze mensen waren allemaal Zijn eigendom. Abraham was de vriend van God, Israël was Zijn afgezonderde volk, en degenen die nu tot Zijn gemeente behoren, zijn Zijn kinderen, die Hem in Christus kennen als hun Vader.

Onze “Bewaarder”

In deze psalm wordt de Heer driemaal “de Bewaarder” genoemd. Zijn naam “HEERE” komt vijf keer voor. Hij is het die hemel en aarde heeft gemaakt. Hij is de Almachtige. Wat ter wereld kan Hem ervan weerhouden de Zijnen te hulp te komen?

Als we denken aan onze fysieke, materiële en vooral geestelijke behoefte aan hulp bij alle dingen, waarderen we het als een groot voorrecht om zo’n Toevlucht te mogen kennen. In de dingen van dit leven hebben we vooral Zijn hulp nodig en in geestelijk opzicht hebben we in een wereld vol gevaar Zijn bewaring.

Er wordt hier van de Bewaarder van Israël gezegd, dat Hij niet sluimert of slaapt. Dat kan niet van ons gezegd worden. Hoe vaak worden we in de Schrift toegeroepen: “Waakt!” En dan is het zeker heel nodig om dat te doen.

Onze Bewaarder sluimert en slaapt niet. Hij die voor ons stierf, leeft nu voor ons. Daar in de hemel zet Hij Zijn dienst voor ons ononderbroken voort. Als onze voet voor struikelen bewaard wordt, is dat omdat onze Bewaarder niet sluimert, maar Zijn waakzaam oog op ons gericht houdt.

De Heer zal u bewaren voor alle kwaad

Als je de laatste drie verzen van deze Psalm leest, zou je kunnen denken, dat de gelovige van vandaag ook voor alle kwaad wordt bewaard. Maar dat is niet het geval.

Maar we mogen vasthouden aan het feit, dat deze verzen ook “door God ingegeven” zijn. Gelovigen hebben door de eeuwen heen – zowel uit het Oude als uit het Nieuwe Testament – troost en bemoediging ontvangen. We vinden in elk deel van de Schrift dezelfde God. We moeten wij erop acht geven, aan wie de beloften daarin zijn gericht.

De Psalmen zijn bijvoorbeeld primair gericht tot Israël. De laatste drie verzen zullen voor dit volk werkelijk in vervulling gaan, wanneer het vrederijk van Christus gevestigd zal zijn. Dan zal geen enkele inwoner van het land zeggen: “Ik ben ziek” (verg. Jes. 33:24) of “Ik heb gebrek”. Dan zal geen kwaad de mensen meer raken. In plaats daarvan zal “ieder zijn naaste uitnodigen onder de wijnstok en onder de vijgenboom” (Zach. 3:10). Dan zal de Heer hen “bewaren voor alle kwaad”. Dit ontkracht op geen enkele manier de grote waarheid, dat God onze Vader is. Zelfs als nu niet al het kwaad van Zijn kinderen wordt weggehouden, is één ding zeker: onze Vader weet wat nodig is voor onze opvoeding of tuchtiging, om een ​​vreedzame vrucht van gerechtigheid voort te brengen. In het lijden ervaren we het medegevoel van Zijn Vaderhart.

NOOT:
1. Psalm 120-134 worden pelgrimsliederen-liederen genoemd. Ze worden zo genoemd, omdat ze bij bepaalde gelegenheden werden gebruikt en bepaalde progressieve processen markeerden, zoals de terugkeer van de gevangenen uit Babylon. In deze psalmen vinden we inderdaad het steeds groeiende besef, dat de pelgrims hun thuisland, hun rustplaats, naderen. Maar deze bevrijding uit Babylon en de terugkeer in de tijd van de Kores zijn slechts een voorbeeld van de toekomstige terugkeer van Israël uit zijn huidige verstrooiing. Daarom stemmen deze pelgrimsliederen-liederen overeen met de omstandigheden en gevoelens van het overblijfsel in de laatste dagen tot het moment waarop ze worden bevrijd en in de rust van het Koninkrijk worden ingevoerd. J.N.D.]

 

J.A.V. © www.haltefest.ch

Jaargang: 1961 – bladzijde: 321.

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW