“Maar toen zij in hun benauwdheid tot de HEERE riepen, leidde Hij hen uit hun angsten. Hij brengt de storm tot stilte, zodat hun golven zwijgen. Dan zijn zij verblijd, omdat de wateren gestild zijn en Hij hen naar de haven van hun wens leidde”.
Dick had een opvliegend karakter, waardoor hij zijn familie veel problemen had gegeven. Hij had één grote passie: de zee. Zo nam hij een baan aan op een vissersboot en zeilde jarenlang over de oceanen. Zijn kameraad, Tom, had vaak bij vele gelegenheden geprobeerd met hem te spreken over Jezus Christus, maar tevergeefs.
Op een nacht brak een storm los op de open zee. Dick en Tom stonden aan het roer. Er was slechts één ding wat zij konden doen: in de volgende haven aankomen. Echter een machtige golf sloeg over het schip die Tom in de woeste zee meetrok.
In dergelijke ontketende elementen van de natuur was het onmogelijk om een menselijk wezen te zoeken en te vinden. Dick kon alleen met alle macht vasthouden aan de helmstok om te proberen de kust te bereiken in een wanhopige strijd tegen de wind en het water.
De uren die hij in het pikkedonker doorbracht op zoek naar een glinstering van licht aan de horizon, leek hem wel een eeuw te duren. In de ijzige kou met de schuimvlokken die tegen zijn gezicht vlogen, deed hij iets wat hij nog nooit eerder gedaan had; hij riep het uit: “O God, help mij!”
Later vertelde hij: “Er gebeurde iets opmerkelijks. De roerpen (pen waarom het roer kan draaien) bewoog veel gemakkelijker, alsof iemand met een ferme hand het roer bediende. Het schip was makkelijker op koers te houden. Toen ging de storm liggen, en waren we in de vaargeul. Ik wist dat God Zelf mij te hulp was gekomen”.
Dick’s leven veranderde radicaal. Hij sprak vrijmoedig van de Stuurman, die hem naar de haven had geleid.
© The Good Sead
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW