1 jaar geleden

Prediker 3 vers 1

“Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel.”

 

‘Er is weer een jaar voorbij …’. ‘De tijd gaat zo snel’. Hoe vaak zeggen we dat niet. Onze tijd hier op aarde is maar kort (zie 1 Kor. 7:2). De vraag is: Wat doen we ermee? Als we geld of middelen verspillen, kunnen we het terugkrijgen. Maar niet zo met tijd! Verspilde tijd kan nooit meer worden teruggewonnen! Als wij zouden terugkijken op het afgelopen jaar en zouden evalueren hoe wij onze tijd hebben besteed, wat zou dan onze conclusie zijn? Hebben we het voor onszelf besteed of hebben we (een deel van) de tijd besteed ten bate van anderen? Hebben we onszelf gediend of hebben we God gediend? De apostel Paulus kon over bepaalde gelovigen schrijven, dat zij bekend stonden om het feit dat zij de levende en waarachtige God dienden (1 Thess. 1:9).

We zouden ons een andere vraag kunnen stellen die verband houdt met dit onderwerp van tijd: ‘Wie bepaalt eigenlijk onze tijd?’ De schrijver van het lied kon zeggen: “Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand; en hoe zij mogen zijn.” Wat een troost is dit! Wat er ook gebeurt in ons leven, we mogen weten dat hun die God liefhebben, “alle dingen medewerken ten goede” (Rom. 8:28).

Als we terugkijken, moeten we misschien concluderen, dat onze tijd misschien niet altijd zo verstandig is besteed als had gekund … Maar zolang we hier zijn, is er nog wat tijd voor ons. Laten we wijs wandelen, “terwijl u de geschikte gelegenheid ten volle uitbuit” (Ef. 5:16). Laten we onze tijd hier gebruiken tot Zijn heerlijkheid, wetende dat Hij weet wat het beste voor ons is!

 

Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand

 

1.
Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand;
ik wens niet anders meer;
‘k vertrouw aan U mijn leven toe,
aan U alleen, o Heer.

2.
Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand;
en hoe zij mogen zijn,
U weet wat ’t beste voor mij is,
’t zij nacht of zonneschijn.

3.
Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand;
ik vrees niet, want ik weet:
mijns Vaders hand veroorzaakt nooit
Zijn kind onnodig leed.

4.
Mijn tijden, Heer, zijn in Uw hand;
ik rust nu in Uw trouw
tot ik dit aards toneel verlaat
en Uw gelaat aanschouw.

* * *
William F. Lloyd (1791-1853)
Lied 198: Geestelijke Liederen

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW