Nehemia 9 vers 38; hoofdstuk 10 en 13
Leidend vers: Nehemia 9 vers 38
“Op grond van dit alles sluiten wij een vaste overeenkomst en stellen die op schrift, met het zegel van onze vorsten, Levieten en priesters” (Neh. 9:38)
Lees Nehemia 9 vers 38; hoofdstuk 10 en 13
Inhoud
- Inleiding
- Wat we ons moeten realiseren:
1. We hoeven op geen enkel punt te falen
2. Het is heel goed mogelijk voor ons om op sommige punten te falen
3. We moeten ons intensief bezighouden met wat centrale problemen van mislukking in ons leven kunnen worden - Drie gebieden van onze verantwoordelijkheid:
1. eerste centrale punt: verbindingen
2. tweede centrale punt: tijd
3. derde centrale punt: bezittingen
Inleiding
Januari is dé maand waarin we de meeste goede voornemens die we voor het nieuwe jaar hebben gemaakt, verbreken. Voordat de eerste maand van het nieuwe jaar voorbij is, is onze “frisse start” alweer verleden tijd. Ons voornemen om tien minuten per dag te joggen is veranderd in “tien minuten per week joggen.” Ons voornemen om een pond per week af te vallen is veranderd in: “Niet aankomen”. Ons voornemen om een uur eerder op te staan om meer tijd met de Heer door te brengen hebben we veranderd in “vijf minuten toewijding” op een bepaald moment van de dag, en alleen als er niets “belangrijkers” tussendoor komt!
Als mensen hebben we gewoon de neiging om met alle goede bedoelingen te falen. En als christenen in de groei zijn we hier ook niet immuun voor. Onze goedbedoelde plannen voor meer discipline en effectiviteit in ons leven als christen zijn vaak niet meer dan “alleen maar plannen”! Hoe ontmoedigend! Wat is het antwoord?
Wat we ons moeten realiseren!
Het antwoord, dat de Schrift ons geeft, kan in de volgende punten worden samengevat:
- We hoeven op geen enkel punt te falen.
- Maar het is heel gemakkelijk voor ons om op sommige punten te falen.
- Daarom moeten we goed kijken naar wat de centrale problemen van mislukking in ons leven kunnen worden.
1. We hoeven op geen enkel punt te falen
De Bijbel leert, dat wanneer iemand christen wordt, hij een volledig nieuw leven in Christus ontvangt (2 Kor. 5:17). De kracht van het nieuwe leven is de Heilige Geest, die in elke gelovige woont (1 Kor. 6:19). Daarom is de christen ook in staat om niet te zondigen (Rom. 6:11-13; 8:9-12). We weten ook uit de Schrift, dat God ons niet boven onze macht beproeft. 1 Korinthe 10 vers 13 verzekert ons, dat er geen situatie kan zijn die we niet aankunnen. Er kunnen heel moeilijke situaties zijn, maar de Christen hoeft in geen enkele situatie te zondigen of te falen.
2. Het is heel goed mogelijk voor ons om op sommige punten te falen
Het tweede deel van het antwoord is even waar voor elke christen. We zijn niet volmaakt – nog niet! Velen van ons willen het niet toegeven! We hoeven niet te zondigen, maar het is heel heel goed mogelijk om dat wel te doen. Jakobus zegt: “We struikelen allemaal vaak” (Jak. 3:2). Hoewel we in Christus nieuw leven hebben, is de oude natuur nog steeds in ons. De zonde is nog steeds aanwezig in ons sterfelijke lichaam, ook al is het sinds Golgotha een verslagen vijand. We zijn pas volledig vrij van zonde als we bij de Heer zijn. Pas dan zullen we volmaakt zijn (1 Joh. 3:2; Rom. 8:23). In de tussentijd moeten we er alles aan doen om niet te zondigen (Hebr. 12:1; Rom. 6:15-19) en om ons te onderwerpen aan de leiding van de Heilige Geest (Gal. 5:16-18; Rom. 8:1-4). En hoe zit het met de zonden die we nog steeds begaan? Die belijden we aan de Heer. Belijdenis brengt de beloofde reiniging (1 Joh. 1:9; 2:1)[1].
3. We moeten ons intensief bezighouden met wat centrale problemen van mislukking in ons leven kunnen worden
De reden voor het derde deel van het antwoord is heel praktisch. Zonden hebben een sneeuwbaleffect! Als we op één gebied falen, duurt het niet lang voordat we ook op andere gebieden falen. Daarom moeten we naar de sleutelgebieden kijken – dit zijn gebieden die het brandpunt van falen kunnen worden. Als zonden en mislukkingen ruimte innemen in deze sleutelgebieden, worden ze groter en groter. Het resultaat is soms een leven vol mislukkingen.
Drie gebieden van onze verantwoordelijkheid
Er zijn drie basisgebieden waarop een groeiende christen volledig voor zijn Heer zou moeten staan. We zullen deze gebieden onze verbindingen, onze tijd en onze schat noemen. Dit klinkt als een onbeduidend onderwerp van een korte prediking, maar het is helemaal niet onbeduidend.
De verbindingen hebben te maken met onze vrienden- of familiekring; de tijd heeft te maken met onze prioriteiten; en de schat heeft te maken met onze bezittingen. Als deze basisgebieden niet echt de hoofdpunten van onze toewijding blijven, dan kunnen ze de hoofdpunten van mislukking worden.
De bijbelteksten die we hebben gekozen uit het boek Nehemia benadrukken hoe belangrijk het is om toegewijd te zijn op deze drie gebieden. Nehemia heeft voor ons de gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël aan het einde van het Oude Testament opgetekend. Hij motiveerde het Joodse volk, dat uit de Babylonische gevangenschap naar hun vaderland was teruggekeerd, om de muur van Jeruzalem te herbouwen (Neh. 1-6). Nadat de muur voltooid was, brak er een tijd van grote vreugde en opwekking aan onder het volk van God (Neh. 7-9). De opwekking vond niet alleen plaats omdat het volk was teruggekeerd naar hun land, maar ook omdat deze terugkeer gekoppeld was aan een geestelijke terugkeer naar de God van de vaderen. In Nehemia 9 vers 38 zien we, dat de leiders van Gods volk een “voornemen voor het nieuwe jaar” formuleerden: Ze zouden de Heer voortaan trouw volgen. In hoofdstuk 10 lezen we, dat niet alleen de leiders hieraan deelnamen, maar dat het hele volk dit voornemen ter harte wilde nemen – ook de jongeren (Neh. 10:28,29)! Wanneer we de laatste helft van hoofdstuk 10 bestuderen, zullen we ontdekken dat de drie gebieden waarop zij toewijding beloofden betrekking hadden op hun “verbindingen” (Neh. 10:30), hun “tijd” (Neh. 10:31) en hun “schat” (Neh. 10:32-39).
In Nehemia 13 waren er minstens twaalf jaar verstreken sinds dit voornemen. Gedurende de tweede helft van deze tijd was Nehemia weg uit Jeruzalem om aan zakelijke verplichtingen te voldoen. Toen hij terugkeerde, was de situatie drastisch verslechterd. De drie centrale punten van dit voornemen waren centrale punten van mislukking geworden.
1. Eerste centrale punt: verbindingen
In Nehemia 10 vers 30 en 31 beloofde Israël geen huwelijken aan te gaan met naburige heidenen. Ze wilden zuiver blijven in hun relaties. In Nehemia 13 vers 23-28 lezen we dat het volk hun belofte had gebroken. Het resultaat: de kinderen uit deze gemengde huwelijken werden besmet door de omringende cultuur (Neh. 13:24). Zelfs de hogepriesterlijke familie was er niet langer vrij van (Neh. 13:28).
De toepassing van deze dingen op een groeiende christen is vrij duidelijk. 2 Korinthe 6 vers 14 vertelt ons dat we niet “in een ongelijk juk met ongelovigen” moeten zijn. Een huwelijk met een ongelovige leidt tot jarenlange problemen. Het gezin is dan niet op Christus gericht en de kinderen worden besmet door de wereld om hen heen. Een “ongelijk juk” wordt een belangrijk punt van mislukking. God kan in Zijn wonderbaarlijke goedheid in deze situatie ingrijpen en de brokken lijmen, maar er blijft een litteken achter.
Het Woord van God over het huwelijk is heel duidelijk en we moeten dat Woord gehoorzamen. Toewijding op het gebied van relaties kan zeker worden toegepast op andere gebieden dan het huwelijk, maar omdat het huwelijk een cruciaal onderdeel van ons leven is, willen we er zeker van zijn, dat we op dit gebied volledig toegewijd leven. Als we hier falen, kan dat gevolgen hebben voor ons hele leven. De drastische maatregelen die Nehemia nam (verg. Neh. 13:25) laten ons de ernst van dit falen zien. De vermelding van koning Salomo en zijn plaats voor God (verg. Neh. 13:26) laat ons zien, dat de volwassen christen ook kwetsbaar is. Zijn uw eigen verbindingen hier en nu een middelpunt van uw toewijding?
2. Tweede centrale punt: tijd
In Nehemia 10 vers 32 belooft het volk, dat ze God op de eerste plaats zullen zetten wat betreft hun tijd. Elke zevende dag en elke feestdag moest worden gereserveerd voor aanbidding en dienst aan de Heer. Deze tijd zou niet gebruikt mogen worden voor het kopen of verkopen of voor hun eigen dingen. De Heer zou absolute prioriteit moeten hebben. In Nehemia 13 vers 15-22 zien we, dat Israël op dit punt faalde. De sabbatdag was net als elke andere dag geworden. In plaats van de tijd voor aanbidding te gebruiken, gebruikten de mensen hem voor zichzelf: om te werken en te kopen en verkopen. Dit was een ommekeer in hun prioriteiten!
Maar hoe zit het met onze prioriteiten? Is God de eerste prioriteit in onze tijdsplanning? Laten we eerlijk zijn. Wanneer we de Heer niet de eerste prioriteit geven met betrekking tot onze tijd, dan zullen we Hem niet veel aandacht schenken. Net als in de tijd van Nehemia zullen er vandaag de dag veel activiteiten zijn waarin we de tijd verspillen die aan de Heer toebehoort. Beetje bij beetje zal Hij uit onze drukke agenda’s verdwijnen. Verkeerde prioriteiten worden de kern van ons falen. Onze Heer Jezus beloofde voor ons te zorgen en ons alles te geven wat we absoluut nodig hebben (Matth. 6:25-34; vooral vs. 33) – als we God de hoogste prioriteit geven. Ons probleem is, dat we niet tevreden zijn met wat de Heer ons geeft. Veel te veel tijd wordt verspild aan het “kopen en verkopen” van dingen die we niet echt nodig hebben. We moeten onze prioriteiten op orde krijgen. Onze tijd moet een belangrijk onderdeel zijn van onze toewijding, want anders blijft er gewoon niets over voor de Heer.
3. Derde centrale punt: bezittingen
In Nehemia 10 vers 32-39 verklaart het volk Israël, dat ze altijd een deel van hun bezittingen aan het werk van de Heer zullen geven. Ze beloofden trouw de tienden terug te geven van alles wat de Heer hen had gegeven. Deze gift moest altijd het eerste deel van hun inkomen omvatten – niet alleen wat er over was van hun zakgeld. In Nehemia 13 vers 10-14 lezen we, dat het volk van God ook op dit gebied faalde. De tienden en offers werden niet naar de tempel gebracht en ook niet aan de priesters en andere dienaren van de Heer gegeven. De Levieten, die verantwoordelijk waren voor het meeste werk in de tempel, werden gedwongen om over te stappen op wereldlijk werk (Neh. 13:10). Nalatigheid op dit gebied van hun “schat” had ervoor gezorgd, dat het volk op dit gebied faalde.
En dit kan ons vandaag ook overkomen. Het juiste gebruik van onze “schat” voor de Heer moet een hoofdpunt van onze toewijding zijn. We moeten onszelf de discipline opleggen om te geven aan het “werk van de Heer.” We moeten het voorbeeld van 1 Korinthe 16 vers 2 volgen: De Korinthiërs zetten elke week een deel van hun geld opzij voor de Heer. Dit is gedisciplineerd en gepast geven en het zou een groeiende christen moeten kenmerken wat betreft al zijn bezittingen. Het is een zwak excuus voor een christen om te zeggen: “Ik geef geen deel aan de Heer, want alles wat ik bezit is van de Heer! Wanneer we niet beginnen te rekenen met potlood en papier, zal ons christelijk geven uiteindelijk op niets neerkomen. Dan zal het niet lang duren voordat het werk van God op een bepaald punt wordt aangetast. Moge God ons helpen zodat onze bezittingen geen brandpunt van mislukking worden!
In hoofdstuk 13 neemt Nehemia drastische maatregelen om deze gebieden van mislukking te corrigeren. Dit voegt nog een stukje toe aan de prachtige karakterbeschrijving die we van Nehemia hebben. En we leren hieruit, dat we drastische maatregelen moeten nemen om deze drie basisgebieden van toewijding te “ontwikkelen.”
Voordat de eerste maand van het nieuwe jaar voorbij is, zullen we waarschijnlijk falen in sommige van de “kleine” voornemens die we voor het nieuwe jaar hebben gemaakt. We moeten ervoor zorgen, dat de drie “grote” gebieden niet het middelpunt worden van onze mislukkingen.
David Roderick Reid; © SoundWords
Online in het Duits sinds: 01.01.2001; geactualiseerd: 01.01.2024
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW