“En Hij zei tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal”.
“Uw geloof heeft u behouden” (6)
Op Zijn weg naar het huis van de overste van de synagoge en zijn stervende dochter stond Jezus plotseling stil om de nodige hulp aan die vrouw te geven die al jaren zo geleden had. Toen zij Hem “de hele waarheid” vertelde, ontving zij de volle zegen die de Heer zo graag geven wilde.
Hij zei tegen haar: “Heb goede moed, dochter” (Matth. 9:22). De Zoon van God was zich bewust van haar diepe nood, haar wanhoop en angst. Maar Hij was in staat en bereid om haar toestand te veranderen: daarom bemoedigde Hij haar: “Uw geloof heeft u gezond gemaakt”.
“Uw geloof heeft u behouden”. De vrouw had geloof in Jezus Christus. In dit vertrouwen raakte zij Hem aan en werd genezen. Zijn woorden kunnen vertaald worden met: “Uw geloof heeft u behouden”. De genezing was niet beperkt tot haar lichaam.
“Ga heen in vrede”. Deze woorden van de Heer overstijgen een normaal afscheid. Hij verklaarde dat de vrede haar geweten binnen kon komen, want ze had de Verlosser leren kennen en haar hele verleden aan Hem verteld.
“… wees genezen van uw kwaal”. Die klacht zou niet terug keren. Het is een indicatie dat Jezus ons volledig en volmaakt van de zonde bevrijden kan: van de schuld, de onreinheid en zelfs van de macht van de zonde.
Daarop ging de Zoon van God op weg om redding aan de dochter van de overste van de synagoge te brengen. Hij was van plan om haar terug tot leven te brengen.
Slot.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW