5 jaar geleden

Lukas 8 vers 7

“En ander [zaad] viel midden in de dorens, en de dorens groeiden mee op en

verstikten het”.

Het verstand kan door de waarheid overtuigd zijn en het aannemen, maar het Woord kan, zoals de Heer uitlegt in de gelijkenis van de zaaier, door de zorgen en rijkdom en genietingen van het leven verstikt worden en daardoor geen rijpe vrucht dragen. Vooral “zorgen” zijn zeer verraderlijk omdat zij ons schijnen als noodzakelijke plichten. En het is toch geen zonde om mijn plicht te doen? Integendeel, het is juist dat ieder zijn plicht vervult. Maar wat, als deze plichten het Woord van God verstikken en de mens daardoor zijn ziel verliest?

Hoe nodig is het toch voor ons om de natuurlijke geneigdheid van ons hart met het Woord tegemoet te komen: “Let op en waakt voor alle hebzucht” (Luk. 12:15).

Hebzucht is de liefde om te bezitten. Als de liefde voor de wereld of de hebzucht bij de gelovigen binnensluipt, dan is dat een zeer bedenkelijke toestand. De praktische gemeenschap met de Heer wordt daardoor verstoord en de ziel verwelkt. Als de macht van God zo’n toestand niet verandert, kan deze hebzuchtige zorg voor aardse dingen een zodanige omvang aannemen, dat alle praktische kracht van het christelijk leven daardoor ten gronde gaat.

Het hart van Lot werd door deze dingen beheerst. Hij verloor alles, hoewel hij een rechtvaardige was. Maar juist daarom, omdat hij een rechtvaardige was, had hij zoals Abraham, moeten trachten datgene te doen wat God welgevallig was. De doornen verstikten het Woord van God. Dat was tot zijn eigen schade.

 

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW