“Hij echter greep haar hand en riep de woorden: Kind, sta op. En haar haar geest keerde terug en zij stond onmiddellijk op; en Hij gebood dan men haar te eten zou geven.”
Christus, de Overwinnaar over de dood (2)
Dit verslag van de opwekking van de dochter van Jaïrus geeft ons ook belangrijk onderwijs. Het jonge meisje “sliep de slaap van de dood,” toen de Heer het huis binnenkwam. Van God wordt echter gezegd: “Want voor Hem leven zij allen” (Luk. 20:38). De Zoon van God beschouwde het kind dus als een levende ziel en kon zeggen: “Zij is niet gestorven, maar slaapt.” De spot van de toeschouwers verstomde, toen Hij het bewijs gaf, dat het gestorven meisje door Zijn goddelijke kracht weer tot leven was gewekt.
Toen beval de Zoon van God de ouders om hun dochter wat te eten te geven. Wat een liefdevolle zorg voor het kind! Maar wat een belangrijke plicht hadden de ouders! Niemand kan leven zonder voedsel; dus was het de taak van de naaste familieleden om ervoor te zorgen dat het nieuwe leven gevoed werd.
Tot op de dag van vandaag heeft Jezus Christus zondaars nieuw leven geschonken. Het is de plicht van hen die, dat leven al bezitten om het “kind in het geloof” meteen te voeden met het Woord van God, het “brood van de hemel.”
Zo’n teer plantje in het geloof heeft dagelijks aandacht nodig, zodat het groeit. Ouders zorgen ervoor dat hun kinderen het voedsel krijgen, dat ze nodig hebben, afhankelijk van hun leeftijd. Zo is het ook in ons geestelijk leven. Elke gelovige heeft het Woord van God nodig als regelmatig voedsel voor de ziel.
(wordt morgen vervolgd)
© The Good Seed
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW