Lukas 22:31 en 32
Het gebed van de Heer Jezus voor Simon Petrus is iets zeer kostbaars. De Heer kende Zijn discipel, Hij kende zijn zelfvertrouwen, dit zwakke punt in zijn karakter, en Hij zag van te voren het gevaar waarin Simon Petrus komen zou.
Na het heengaan van de Heer Jezus zou satan die discipelen "ziften", zoals men koren zift, dat wil zeggen ze tot het uiterste beproeven. Petrus stond een verschrikkelijke teleurstelling over zichzelf te wachten, en het gevaar bestond, dat zijn geloof daar ook schade van zou ondervinden. Dat was het wat de Heer in Zijn voorzorg verhinderd had.
Petrus kwam in verzoeking, ondanks de herhaalde waarschuwing van de Heer: "Bidt, dat u niet in verzoeking komt" (vers 40). Hij moest bittere tranen huilen, als het ware het geloof in zichzelf verliezen; maar het gebed van de Heer bewerkte dat hij later zijn broeders sterken kon als iemand, die zelf helende genade ervaren had.
Ook wij kunnen vandaag, als we niet waakzaam zijn over ons eigen karakter, in verzoekingen komen. Dan huilen we bittere tranen van teleurstelling over onszelf en voelen geen grond meer onder de voeten. Maar onze Heer, "Die ook voor ons bidt" (Romeinen 8:34), laat ons niet in vertwijfeling zinken. Hij vergeeft onze schuld, als we die Hem belijden, en laat de ootmoedige ervaring met onszelf tot een verblijdende ervaring met Zijn trouw worden. Laten we tot Hem gaan!
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW