Lessen uit Romeinen 7 (I)
n de maand januari van het jaar 1886 brak er een hevige storm los in de literaire wereld met de publicatie van Robert Louis Stephenson’s roman “Doctor Jekyll and Mister Hyde”. Het stelt een situatie voor, waar een doctor in de geneeskunde, ogenschijnlijk een principieel goede man, bezig is met het onderzoek naar een voorheen onbekend verdovend middel. Dit zou, zo hoopte hij, iemands persoonlijkheid veranderen door het ontketenen van verborgen krachten en neigingen die normaliter worden onderdrukt door zijn achtergrond, leefstijl en milieu. Hij nam het heimelijk uit het onderzoek mee naar huis. Hij testte de drug op zichzelf uit. Uiteindelijk ontdekte hij een drankje dat hem scheen te geven, wat hij wilde. In de eerste plaats genoot hij van het fascinerende resultaat. Weliswaar werd hij volledig geprikkeld om de veranderingen te ervaren, die plaats vonden in zijn persoonlijkheid.
De donkere kant van het verhaal is dit. Ten eerste veronderstelde de doctor dat hij zichzelf volledig onder controle had. Zijn onderzoek bracht het verdovende middel voort. Hij koos uit wanneer hij het gebruiken wilde. Hij genoot van de sensatie om te kunnen switchen tussen het zijn van de aardige dr. Jekyll en de ellendige mr. Hyde. In het bijzonder genoot hij van het geheim dat hij een dubbel leven leidde, elk deel geheel verschillend van de ander. Echter werd hij weldra met afschuw vervuld, toen hij ontdekte dat er in hem een drang ontwikkelde naar het verdovend middel. Hij verheugde zich daadwerkelijk om de ellendige mr. Hyde te zijn, en keek uit naar zijn volgende slechte periode. Erger nog, het vervult hem zelfs met meer afschuw om te ontdekken, dat weldra, zelfs zonder het verdovende middel te nemen, de kwade kant van zijn persoonlijkheid het overneemt, niet wanneer hij er voor kiest het de ruimte te geven, maar op de meest onverwachte en ongepaste momenten. Uiteindelijk nam het de regie geheel over. Hij begon zichzelf te kwellen over het feit dat hij nu compleet onder de controle was van een macht sterker dan hijzelf. Hij werd geheel beschaamd door de duistere machten er in. In plaats van de controle erover te hebben, en het genot van de sensatie het vrij te laten wanneer hij dat er voor koos, vond hij zichzelf onder hun controle. Hij vond zichzelf compleet onbekwaam om hen te weerstaan, hoezeer hij het ook probeerde.
Sommigen, zelfs velen, willen beweren dat de veroorzaker dr. Jekyll, wordt voorgesteld als een schizofreen. Persoonlijk voel ik aan dat duistere, meer fundamenteler, zelfs spirituele kwesties aan de hand zijn. Nu, ik heb geen idee wat ik moet aanbieden, als iemand als Robert Louis Stephenson goed op de hoogte was met hoofdstuk 7 van de brief aan de Romeinen. Ik weet dit wel: het conflict tussen de aardige dr. Jekyll en de ellendige mr. Hyde is een copy van het morele en spirituele conflict in Romeinen 7. Waar gaat het allemaal over?
De brief aan de Romeinen is geadresseerd aan Christenen, die geloven in de Heer Jezus Christus. Het wordt heel vaak gebruikt als een basis om het evangelie te prediken. Desalniettemin, in zichzelf is het niet zozeer de prediking van het evangelie aan de zondaar, maar het onderwijs van het evangelie aan de Christen. Voordat we bij hoofdstuk 7 komen, zien we dat de noodzaak van behoudenis (redding) bij elke toerekeningsvatbare persoon duidelijk wordt gemaakt. De enige rechtvaardige basis voor vergeving van zonden, geschonken aan de berouwvolle zondaar, wordt ontvouwd. Het is beschikbaar voor allen, maar het is alleen effectief in hen die het evangelie geloven. Als we in hoofdstuk 3:22 lezen, dat de zegen van God beschikbaar, mogelijk is voor allen, maar is alleen effectief in hen die geloven in Jezus. De absolute zekerheid van de behoudenis voor hen die geloven dat Christus voor hen stierf, naar de Schriften, en dat Hij is begraven en dat Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften, wordt in de volgende hoofdstukken benadrukt. De mogelijkheid en kracht voor een totaal nieuw soort leven wordt ontvouwd!
Dr. Jekyll en mr. Hyde
Dan komt Romeinen 7. Het overweegt het geval van een echte gelovige, die zich waarachtig tot Christus heeft bekeerd. Hij wil oprecht zijn Heer en Heiland behagen. Hij heeft het oprechte voornemen een rein leven te leiden, om God te verheerlijken om zijn dankbaarheid te laten zien aan de God Die hem gered heeft. Hij verlangt er naar iedereen die hem kent te laten zien, welk een wonderbare verandering in hem plaats vond sinds hij Christus als Redder geloofde.
Dan komt de hindernis. Een grote hindernis! Hoe meer hij probeert datgene te doen waarvan hij weet dat het goed is, hoe meer hij ondervindt dat, ondanks hemzelf, hij zichzelf er op betrapt dat hij datgene doet, waarvan hij weet dat het tot oneer van God is. Romeinen 7 is zoiets dat lijkt op een alleenspraak. De schrijver praat aldoor met zichzelf. “Wat is er aan de hand?”, zegt hij tegen zichzelf. “Als ik probeer het goede te doen, vind ik geen kracht in mijzelf. Aan de andere kant, hoe hard ik het ook probeer, ik kan mijzelf niet verhinderen om datgene te doen waarvan ik weet dat het verkeerd is, zelfs, of vooral, wanneer ik het niet doen wil”. Lijkt veel op dr. Jekyll, toen zijn drug hem te pakken had, denk ik! Hoe dan ook, of dit de persoonlijke ervaring van de schrijver – de apostel Paulus – is of was, wordt ons niet verteld. Eén ding is zeker. Het was, en zal een reëel probleem blijven voor vele trouwe gelovigen in de Heer Jezus Christus. In onze naïviteit mogen we wel veronderstellen dat, als we eenmaal teruggekeerd zijn naar de Heer en onze zonden vergeven zijn, en wij op weg zijn naar de hemel, het leven eenvoudig zal zijn en gemakkelijk. Helemaal niet! De Bijbel vertelt ons veel dingen. Het vertelt ons zeker niet dat het Christelijk leven over rozen zal gaan. Allesbehalve!
Wat is dan het probleem? Laten we de diepe reden zoeken, wat is de werkelijke oorzaak? Kijk eens aandachtig naar Romeinen 7. Is het probleem niet duidelijk? Ik, mij, mijn! ± 45 keer in totaal, in dit redelijk korte hoofdstuk! Geen wonder dat de persoon in het Moeras der Vertwijfeling is gezonken, als we even de figuur mogen lenen uit “Pilgrim’s Progress” [“Een Christenreis naar de eeuwigheid”, geschreven door John Bunyan. Hij leefde van 30 november 1628 – 31 augustus 1688. Hij was een Engelse puriteinse prediker en van eenvoudige afkomst. Op latere leeftijd werd hij prediker in Baptisten gemeenten. Zijn prediking was eenvoudig, direct en bijbels. Hij heeft verschillende boeken geschreven – vertaler]. Het gaat allemaal over hemzelf, vanaf het begin tot het het eind. En er wordt helemaal geen gewag gemaakt van de Heilige Geest! Er is geen redding in hemzelf, dat is zeker. Hebt u ooit met beide voeten in een emmer gestaan, en geprobeerd jezelf van de grond op te tillen? Absoluut onmogelijk!
Het huwelijk
De apostel Paulus pakt het probleem aan, in de eerste plaats, door het nemen van de overeenkomst van het huwelijk. Het huwelijk, zoals hij juist zegt, brengt verantwoordelijkheden zowel als voorrechten mee. Echter als een vrouw is getrouwd, en haar man sterft, beëindigt dat het huwelijk en haar verantwoordelijkheden binnen dat huwelijk houden op. Als zij dan hertrouwt, is zij een nieuwe relatie aangegaan, die nieuwe uitzichten, voorrechten en verantwoordelijkheden bieden. Zij is erg onverstandig als zij vast houdt aan de dingen zoals zij waren in haar vorig huwelijk. Dat is voorbij. Ze is een nieuw leven begonnen. Zij die de brief ontvangen hebben moeten dat principe begrijpen vanuit hun ervaring in het dagelijks leven. Wel, zegt Paulus, de overeenkomst heeft ook een geldige toepassing in het Christendom.
Laten we hier even pauzeren. In veel plaatsen in de Bijbel – misschien in het bijzonder in de brieven aan de Romeinen, Korinthiërs en Galatiërs – is Paulus erg gefocust op een afzonderlijk punt. Het is dit. Er is slechts één einde, één bijzonder punt voor elk ding dat voortkomt uit mijn gedachten, mijn handelingen. Wat is dat einde? Het oordeel uitgesproken door een heilig God! Waarom is dat? Omdat ik een zondige natuur van Adam geërfd heb, het hoofd van het menselijk ras. Deze natuur drukt zichzelf uit telkens wanneer en waar ik het ook de gelegenheid geef. Ik ben niet verantwoordelijk ten opzichte van God voor het hebben van die zondige natuur. Ik ben verantwoordelijk voor God wanneer ik die zondige natuur de gelegenheid geef zich te uiten in zondige gedachten, woorden en daden.
Gelukkigerwijze heb ik mijn vertrouwen in Christus gesteld, gelovende dat Hij stierf voor mijn zonden, en opgewekt werd voor mijn rechtvaardiging. Ik heb aanvaard dat in de dood van Christus aan mijn oude zondige leven een einde gemaakt is voor het aangezicht van God. Het is beëindigd. Het is uitgewist. Het is voorbij. Christus heeft voor God geantwoord voor elke zonde door mij bedreven. Paulus leert, dat in de dood van Christus, God mijn oude leven ten einde gebracht heeft. Christus heeft elke claim van God tegen mij beantwoord, met betrekking tot elke zonde die ik in dat leven heb bedreven.
Mijn plaatsvervanger
Zoals de vrouw haar dierbare verloor en hertrouwde, moet ik eens en voor altijd accepteren dat mijn vorige leven, en wat ik deed in dat leven, in Gods oog werd beëindigd door de dood van Christus. Dat is geweldig. Maar, en dit is een hard gelag, ik moet ook accepteren dat het oordeel van God – betrekking hebbend op mij en door Christus voor mij gedragen is, stervend als mijn plaatsvervanger – nodig was om datgene wat ik persoonlijk gedaan had. Zeker, het was de oude natuur die de zonden influisterde. Maar als verantwoordelijk persoon, was ik verantwoordelijk voor God voor alle individuele zonden die ik bedreef. Dat is helemaal voorbij. Toen de profeet Jesaja zei: “God heeft ze uitgewist”. Zoals de vrouw haar dierbare verloor en trouwde met een ander, ben ik wijs als ik accepteer dat het oude leven, het egoïstische, op mijzelf georiënteerde leven, voorbij is, geëindigd in de dood van Christus. Inderdaad, het was het oude leven dat de dood van Christus noodzakelijk maakte. Zeker, ik moet niet de levenswijze hervatten, die het voor Christus noodzakelijk maakte om te lijden in doodsangst en de smadelijke dood van het kruis van Golgotha te ondergaan.
Het is een zeer positieve weg wanneer ik het Christelijke leven in zijn volheid leef, op een manier dat voor God welbehagelijk is; het is noodzakelijk dat ik de dood van Christus accepteer als Gods definitieve verklaring van Zijn beoordeling van mijn oude leven. God heeft Zijn oordeel erover uitgesproken in het zenden van Zijn Zoon in deze wereld. Door dit te doen, heeft Hij in de noodzaak voorzien een rechtvaardige grondslag te vestigen voor onze relatie met Hem, door de dood van Christus. Tegelijkertijd drukt Hij het wonder van Zijn liefde voor ons uit. In dit licht zou een leven van een Christen dat vervuld is met zichzelf, aanstotelijk zijn in het oog van God. Paulus haalt dan het hoogtepunt naar voren van het feit, dat de persoon die zichzelf ziet in de benarde toestand zoals verteld wordt in Romeinen 7, daar is omdat hij niet helemaal begrijpt, of niet wil aanvaarden, de waarheid van wat in de dood van Christus is aangebracht ten gunste van ons. Laten we eens en voor altijd de les leren en accepteren. Het is een moeilijke les, maar een noodzakelijke.
Wordt D.V. vervolgd.
E. Brown, © Toward the mark
Geplaatst in: Bijbel
© Frisse Wateren, FW