Johannes 4:23
De beide grote beginselen van de aanbidding van de gelovigen aan de tafel van de Heer zijn het offer van Christus en de tegenwoordigheid van de Heilige Geest. In de aanbidding geven wij aan de genegenheid van ons hart, dat zich verheugt over de wonderbare betrekking tot God, een passende uitdrukking. We aanbidden God, Die een Geest is en daarom alleen in geest en waarheid aangebeden kan worden, waardoor wij de zegeningen van Zijn tegenwoordigheid kennen en genieten.
Maar God, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, is ook onze Vader, tot Wie wij als geliefde kinderen aanbiddend mogen naderen. Hij heeft ons gezocht, toen wij nog ver van Hem verwijderd waren, ons nabij Hem gebracht en ons de Geest van zoonschap (Galaten 4:6); Romeinen 8:15) gegeven, waardoor Hij ons met Zijn geliefde Zoon verenigd heeft. We staan smetteloos en onberispelijk voor Hem in de liefde en aanbidden de God en Heiland, Wiens heiligheid en gerechtigheid bij ons geen vrees meer oproept, maar een voorwerp van onbeschrijfelijke vreugde is, omdat wij door het volmaakte werk van Christus in het licht zijn, zoals Hij Zelf in het licht is.
De Heilige Geest openbaart ons deze heerlijke dingen, alsook de toekomstige heerlijkheid en brengt in ons de genegenheden en gevoelens naar boven, die aan zo’n grote genade en aan zulk een heerlijke betrekking tot God beantwoorden. Hij is de gemeenschappelijke kracht, die onze harten met deze dingen verbindt en ons tot het bewustzijn brengt, dat wij, kinderen, een en dezelfde familie en leden van het éne lichaam zijn. Hij verenigt ons in onze godsdienst door de gemeenschappelijke, wederzijdse gevoelens voor Hem, Die het voorwerp is van onze gemeenschappelijke aanbidding.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW