“Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal [het] leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem”.
“Ik dank U, HEERE, dat U toornig op mij geweest bent, maar Uw toorn is afgekeerd en U troost mij” (Jes. 12:1).
De opstand in Antiochië
In 387 na Chr. kwam de stad Antiochië (nu Antakya in Turkije) in opstand. De reden was: Het opleggen van een nieuwe belasting. In hun woede braken de inwoners de standbeelden van keizer Theodosius en zijn vrouw Flacilla af. Toen hun toorn luwde wachtten de rebellen in angst de straf die de keizer hun zou opleggen af. Zijn genade was nodig om een bloedbad te voorkomen. Bisschop Flavian ondernam een lange reis om Theodosius te ontmoeten. Ondertussen bemoedigde een andere bisschop, John Chrysostom, het volk van Antiochië om op de genade van God te rekenen; maar hij maakte hen wel bewust van de diepe ernst van hun actie. Het volk kreeg berouw.
Flavian ontmoette een diep beledigde keizer. Theodosius was gekwetst als gevolg van de vernietiging van het standbeeld van Flacilla, zijn geliefde vrouw, die kort daarvoor gestorven was en had hoge achting voor haar vroomheid en goedheid.
Flavian overtuigde Theodosius om de goedheid van God na te bootsen, Die hoewel grof beledigd door Zijn schepselen, de hemel voor hen opende. Theodosius gaf daaraan gehoor en zei: “Kunnen wij vergeving aan mensen weigeren zoals wijzelf, nadat de Meester (Jezus Christus) van deze wereld Zijn Vader vroeg, hen te vergeven die Hem kruisigden, na alle goedheid waarmee Hij hen had overladen?”
Door zonde wordt God beledigd en in Zijn eer aangetast, want God is heilig en kan noch wil niets met zonde van doen hebben. Zonde moeten we op geen enkele wijze en op geen enkel terrein in ons leven toestaan. Maar voor wie gelooft dat Jezus Christus de zonde verzoende aan het kruis, is er vergeving; de toorn van God is afgewend.
Als een kind van God echter toch gezondigd heeft, moet hij of zij deze aan God belijden en ontvangt hij vergeving, want “Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1:9).
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW