Job 36:22,23
De ondoorgrondelijkheid waarmee God handelt heeft in alle tijden de mensen beziggehouden. Het gehele boek Job wordt door dit probleem beheerst. Maar ook vandaag de dag vragen mensen, ook zij die geen enkele verhouding met God hebben, steeds weer waarom Hij dit of dat doet.
Een van hen heeft in een overlijdensadvertentie uitgedrukt, wat anderen misschien alleen maar denken: “Mijn onvergetelijke, zo zeer geliefde vriend en medearbeider Hans R. is een verschrikkelijke, zeer onverdiende dood gestorven. God en het onrechtvaardige lot geen dank!” We zijn ontsteld, hoe mensen zonder geloof tegenover de dood van een van hun geliefden staan, en meer nog hoe zij met God twisten en zo alleen nog dieper in de schuld en verder van God vandaan raken.
Dit contrast maakt ons duidelijk hoe de houding van kinderen van God moet zijn ten opzichte van de wegen die de Heer met hen gaat, ook ten opzichte van gebeurtenissen die hen misschien diep raken. Want het blijft nog altijd waar dat Gods wil, die ons de ‘slagen van het lot’ zendt, goed en volkomen is. Misschien kunnen we dat vaak niet begrijpen. We weten echter dat God ook met ons in volkomen wijsheid handelt.
Hoe geheel anders gedroeg Job zich toch! Ondanks zijn onvoorstelbaar ongeluk riep hij uit: “De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEEREN zij geloofd!” (Job 1:21). Ook bij ons wil de Heere deze gezindheid oproepen, misschien juist door de beproeving waarin we ons bevinden. Laten we toch niet vergeten “dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede” (Romeinen 8:28).
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW