18 jaar geleden

Izak en Jozef (2)

De opening van Uw woorden geeft licht

(Psalm 119 vers 130a)

Les 2

Enkele praktische tips:
• Neem alle gevraagde Bijbelverzen over – schrijf ze op in een speciaal Bijbelstudie-schrift – maar óók de plaats waar ze staan. Dit is om zelf te leren en te onthouden, alsmede voor eigen gemak en de duidelijkheid.
• Leer bij elke les een Bijbeltekst en stuur de les niet eerder op voordat u de tekst kent. Als u het mocht overkomen dat u – net als vele van onze medebroeders- en zusters in China en Noord-Korea – door vervolging niet meer de beschikking hebt over een Bijbel, dan hebt u toch het Woord “paraat”.
• U/je mag altijd vragen stellen, ook over andere onderwerpen dan in deze lessen. Uw/jouw vragen worden discreet behandeld.
• bepaal zelf het tempo maar maximaal één les per 14 dagen mailen.
• Hoe kan ik deelnemen aan deze cursus? Zie onderaan les 1.

Beste cursist(e),

We kunnen veel van anderen leren. Van hun gehoorzaamheid, hun gedrag en hun vertrouwen in God. Deze keer gaat het over Izak. Hij was de zoon van Abraham en Sara. Zij waren al heel oud toen Izak geboren werd. Je begrijpt dat ze erg blij met hun zoon waren en erg veel van hem hielden.

Vraag 1

Hoe oud was Abraham, toen Izak geboren werd? (Genesis 21:5)

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 2

Wat zegt God op zekere dag tegen Abraham (Genesis 22:2)?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Dat is wat! Moet je nagaan, je eigen kind offeren! Wat moet dat vreselijk voor Abraham geweest zijn. Maar … hij gaat toch! Abraham heeft geloof, hij vertrouwt op God. Hij gelooft zelfs dat, al zou hij Izak geofferd hebben, de Heer zó machtig is dat Hij zijn zoon weer levend kan maken. Want als ze onderaan de berg staan zegt Abraham tegen zijn knechten: “Blijft gij hier met de ezel, en ik en de jongen zullen heengaan tot daar”, en nu moet je goed opletten wat hij verder zegt, “… als wij aangebeden zullen hebben, dan zullen wij tot u terugkeren”. Zie je wel, dat hij zegt: ‘… zullen wij terugkeren’.

Zo heeft Abraham op de Heer vertrouwd!
En Izak? Hoe is het met hem? We lezen niet in de Bijbel dat hij mopperde omdat hij mee moest om te offeren. Als hij aan zijn vader vraagt waar het lam is, dan zegt Abraham dat God Zelf daarvoor zal zorgen. Daaraan zie je weer hoe hij op de Heer vertrouwde.

Als Izak door zijn vader wordt vastgebonden op het hout, dan lezen we nòg niet, dat hij tegenspartelde! Izak vertrouwde op zijn vader en ook op de Heer.

In Genesis 22 kun je lezen, dat Izak tenslotte toch niet geofferd is. Abraham hoefde het niet te doen van de Heer. De Heer God wilde alleen maar van hem weten of hij Hem meer liefhad, dan zijn eigen zoon Izak.
Toen hebben die twee een ram gevonden, die vastzat in de struiken (daarvoor had de Heer gezorgd) en dat dier hebben ze toen geofferd.
De Heer Zèlf heeft dus voor een offerdier gezorgd.

Vraag 3

Hoe noemt Abraham de plaats waar Izak geofferd zal worden? Het antwoord kun je lezen in Genesis 22:14.

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

In het Johannes-evangelie is er iemand die gezegd heeft: “Zie het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt”. Deze man – Johannes de doper – wees op de Heer Jezus.

Eigenlijk lijken in het verhaal (in Genesis 22) Abraham en Izak een beetje op de Heer God en de Heer Jezus. Het grote verschil is echter dat Izak niet hoefde te sterven, maar de Heer Jezus wel. God heeft Zijn Zoon gegeven als Offer.

Vraag 4

Hoe staat dat in het eerste stuk van Hebreeën 9:28?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

De Heer Jezus is gestorven aan het kruis. Hij werd gestraft in onze plaats! Wij doen steeds verkeerde dingen. Daarvoor hebben wij straf verdiend van God. Want God kan al die verkeerde dingen niet zomaar vergeten. Nee, het moet weer goed gemaakt worden tussen God en ons. En dáár heeft de Heer Jezus, de Zoon van God, voor gezorgd! Hij heeft Zichzelf opgeofferd uit liefde voor zondaren. Hij wilde dat doen voor jou en mij en voor iedereen die in Hem gelooft.

Vraag 5

Wat lezen we daarover in Efeze 5:2?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Heb jij Hem daarvoor al gedankt? Zo niet … doe het dan nu!!! Hij is het waard!!!

Iemand anders, die een voorbeeld voor ons is, is Jozef. Misschien kun je wel een heel veel over hem vertellen. We zullen een aantal dingen van hem opnoemen:

Hij is één van de zonen van Jakob. Zijn broers zijn jaloers op hem. Ze verkopen hem aan vreemde mannen. Hij komt dan in Egypte. Daar komt hij, zonder schuld, in de gevangenis. Hij legt de dromen uit van de schenker en de bakker. Later zelfs de dromen van farao. Dan wordt hij onderkoning van Egypte. Zijn broers komen later koren bij hem kopen. Ook vader Jakob komt naar Egypte.

Nou, nou, zul je misschien wel denken, wat heeft hij veel meegemaakt in zijn leven. Wat zal hij het moeilijk gehad hebben, toen hij verkocht werd en later zelfs in de gevangenis kwam.

Vraag 6

In Genesis 37 lezen we dat zijn broers hem verkochten. Hoe oud was Jozef toen? (dit lees je aan het begin van dit hoofdstuk)

Jozef was toen ……………. jaar.

Hij was dus nog erg jong! Haast een puber nog. Toch is hij een voorbeeld voor ons, want weet je wat voor Jozef zo belangrijk was? Hij vertrouwde op de Heer God. Hij wist dat hij niet alleen was, de Heer was altijd bij hem. De Heer bestuurde zijn leven, ook al snapte hij misschien niet waarom al die nare dingen moesten gebeuren.
Als zijn broers later bij hem komen in Egypte om koren van hem te kopen, ontdekken ze dat hij hun broer Jozef is. Ze worden dan vreselijk bang. Maar Jozef zegt: “… God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens”.
Jozef vertelt zijn broers, dat de Heere God er voor gezorgd heeft dat hij in Egypte is gekomen, om later – als er hongersnood is in Israël – voor hen te zorgen. Hij is niet boos op zijn broers, dat ze hem verkocht hebben. Integendeel zelfs.

Misschien heb jij het ook wel eens moeilijk. Misschien ben je ziek of lig je zelfs in het ziekenhuis. Misschien moet je een kind missen of kun je geen kinderen krijgen. Of er zijn andere verdrietige dingen gebeurd. Dan denk je soms: waarom? Waarom laat de Heer God dat nu gebeuren? Vaak weten wij daar geen antwoord op. Maar één ding moet je nooit vergeten: De Heer vergist Zich niet!

Vraag 7

Heb jij ook wel eens iets moeten meemaken (of nu nog), zodat je zegt: Waarom gebeurt mij dat? Dat mag je dan hier opschrijven.

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

 

Ook al snappen wij er soms niets van. Toch is dit het allerbeste: steeds op Hem te blijven vertrouwen. De Heer heeft met alles een bedoeling. Hij doet écht niets om ons te plagen. En het kan best zijn, dat wij er helemaal niets van snappen. Maar eens … misschien jaren later … of als wij bij de Heer in de hemel zullen zijn, dán snappen we het wel waarom jòu en mij dat allemaal moest overkomen!

Vraag 8

Schrijf hier eens Psalm 37:5 op.

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

En als je het nu soms moeilijk hebt, lees dan ook maar eens Mattheüs 28:20.

Vraag 9

Wat zegt de Heer Jezus daar?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Fijn, dat te mogen weten. Dan lijkt het allemaal al niet zo moeilijk meer. En zijn er toch nog momenten, dat je het niet meer ziet zitten, vraag dan maar aan de Heer je te helpen, om aan die tekst te denken.

Vraag 10

Lees ook Romeinen 8:38 en 39. Paulus, de schrijver van dit Bijbelboek, zegt dat er van alles kan gebeuren. Maar hij weet zeker, dat niets een gelovige kan scheiden van

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Ook dat is een geweldige troost voor ons!

Leren: Psalm 37:5

 

* * * * *

Zo, dit was dan les 2. Wat is de Heer groot van lankmoedigheid, dat Hij zoveel geduld met ons heeft en de moeite neemt om ook in moeilijke tijden ons te troosten en te bemoedigen door Zijn Woord, door Zijn nabijheid. … tot de volgende les D.V.!

 

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW