Les 24
Beste cursist(e),
In Exodus 13 lezen we dat de Heere wil, dat het volk Israël zich zal blijven herinneren aan het Pascha (= veilig achter het bloed), maar ook aan de ongezuurde broden (= heilig te leven in afzondering van het kwade). De Heere zegt direct in het tweede vers: “Heilig Mij alle eerstgeborenen … dat is het Mijne”. De Heere heeft recht op hen die Hij verlost heeft.
Ook vandaag de dag zijn er gelovigen, vaak ook kinderen van gelovige ouders, die denken dat bekering voldoende is. Maar laten we goed bedenken, dat we dan ‘helemaal’ van de Heer zijn. Hij is onze Heer. Dat wil zeggen, dat Hij het voor het zeggen heeft in ons leven. Dat we Hem in alles gehoorzamen en alleen Hem dienen.
Vraag 1. Waarvoor heeft de Heer Jezus ons, volgens Titus 2:14, verlost?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Wat is het fijn als anderen, misschien onze eigen kinderen, vragen waarom wij ons anders gedragen dan de ongelovigen. Natuurlijk mogen we uit onszelf daarover vertellen (Exodus 13:8), maar laten we hen in elk geval antwoorden, als ze met vragen komen (versl 4).
We zien aan het eind van hoofdstuk 13, dat God niet alleen de weg voor Zijn volk uitkiest, nee Hij gaat Zelf met hen mee. Overdag in de wolkkolom en ’s nachts in de vuurkolom. De Heere is steeds bij Zijn volk om hen te leiden en te beschermen.
Vraag 2. Welke belofte heeft de Heer Jezus aan ons gegeven aan het eind van Matthéüs 28?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Faraö heeft er spijt van gekregen, dat hij het volk liet gaan. Daarvan lezen we in Exodus 14:5. Hij achtervolgt het volk Israël. O, wat zijn de lsraëlieten nu bang (vers 10). Ze hebben de Rode Zee voor zich en Faraö achter zich.
Hierdoor wil God Zijn volk leren, dat er voor Hem geen onoverwinbare moeilijkheden zijn. Hoe groter de problemen, des te wonderbaarlijker is Zijn uitredding!
Mozes geeft het volk raad, die ze gemakkelijk kunnen opvolgen: “Vreest niet, staat vast, stil zijn” (vers 13 en 14). Maar o, wat is dat moeilijk, ook voor ons! Want stil zijn betekent, helemaal op de Heer vertrouwen.
Het volk Israël moet leren zien, dat het geen strijd tussen hen en Faraö is. Nee, het is een strijd tussen God en Faraö. Mozes zegt: “De HEERE zal voor u strijden” (vers 14). Ze mogen volledig op de Heere vertrouwen. Ook al is de weg naar voren en achteren afgesloten, de weg naar BOVEN is open! Dat geldt ook voor ons!
Vraag 3. Welke raad vinden we dan in Psalm 37:5, als wij in de moeilijkheden zitten?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Het kan gebeuren, dat we in geestelijk opzicht in grote nood verkeren. Toen we tot bekering kwamen waren we blij en gelukkig. Maar later ontdekken we dat we soms vallen voor de verleidingen van satan. We zouden wel anders willen, maar kunnen het niet (Romeinen 7:15). Dat probeert satan ons dan ook steeds voor ogen te houden. Maar er is een Oplossing!
Vraag 4. Wie kan ons hiervan verlossen? (aan het eind van Romeinen 7 lezen we daarover).
………………………………………………………………………………………
We moeten niet denken, dat we tegen de duivel moeten strijden. Die strijd is eens en voor altijd gestreden op het kruis! Misschien zeggen sommigen: Maar in Efeze 6:12 lezen we toch dat we tegen de machten van de duisternis moeten strijden?! Lees dan ook eens Efeze 6:11 tot en met 18, dan zullen we ontdekken, hoe we hebben te strijden, of beter gezegd: hoe we ons kunnen verdedigen.
Vraag 5. Hoe kunnen we ons verdedigen?
Door het aandoen van …………………………………………………………
We moeten ons omgorden met ……………………………………………..
En de pijlen van satan kunnen we uitblussen door …………………..
…………………………………………………………………………………………
Ook moeten we gebruik maken van het zwaard van de Geest, dat is
………………………………………………………………………………………
Vraag 6. Efeze 6:18 is heel belangrijk! Wat moeten we vooral niet nalaten?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Als we dit Schriftgedeelte aandachtig lezen, dan zien we dat het niet gaat om te overwinnen, maar om satan te weerstaan! Het is een strijd van geloof! “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft” (Romeinen 8:37).
Het volk Israël, daar aan de Rode Zee, heeft eigenlijk ook een geloofsstrijd. Hebben ze zoveel geloof, zoveel vertrouwen in de Heere, dat ze Hem op Zijn woord geloven? Ja! In Hebreeën 11:29 staat: “Door het geloof zijn zij de Rode Zee doorgegaan”. De helpt Zijn volk en geeft een uitweg. In de staf van Mozes mogen we de macht en het gezag van God zien. God, de Schepper van hemel en aarde, heeft macht de natuurwetten, zij het tijdelijk, te wijzigen. Ook al willen sommigen ons hieraan doen twijfelen. We mogen zeker weten dat God een pad door het water maakte, voor Zijn volk.
Vraag 7. In Psalm 136:13 tot en met 15 staat dat ook. Wat lezen we dan in elk vers?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
God helpt hen niet, omdat ze zulke beste mensen zijn of omdat ze het verdiend hebben. Nee, uit genade (goedertierenheid) gaat de Heere deze weg met hen. Uit genade leidt en zorgt Hij voor hen. En God is ook nu nog genadig!
In Efeze 2:8 staat: “Want uit genade zijt gij behouden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave”. En God gaat verder met ons.
Vraag 8. Wat staat er in Filippi 1:6?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Ja, God is door genade, een werk in ons begonnen en Hij gaat, in genade, ook verder met ons. Ook met ons heeft de Heer veel geduld! Hoe vaak gaan wij niet een verkeerde kant op? Hoe vaak zijn wij niet ongehoorzaam aan de Heer en Zijn Woord? En toch zal de Heer verder met ons gaan.
Als de tocht door de Rode Zee voor het volk Israël ten einde is, wat doen ze dan? In Exodus 15:1 staat: “Toen zong Mozes en de kinderen Israëls de HEERE dit lied, en spraken, zeggende: Ik zal de HEERE zingen; want Hij is hoog verheven!” Een lofzang, een danklied voor de verlossing!
Iedereen, die weet, door genade een kind van God te zijn, mag dat nu ook doen; “te allen tijde”, Efeze 5:19 en 20. Persoonlijk de Heer danken en loven. Maar we mogen dat ook gemeenschappelijk doen. Als we, op de eerste dag der week, als gemeente samenkomen. Dan mogen we Hem danken voor de verlossing. Ja, we mogen Hem zelfs aanbidden. Dat betekent dat we in onze harten alleen maar met Hem bezig zijn. Niet meer aan onszelf denken, maar Hem bewonderen.
Vraag 9. Hoe kunnen we Hem aanbidden? (zie Hebreeën 13:15).
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
En als ook onze tocht hier op aarde ten einde is, dan zullen we het op volmaakte wijze in de hemel mogen doen (Openbaring 5:12 en 13).
Vraag 10. Wat zullen we dan zeggen?
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
“Wie de HEERE verwachten, putten nieuwe kracht”
“Daar zal Hem mijn oog aanschouwen,
Hem, wiens liefde mij verkwikt,
Hem, wiens trouw mij hier geleidde,
wiens genâ mij heil beschikt.
Daar bezingen Zijne liefde
duurgekochten door Zijn bloed;
daar is Sion’s zaal’ge ruste,
’t eind’loos lof lied, ’t eeuwig goed”.
Dit is de laatste les van de cursus Israël en de aartsvaders.
Graag hoor ik van jou hoe jij deze cursus vond. Heb je er ook iets van geleerd en kun je ook vertellen wat je ervan geleerd hebt? Te gemakkelijk misschien, of te moeilijk mogelijk, of misschien nog iets anders … schrijf het maar gerust.
Nu kun je als je wilt, nog verder gaan met het meedoen aan een Bijbelcursus. Er zijn er nog meer. Zoek ze maar eens op op de site. Van harte ‘fris’ aanbevolen!
Met een hartelijke groet en zo de Heere wil en graag tot een volgende keer!
=======
Naam cursist: ……………………………………………………….
Adres: ………………………………………………………………..
Postcode + Woonplaats: ………………………………………….
Leeftijd: ………………………………… jaar.
Emailadres: ………………………………………………………….
man/vrouw*
* Streep door wat niet van toepassing is
Wil je ook mee doen? Hartelijk welkom! Mail dan naar het volgende emailadres: frissewateren@ctmax.nl
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW