Les 21
Beste cursist(e),
Tussen het laatste hoofdstuk van Genesis en Exodus 1, waar we nu mee verder gaan, zijn de omstandigheden in Egypte erg veranderd. De Faraö, die nu aan het bewind is, en zijn volk, hebben Jozef niet gekend (vers 8). Hij die Egypte gered heeft en een heel volk van voedsel heeft voorzien, is men vergeten.
Ook nu in deze tijd, waarin satan de vorst is, heeft men de Redder, Christus Jezus, vergeten! Ook nu moet de mens “dienen met hardheid” (vers 13). Omdat men God en Zijn Zoon heeft verlaten! Sommigen zuchten hieronder, maar de meeste mensen merken het niet eens meer, dat ze in feite slaven van satan zijn. Hiervan is het volk Israël in de slavernij van Egypte een duidelijk beeld.
Toch is hèt onderwerp van het boek Exodus, de verlossing uit deze slavernij! God zal Zijn volk terugbrengen naar het land van de belofte!
Vraag 1. Welke twee beloften van God aan Zijn volk, lezen we in Genesis 13:15 en 16?
a) ……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………….
b) ……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………….
Eén van die beloften zien we hier in Exodus 1:12 in vervulling gaan. En die andere belofte zal ook gebeuren. Maar … dat gaat niet vanzelf. De Israëlieten denken nog niet aan verhuizen. Ze hebben het veel te goed! Ze hadden immers ook het beste stuk land gekregen (Genesis 47:11)! En uit andere Schriftgedeelten blijkt ook, dat ze het goed hadden: Exodus 16:3, Numeri 11:5 en 16:13.
Maar door de verdrukking die ze nu ondergaan, wijst God hen er op dat ze vreemdelingen zijn in het land.
De koning van Egypte neemt verdrukking ter hand, om de groei van het volk van Israël te beperken. Als dit niet helpt neemt hij nog strengere maatregelen.
Vraag 2. Waarom weigeren de vroedvrouwen zijn bevel op te volgen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Verdrukking en geheime kindermoord halen niets uit. Dan grijpt de koning openlijke kindermoord aan. Het gaat van kwaad tot erger met hem!
Nu moeten wij niet denken dat de mens vandaag de dag beter is. Want hoeveel ongeboren kinderen worden er nu niet gedood? Soms in het geheim, maar het wordt ook vaak openlijk besproken en uitgevoerd!
Ook al maakt de koning van Egypte gebruik van verschrikkelijke methoden, GOD STAAT BOVEN ALLES! Juist door de maatregelen van de koning, komt Mozes later (als redder van Israël) aan zijn hof. Dit zien we in Exodus 2 gebeuren. En als wij Hebreeën 11:23 tot en met 30 er bij lezen, dan zien we duidelijk Gods leiding in dit alles.
Vraag 3. Waaruit putten de ouders van Mozes de kracht, hoewel hun eigen leven op het spel staat, om het kind te laten leven?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Als we Exodus 2:3 in de Hebreeuwse taal zouden lezen, dan staat er niet “een kistje van biezen”, maar “ark”. In de Schrift komen we dit woord “ark” maar op één andere plaats tegen: in Genesis 6; de ark van Noach. Is dat niet opmerkelijk?!
Vraag 4. Welke overeenkomst kunnen we zien in de ark van Noach en de ark van Mozes?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
De dochter van Faraö weet natuurlijk niet dat zij met haar daad – het voor Mozes op te nemen -, voldoet aan Gods plan. Toch gebeurt dit alles onder de leiding van de Heer God! Hij bewerkt zelfs, dat Mozes’ eigen moeder hem mag groot brengen. En wat zal ze hem van de God van Israël verteld hebben! Ook dit alles is de wonderlijke leiding van de Heer. Want in het verdere leven zien we het grote geloof dat hij heeft. Ongetwijfeld zijn zijn ouders daarin een voorbeeld voor hem geweest. Het onderwijs van zijn ouders is van veel groter belang dan al het andere, alle wijsheid van de Egyptenaren, waarin hij onderwijs krijgt.
Als we dan in vers 11 aankomen, dan zijn er inmiddels veertig jaar voorbij gegaan.
Nu komen de vruchten van het onderwijs van zijn ouders naar voren! Mozes voelt zich in zijn hart één met het slavenvolk.
Vraag 5. Wat heeft Mozes overwogen, toen hij “uitging tot zijn broeders, en bezag hun lasten”? (Kijk maar in Hebreeën 11)
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Al de heerlijkheden van Egypte hebben geen vat op Mozes kunnen krijgen! Hij weet dat dit alles maar tijdelijk is.
Vraag 6. Mozes kiest weloverwogen de kant van de Heere. Waarom? (Het antwoord staat ergens in Hebreeën 11).
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Vraag 7. Paulus zegt iets soortgelijks in Filippi 3:8. Wil je die tekst hier opschrijven?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
En hoe is het bij ons? Als wij weten dat de Heer Jezus in onze plaats aan het kruis is gestorven. Als wij nu bij Hem mogen horen en Zijn eigendom zijn, dan komt Hem de eerste plaats toe in ons leven en in ons hart. Stellen wij alle andere dingen op de achtergrond? Achten ook wij alle anderen dingen schadelijk, omdat ze misschien de plaats van de Heer in onze harten kunnen innemen? O, dat de Heer toch steeds groter voor ons mag worden! Dat ons verlangen alleen maar naar Hem uitgaat!
Mozes wil zijn volk graag helpen, maar hij handelt in eigen kracht! (vers 12). Hij moet nog leren, dat alleen de kracht van God iets uit kan werken. Want Israël is nog niet rijp voor de verlossing. Door het eigenmachtige optreden van Mozes, moet hij nu vluchten.
Toch zien we dan ook Gods genadige leiding. Mozes komt bij een waterput. En ontmoet daar zeven dochters van de priester in Midian, Rehuël (of Jethro). Later trouwt hij met één van hen: Zippora.
Vraag 8. Schrijf nog eens een of meer teksten uit de Bijbel op, waarbij een ontmoeting bij de waterput grote gevolgen heeft.
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
In de vorige lessen hebben we al vaak gezien dat er in het Oude Testament personen voorkomen, die een ‘zwak’ beeld van de Heer Jezus zijn. Dat mogen we ook bij Mozes zien.
Mozes heeft de rijkdommen van Egypte verlaten. Hij ziet om naar zijn volk in de verdrukking, in de slavernij. Maar men wil hem niet, hij wordt verworpen en moet vluchten. Dan komt hij bij een put en brengt daar verlossing en lest de dorst.
Vraag 9. Lees in Johannes 1:10 tot en met 12. Wie heeft de Heer Jezus niet gekend?
……………………………………………………………………………………………………………………….
Wie heeft Hem niet aangenomen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
Wie zijn kinderen van God geworden?
……………………………………………………………………………………………………………………….
De Heer Jezus is de goede Herder. En Mozes wordt ook herder. Voor hem is dit heel goed. Nu leert hij geduld en in de eenzaamheid bij de schapen kan God hem verder onderwijzen. Het zal blijken, dat hij ook deze ‘leerschool’ moest doorlopen, om voor zijn grote taak klaar gemaakt te worden, door God Zelf.
Vraag 10. Als we dit overdenken en we lezen Deuteronomium 18:15 en 18, dan zien we ook hierin, dat Mozes een beeld is van de Heer Jezus. Waaruit blijkt dat?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Met een hartelijke groet en zo de Heer wil en tot de volgende keer!
Als u per email meedoet, mail dan naar het volgende emailadres: frissewateren@ctmax.nl
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW