In Gilgal
Nadat we de eerste vier lessen van deze cursus hebben doorlopen, is het goed om alles ons nog eens kort in herinnering te roepen.
In de eerste les hebben we de eerste 15 hoofdstukken van Exodus doorgenomen. Hieruit kwam naar voren, dat gedurende de hele geschiedenis van de bevrijding van de macht van de vijand, het Pascha-lam centraal stond.
In de tweede les hebben we ons beziggehouden met Exodus 12. Het lam, dat werd geslacht, spreekt ons over de Heer Jezus Christus. We hebben ontdekt, dat het gezegde: “Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan,” ook voor ons een enorme betekenis heeft.
In de derde les zagen we ten eerste, dat het Pascha, dat ter nagedachtenis wordt gevierd, in zekere zin een voorbeeld is van wat we mogen doen op de eerste dag van de week (zondag), wanneer we samenkomen om het avondmaal te houden. Als we van het brood eten en uit de beker drinken, denken we aan wat het de Heer Jezus heeft gekost om ons te verlossen. Ten tweede is dit Pascha verbonden met het feest van ongezuurde broden: het besef, dat we gered zijn door het bloed van de Heer Jezus, zou in ons hart het verlangen moeten oproepen om weg te blijven van het zuurdeeg (van alle kwaad).
In de vierde les keken we naar Numeri 9. In de woestijn – een beeld van de wereld, die voor ons woest en leeg is geworden – vierde het volk Israël voor het eerst het Pascha als gedachtenismaaltijd. Voor degenen, die door bepaalde omstandigheden aan de deelnam verhinderd waren, toonde God Zich als een genadige God, door een oplossing aan te dragen.
De volgende beschrijving van een Pascha-viering staat in Jozua 5.
* * *
1. Voordat we naar hoofdstuk 5 gaan, willen we nog de hoofdstukken 1 tot en met 6 van het boek Jozua doorbladeren (niet grondig bestuderen). Noteer in een paar sleutelwoorden, waar elk hoofdstuk over gaat, vergelijkbaar met wat u deed in de eerste les van deze cursus toen u de eerste 15 hoofdstukken van Exodus doornam.
Jozua 1:
………………………………………………………………………………………………………………………
Jozua 2:
………………………………………………………………………………………………………………………
Jozua 3:
………………………………………………………………………………………………………………………
Jozua 4:
………………………………………………………………………………………………………………………
Jozua 5:
………………………………………………………………………………………………………………………
Jozua 6:
………………………………………………………………………………………………………………………
2. Lees Jozua 5 nu zorgvuldig door. Dit hoofdstuk kan worden onderverdeeld in vier delen. Probeer deze onderverdeling (met versaanduiding) te maken en de inhoud in een paar woorden te omschrijven:
• …………………………………………………………………………………………………..
• …………………………………………………………………………………………………..
• …………………………………………………………………………………………………..
• …………………………………………………………………………………………………..
3. Nu weten wij, wanneer de Israëlieten dit Pascha vierden. Het was een paar dagen, nadat ze (Joz. 1:2)
………………………………………………………………………………………………………………………
Wat gebeurde er kort daarna (Joz. 5:7)?
………………………………………………………………………………………………………………………
Wat gebeurde er op de andere dag (Joz. 5:12a)?
………………………………………………………………………………………………………………………
Wat aten ze vanaf die dag (Joz. 5:12b)?
………………………………………………………………………………………………………………………
Wie kwam en gaf aanwijzingen voor de strijd? (Joz. 5:14)
………………………………………………………………………………………………………………………
4. In Jozua 11 vers 1-5 lezen we over een aantal koningen, die opstonden om tegen Israël te strijden. Als u Efeze 6 vers 11 en 12 leest, zal het u snel duidelijk worden, waarvan deze koningen een beeld van zijn. Gelooft u ook dat het land Kanaän een beeld van de hemelse gewesten is?
………………………………………………………………………………………………………………………
5. Wie worden er bedoeld met de bovengenoemde koningen (zie in Efeze 6)?
………………………………………………………………………………………………………………………
Welk vers? ………………
Wat moeten wij doen om te kunnen overleven in de strijd tegen deze machten (het is een defensieve strijd) (zie wederom Efeze 6?
………………………………………………………………………………………………………………………
Welk vers? ………………
6. Wie bevindt zich nog meer in dit hemelse gebied?
Efeze 1 vers 20,21:
………………………………………………………………………………………………………………………
Efeze 2 vers 6:
………………………………………………………………………………………………………………………
Wat heeft God met ons gedaan (Ef. 2:5 in het midden van het vers)?
………………………………………………………………………………………………………………………
Laten we, voordat we verder gaan, een paar dingen uitleggen. De Jordaan, die hoog in de bergen ontspringt en uitmondt in de Dode Zee, is een beeld van de dood. De Jordaan oversteken is een beeld van de doop. De doortocht door de Rode Zee was echter al een beeld van de doop. We willen de twee gedeelten vergelijken.
7. Probeer de onderstaande drie vragen te beantwoorden door één van de twee (Rode Zee of Jordaan) aan te geven?
Waar komt u vandaan? ……………………………………………………………….
Waar ging u heen? ………………………………………………………………………
Kwam er een vijand achterna? ……………………………………………………
Verliep in Exodus 14 vers 10 alles in vrede? ………………………………
Verliep in Jozua 3 vers 1 en 2 alles in vrede? …………………………….
Ziet u dat deze twee passages totaal verschillend waren? Aan de oevers van de Jordaan kon men zich in vrede voorbereiden. Aan de andere kant was het land, dat vloeide van melk en honing. Het zou weliswaar strijd kosten om dit land in te nemen, maar de levende God ging met hen mee. Bij de uittocht uit Egypte was het anders; daar had men de vijand in de rug! Hier, aan de “oevers van de Jordaan”, vertelt God elke gelovige, ook u, of u werkelijk het eigendom van de Heer Jezus bent, wat we hopen en wensen: “Wilt u genieten van alle geestelijke zegeningen die Ik voor u bereid heb? Ja? Kom dan mee en wees u bewust van wat er met u is gebeurd. U stierf met Jezus (de Rode Zee); maar dat is niet alles! Hebt u er ooit aan gedacht, dat Ik u met Jezus levend gemaakt heb?
Dus de Rode Zee benadrukt, dat de zondaar met Christus stierf; bij de Jordaan het feit, dat de gelovige mede-opgewekt is.
8. Het was iets kostbaars voor het volk van Israël om het Pascha op deze wijze te vieren. Voordat ze het echter konden doen, moest er iets pijnlijks gebeuren. Wat was het resultaat van de besnijdenis van mannen in Genesis 34 vers 24,25?
………………………………………………………………………………………………………………………
Stel u zich eens voor: het volk Israël was eindelijk in het beloofde land aangekomen. De vijanden waren erg bang voor hen. En dan zegt God: “Besnijdt de mannen.” Wat had het resultaat heel goed kunnen zijn? (verg. Genesis 34:25,26)?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Wij vragen ons misschien af, waarom de mannen van het volk juist op het moment, dat ze klaar moesten zijn om te strijden, onder de gevolgen van de besnijdenis te lijden hadden. U heeft er misschien daar ook over nagedacht. Zo ja, schrijf er dan iets over:
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Nadat het volk zich bewust waren in eigen kracht niets te kunnen uitrichten, het feest van hun verlossing hebben gevierd en hebben gegeten van de opbrengst van het land, verschijnt de Heer Zelf en toont hen hoe ze het land moeten innemen. Op dezelfde wijze mogen ook wij, als we op de eerste dag van de week (zondag) bijeenkomen om aan onze verlossing terug te denken, en bovenal om Hem te gedenken, die dat tot stand heeft gebracht, opzien naar het wonderbare land, dat God ons bereid heeft. Dan kunnen we instemmen met de woorden die de apostel Paulus, geleid door de Heilige Geest, ons toeroept in Efeze 1 vers 3:
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
© www.bibelkurs.com
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW