Bijbelgedeelte: 2 Samuël 22 en 23
Het danklied van David (2 Sam. 22)
David schreef dit lied nadat God hem van al zijn vijanden had verlost. En dat was iets krachtigs, want David had veel vijanden. Waarom eigenlijk? Waarom waren er zoveel mensen tegen deze man die zoveel mooie karaktereigenschappen had? Omdat hij een man naar Gods hart was en niet een man naar het hart van mensen. We zullen hier niet ingaan op de details van dit prachtige lied, want deze serie gaat over het leven van David.
De laatste woorden van David (2 Sam. 23)
Hier vinden we de laatste geïnspireerde woorden van David, als “lieflijk in psalmen van Israël.” De letterlijke laatste woorden die ons over David worden verteld staan in 1 Koningen 2 vers 9, waar het, veelzeggend, gaat over vergelding en bloedvergieten. Hier gaat het echter over David die de woorden van God spreekt (vs. 2).
Hij spreekt over de trouw van God en zijn eigen ontrouw, die zich in zijn huis manifesteerde (vs. 3-7). Daarna noemt hij degenen die voor hem en zijn koningschap vochten. David doet niet aan “socialistisch gelijkheidsdenken,” maar weet heel goed de individuele daden verschillend te beoordelen. De krijgsman David houdt zich vooral bezig met deugden die vandaag de dag vergeten worden: Moed en dapperheid. David schrijft over een zomers tafereel toen hij, overweldigd door zijn behoeften en gevoelens, fris water wilde uit zijn geboortestreek. Helden brachten hem het water waar hij naar verlangde. David schrijft ook over een winters tafereel: Benaja doodde twee sterke, wrede Moabieten op een besneeuwde dag. Dit vertelt ons dat onze vurige ijver voor de Heer altijd in ons moet branden, zelfs als onze harten koud zijn (verg. Matth. 24:12).
Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 19.05.2010.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW