Bijbelgedeelte: 2 Samuel 18
David en Absalom (1)
David heeft door de aarzeling van Absalom kostbare tijd gewonnen. David formeert een heel leger. Hij is vastbesloten ten strijde te trekken, maar het volk weigert. David blijft thuis. God heeft dit zeker zo gestuurd, dat hij de opstandige zoon van hem niet zou beschermen op het slagveld. Natuurlijk laat David niet na om tegen de drie bevelhebbers Joab, Abisai en Ithai te zeggen, dat ze de jongeman Absalom moeten sparen.
De strijdkrachten botsen bij het woud van Efraïm. De strijd breidt zich wijd en zijd uit en Davids volk krijgt de overhand. Absalom wordt al geconfronteerd met Davids dappere dienaren – en vlucht op zijn muilezel. Met zijn ijdele en enorme haardos raakt hij verstrikt in de takken van een grote eik. De muilezel loopt verder. Is het blij van deze last op zijn rug verlost te zijn? Niemand is meer bij de toekomstige koning, zelfs zijn dier niet. Hij hangt daar tussen hemel en aarde, wat aangeeft, dat hij noch voor de hemel, noch voor de aarde geschikt is. We herinneren ons ook de woorden: “Vervloekt is ieder die aan een hout hangt!” (Gal. 3:13).
Joab verneemt, dat Absalom in de eik hangt en doodt hem koelbloedig. Hij is opzettelijk ongehoorzaam aan het gebod van de koning. Joab vocht voor David omdat zijn eigen carrière op het spel stond en omdat hij Absalom niet mocht. Maar hij werd niet gedreven door liefde voor David en had er daarom geen moeite mee om Davids zoon te doden.
Het lichaam van Absalom wordt achteloos in een kuil geworpen en er wordt een hele grote stapel stenen overheen gelegd, wat zeker bedoeld is om een steniging aan te duiden (verg. Deut. 21:18,21). Absalom wilde zeker graag begraven worden bij zijn monument (vs. 18), maar werd alleen maar te schande gemaakt.
Joab wil niet dat Ahimaäz, die hij in hoog aanzien heeft, het nieuws van de overwinning aan David brengt. Zou David immers niet boos kunnen worden als hij hoort van de dood van zijn zoon (verg. 2 Sam. 1:5 e.v.)? Voor Joab, die alleen maar aan zijn eigen succes denkt, heeft het geen zin om zich hier in de nesten te werken. Ahimaäz gaat er uiteindelijk vandoor, maar hij aarzelt als David hem naar Absalom vraagt. De waarheid wordt uiteindelijk onthuld door een Cusjiet (vs. 32).
Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 29.04.2010.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW