Bijbelgedeelte: 2 Samuel 15 vers 14-37
David vlucht
Ook al is David na zijn zware zonde niet meer zo duidelijk een voorafschaduwing van Christus, er zijn nog steeds overeenkomsten met het leven van de Heer Jezus. Dit kan hier ook gezien worden wanneer David vlucht voor zijn zoon Absalom en de beek Kidron oversteekt (de Kidron, “de rouwende,” was een beek die afvalwater van de stad Jeruzalem afvoerde; verg. ook 2 Kron. 15:16; 30:14; 2 Kon. 23:4,6).
Laten we eens kijken naar enkele overeenkomsten:
- David steekt de Kidron over – Jezus steekt deze beek ook over (Joh. 18:1).
- Daarmee begint voor David een bijzondere lijdensweg – en voor de Heer was het net zo.
- David is de verworpene, maar door God gezalfde koning- net als onze Heer.
- David wordt vergezeld door een menigte die met hem weent. De bedroefde Verlosser gaat naar Gethsemané met Zijn discipelen, die daar van verdriet in slaap vallen.
- David wil Ithai laten gaan om hem de ontberingen van de vlucht te besparen. De Heer staat voor de discipelen en wil hen laten gaan (Joh. 18).
- Davids vriend Achitofel blijkt een verrader te zijn. Judas, die door Jezus als vriend wordt aangesproken, verraadt de Meester.
- Over David werd geweend. – Over Jezus ook (Luk. 23:27).
- David gaat naar de Olijfberg, geeft zich over aan de wil van God, weent en bidt. Dit doet ook denken aan het gedrag van de Heer Jezus in de hof van Gethsemané (Luk. 22:39 e.v.; Hebr. 5:7).
Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 10.04.2010.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW