Het einde van het vlees
Voordat we naar ons onderwerp gaan, willen we opmerken dat het woord “vlees” in de Bijbel meerdere betekenissen heeft. Om welke betekenis het hoofdzakelijk gaat (soms schijnt op een en dezelfde plaats meer dan één betekenis ten gronde te liggen), blijkt uit het verband.
1. Probeer de betekenis van de term “vlees” in de volgende Schriftplaatsen te vinden.
Gen. 2:21; Job 10:11:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Ex. 30:32; Ps. 16:9:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Gen. 6:13; 9:11,15:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Gen. 6:3,12; Num. 16:22:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Nu noemen we een paar passages uit het Nieuwe Testament, die aan de laatstgenoemde betekenis van het woord ‘vlees’ aansluiten.
2. Waardoor wordt het vlees geregeerd? Rom. 13:14; Gal. 5:16; Ef. 2:3; 1 Petr. 4:2; 1 Joh. 2:16:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
3. Op welke wezenlijke kenmerken van het vlees wijzen de volgende verzen? Joh. 1:13; Ef. 2.3; Kol. 2:18:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
4. Wat woont in het vlees? Rom. 7:17-18:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
5. In welke verhouding staat het vlees tot God en Zijn wet? Rom. 8.7:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Het naschrift: “want het kan dat ook niet” laat zien, dat het vlees onverbeterlijk is.
6. Wat is Gods oordeel over de “mens in het vlees”? Rom. 8:8.:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Elke ongelovige, de niet opnieuw geborene, is een “mens in het vlees”, omdat het “vlees” – de verdorven aard van de gevallen Adam -, zijn positie voor God bepaalt.
God in Zijn heiligheid kan het “vlees”, de verdorven aard van de gevallen mens, alleen maar oordelen. Dit oordeel heeft God aan het kruis van Golgotha aan Zijn eigen Zoon voltrokken. Nu komen we bij het centrale vers van ons thema, dat we nader willen bekijken, namelijk Romeinen 8 vers 3.
7. Waarin onderscheidt zich de Heer Jezus als mens van alle andere mensen? 1 Joh. 3:5b; Hebr. 4:15b:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
8. Maar wat gebeurde er met Hem aan het kruis van Golgotha? 2 Kor. 5:21:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Christus stierf niet alleen voor onze zonden, de slechte daden die we gedaan hebben, maar ook voor onze zondige natuur, de “zonde in het vlees”. Met andere woorden: Hij stierf, behalve voor wat wij doen, ook voor dat wat we zijn. Onze zondige natuur werd onder het oordeel van God gesteld, dat aan het heilige en reine lichaam van onze Heiland door God werd voltrokken. Daarom moest de Heer Jezus aan het kruis “tot zonde gemaakt” worden.
9. Wat heeft God gedaan, toen Hij zijn Zoon tot zonde gemaakt heeft? Rom. 8:3 (aan het einde van het vers):
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Laten we nu zien welke gevolgen de gebeurtenissen op Golgotha voor de verlosten heeft.
10. Wat is er met de “oude mens”, de “mens in het vlees,” gebeurd? Gal. 2:19b; Rom. 6:8:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
11. Wat kan er nu de gelovigen gezegd worden? Rom. 7:6b; Gal. 2:20:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
Als met Christus gestorven en in Hem geestelijk opgestaan te zijn, zijn de gelovigen een “nieuwe schepping” geworden. Hun dienst bestaat nu niet meer uit de vervulling van de wettelijke vereisten, zoals de “mens in het vlees” het steeds weer tevergeefs probeert, maar daaruit, dat ze Christus volgen in de kracht van de Heilige Geest. (In Gal. 2:20, wordt met de uitdrukking “in het vlees” niet het zondige vlees, maar ons aardse lichaam bedoeld.)
12. We lezen van hen die “van Christus zijn”, dat wil zeggen de gelovigen, dat ze het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd hebben. Wanneer en hoe kon dit gebeuren? Het kan zijn dat het antwoord op deze vraag moeilijkheden geeft. In dit geval, laat de ruimte rustig leeg. Wij zullen u graag te hulp te komen en u het antwoord schrijven. Gal. 5:24:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
13. Probeer nu om een verklaring over de betekenis van Rom. 6:11 te geven:
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
……………………………………………………………………………………………………….……………….
In Christus heeft God de zonde in het vlees aan het kruis veroordeeld. Vandaar dat de gelovige is zijn positie niet langer “in het vlees” voor God. Maar het vlees is nog wel in hem. Bij zijn bekering heeft hij het doodvonnis van God over zijn vlees erkend en het zo gekruisigd. Nu moet hij in de praktijk van zijn leven zich blijven voor de zonde dood rekenen.
Zie ook de bijlage bij deze cursus het artikel “Het vlees als zondige de menselijke natuur”. {deze wordt DV later nog gepubliceerd}.
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW