Genesis 7:1,16
Dat moet een uniek gebeuren zijn geweest: een man bouwt, ver verwijderd van de zee, een groot schip. Dat had nog nooit iemand gezien. Schepen bouw je immers bij het water. Maar Noach reageerde anders. Waarom? Omdat God het gezegd had. God sprak tot Noach: ‘Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven’. In Genesis 6:6 en 8 staat er geschreven: "Toen berouwde het de Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart. … Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren".
Noach bouwde met de hulp van zijn zonen – en op een dag was de ark klaar. God zond de dieren, die tegelijk met hem voor de watervloed gered zouden worden, zodat zij in paren naar Noach in de ark kwamen. Het laatst gingen Noach en de zijnen in de ark, en volgden zo het bevel van God op. Toen sloot de Heer de deur achter hen toe. En toen kwam deze geweldige watervloed van het oordeel, waaruit alleen diegenen gered konden worden die zich in de ark bevonden.
Onze tijd lijkt op de tijd van Noach. Er is veel, dat in Gods ogen verwerpelijk is en waarover Hij het oordeel moet brengen. Net als destijds de ark het enige redmiddel was, zo is dat nu de Heer Jezus en Zijn werk aan het kruis van Golgotha.
Vergeet u niet vandaag te danken voor de ark, waarin u veilig bent: de Heer Jezus?
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW