Een woord over uitverkiezing
De goddelijke uitverkiezing. Er is wellicht geen onderwerp waarover binnen de christenheid meer verwarring bestaat. Een verwarring die helemaal teruggaat op Augustinus 1. Toch spreekt de Bijbel duidelijke taal. Een korte oriëntatie van de Bijbelse gegevens.
Velen geroepen, weinigen uitverkoren
In Mattheüs 20:1-16 en Mattheüs 22:1-14 staan respectievelijk de ‘gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard’ en de ‘gelijkenis van de koninklijke bruiloft’. Beide gedeelten eindigen met dezelfde stelling: “Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren”. Daaruit blijkt duidelijk dat slechts sommigen zijn uitverkoren. Tegenover vele geroepenen staan weinige uitverkorenen. Uiteindelijk blijkt duidelijk niet iedereen uitverkoren. Verre van dat zelfs. Ondanks dat toch iedereen wordt
geroepen.
Maar wie zijn nu de uitverkorenen?
Gelovigen: uitverkorenen
Heel de Schrift door blijken slechts gelovigen uitverkoren. Ondermeer in de Efezebrief. Paulus schreef deze brief “aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus…” (1:1b). In Christus zijn deze “gezegend met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten” (1:3b). In Christus hebben deze “de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen” (1:7a). In Christus zijn deze “een erfdeel geworden” (1:11a). Deze dingen gelden enkel voor gelovigen. Evenzo zijn enkel de gelovigen in Christus “uitverkoren” (1:4a). Er wordt geen moment mede aan ongelovigen gedacht. Noch hier in de Efezebrief, noch elders in de Bijbel.
Wanneer werden deze gelovigen nu uitverkoren?
Voor de grondlegging van de wereld uitverkoren
Volgens dezelfde passage uit de Efezebrief werden gelovigen door God “vóór de grondlegging van de wereld uitverkoren” (1:4a). Voordat ze geboren waren – voordat de wereld zelfs ‘geboren’ was – waren ze al uitverkoren 2. Want dat is wat de apostel schrijft. Een even wonderlijke als moeilijke waarheid. Want indien u zich bijvoorbeeld morgen pas tot Christus zult bekeren, bent u minimaal zesduizend jaar geleden al uitverkoren.
Op grond waarvan dan kon en heeft God de gelovigen van tevoren uitverkoren?
Uitverkoren naar Gods voorkennis
Volgens 1 Petrus 1:2a geschiedde dat “overeenkomstig [naar – SV 1977; Voorhoeve vierde druk 1966; NBG 1951] de voorkennis van God de Vader”. Vanuit de voorbije eeuwigheid voorzag God van tevoren elke toekomstige 3 gebeurtenis en ontwikkeling. Van tevoren voorzag God de zondeval in de hof van Eden. Van tevoren voorzag God de torenbouw van Babel. Van tevoren voorzag God de aanbidding van het gouden kalf. Van tevoren voorzag God de – vandaag ook nog toekomstige – opkomst van de antichrist. Van tevoren voorzag God de verwerping van Christus. Van tevoren voorzag God alle dingen.
Van tevoren overzag God eveneens elk mensenleven. Waaronder ook uw en mijn leven. Van tevoren kende God elk woord, elke gedachte. Van tevoren voorzag God elke beslissing. Daarop nu doelt Petrus. Van tevoren voorzag God wie zich zouden bekeren. Van tevoren voorzag God wie Zijn roepstem zouden beantwoorden. Op grond daarvan heeft God al dan niet uitverkoren. Slechts de weinigen die zich zouden bekeren werden uitverkoren.
Geroepenen, uitverkorenen, gelovigen
Bovenstaande gedachtegang wordt op treffende wijze bevestigd in het Bijbelboek Openbaring. In Openbaring 17:14c worden degenen die Christus toebehoren als volgt beschreven: “geroepenen, uitverkorenen en gelovigen”. Uit het daaraan voorafgaande blijkt het daarbij absoluut niet te gaan om verschillende groepen – veeleer gaat het daarbij eenvoudig om verschillende ervaringen en toestanden van eenzelfde groep. Eerst worden ze door God tot bekering geroepen, vervolgens bewerkt hun daarop volgende bekering zogezegd hun eerder plaatsgevonden uitverkiezing, daarna worden ze door het aannemen van Christus gelovigen.
Geliefde lezer(es),
In Zijn oneindige genade heeft de eeuwige God de eventuele uitverkiezing van zondige mensen van hun uiteindelijke reactie op Zijn uitgestoken hand afhankelijk gemaakt. Naar Zijn soevereine wil heeft God besloten hen te verkiezen die zich zouden bekeren. Op deze wijze bleef zowel de soevereine wil van God alsook de vrije wil van de mens gehandhaafd.
Ik weet niet wie u bent. Ik ken u niet. Maar mogelijk wordt u vaak geplaagd door de vraag of u uitverkoren bent. Weet dan dat u, indien u in het verleden ooit de roepstem van God hebt gehoord en u zich daarop tot Hem hebt gekeerd, u dan uitverkoren bent. Uitverkoren door God. Met een eeuwige verkiezing. Want dat leert het Woord van God.
J.C. van de Haar
Eindnoten:
1. Aurelius Augustinus, zogenaamde kerkvader en bisschop van Hippo, leefde tussen 354-430 nC.
2. Overigens, daarbij mogen we in dit verband evenwel niet voorbijgaan aan het veelzeggende verschil tussen gelovigen van de tegenwoordige bedeling enerzijds en gelovigen van vorige en volgende bedelingen anderzijds. Enkel gelovigen van de tegenwoordige bedeling – de Gemeentebedeling – werden voor(afgaand) aan de grondlegging van de wereld uitverkoren; gelovigen van voorgaande en toekomstige bedelingen werden daarentegen van(af) de grondlegging van de wereld uitverkoren. Zoals gezegd is dit verschil veelzeggend. In tegenstelling tot gelovigen van voorgaande en toekomstige bedelingen kennen gelovigen van de tegenwoordige bedeling een hemelse roeping, hemelse zegeningen, en een hemelse bestemming. In tegenstelling tot Israël is de Gemeente geen aards volk maar een hemels volk. Vandaar dat haar uitverkiezing niet in verbinding met de grondlegging van de wereld plaatsvond.
3. Voorzover we van toekomst kunnen spreken; immers, voor de schepping bestond er geen tijd namelijk. Want ook de tijd is door God geschapen. Er was slechts een eeuwig heden. Op deze lastige kwestie kunnen we nu echter niet verder ingaan.
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW