Mefiboseth
Leidende verzen: 2 Samuel 4 vers 4
2 Samuel 4 vers 4:
“Jonathan, de zoon van Saul, had een zoon die aan beide voeten verlamd was. Hij was vijf jaar oud toen het bericht over Saul en Jonathan uit Jizreël kwam. Zijn voedster had hem opgepakt en was gevlucht, maar toen zij haastig op de vlucht sloeg, gebeurde het dat hij viel en kreupel werd. Zijn naam was Mefiboseth.”
Inhoud
- Inleiding
- Voorstelling van de dingen die onze kinderen doen struikelen
- De belangrijkste les van dit hoofdstuk
Inleiding
Hier hebben we een derde jongeman die viel: Mefiboseth. Dit is misschien wel het treurigste geval van allemaal, want het was nauwelijks zijn schuld. Hij was in handen gegeven van een onvoorzichtig persoon die hem ten val bracht. Soms kan de val van een jong persoon tot op zekere hoogte worden teruggevoerd op degenen die voor hem zorgden. In het geval van Mefiboseth was het zijn ‘voedster’ die hem ten val bracht.
Dit gedeelte waarschuwt ons voor het gevaar om onze kinderen toe te vertrouwen aan oppassers die misschien niet dezelfde zorg en principes hebben als wij. Laten we als ouders voorzichtig zijn aan wie we onze kinderen toevertrouwen; zij zouden hen kunnen verderven en hen op de een of andere wijze “kreupel” kunnen maken in hun leven.
Voorstelling van de dingen die onze kinderen doen struikelen
Maar laten we niet alleen wijzen naar degenen bij wie we onze kinderen achterlaten; wij als ouders zijn waarschijnlijk de grootste boosdoeners op dit gebied. Wat ik daarmee wil zeggen is, dat wij vaak degenen zijn die onze kinderen ten val brengen – meer dan welke kinderoppas dan ook! We kunnen onze kinderen laten struikelen, en doen dat ook vaak, door wat we doen en toestaan in ons leven. Dit is een ernstige zaak. We kunnen hen ten val brengen door dingen in hun leven in te voeren die hen later overrompelen en doen struikelen. Het klassieke voorbeeld is Abraham, die Lot meenam naar Egypte. Lot kreeg een voorliefde voor Egypte waar hij nooit meer vanaf kwam en zo maakte hij keuzes in zijn leven die er uiteindelijk toe leidden, dat hij naar Sodom ging (Gen. 13:10,11).
Op een nacht kreeg een christelijk echtpaar een telefoontje van de stadspolitie. Ze werden gevraagd om naar het mortuarium te komen om een lichaam te identificeren: het lichaam van hun eigen dochter die net was omgekomen bij een auto-ongeluk! Hoe zou u zich voelen bij zo’n telefoontje? Toen ze daar aankwamen, kregen ze te horen, dat het meisje onder invloed van alcohol was geweest. Ze was dronken geweest.
Toen de ouders thuiskwamen, waren ze er natuurlijk kapot van. Er gingen veel gedachten door hun hoofd. Hoe was hun dochter aan alcohol gekomen terwijl ze nog niet meerderjarig was? En waarom zou ze zoiets doen? De vader bleef maar herhalen, dat hij de persoon die zijn minderjarige dochter alcohol had gegeven zou willen vinden; hij wilde hem te pakken krijgen. En u kunt zich voorstellen hoe hij zich voelde. Niet in staat om te slapen, ijsbeerde de man over de vloer van zijn huis. En hij dacht dat hij op de rand van een zenuwinzinking stond. Dus dacht hij dat het beter zou zijn om een klein slokje schnaps of whisky te nemen of wat hij dan ook in huis had. Hij was een rechtschapen christen die geen bezwaar had tegen drinken; hij was er altijd voorzichtig mee geweest en had zichzelf nooit toegestaan aangeschoten te raken. Dus ging hij naar zijn drankkast, en zie, de fles was weg! Maar hij zag een briefje waarop stond: “Pap, we hebben je fles meegenomen voor het afstudeerfeest. We geven je het geld om hem later te vervangen.” Het briefje was ondertekend door zijn dochter!
Wat een les moest deze man leren. Hij was op zoek naar de persoon die zijn dochter alcohol had gegeven en hij bleek het zelf te zijn! Omdat hij alcohol in huis had, maakte hij het mogelijk, dat zijn dochter dronken werd.
Beste ouders, wees niet zo naïef om te denken, dat jullie jongelui, als ze drinken, dat doen voor medicinale doeleinden. Nu zegt u misschien: “Als ze het willen, krijgen ze het toch wel.” Ja, maar wilt u dan laten vaststellen, dat u degene bent die hun val mogelijk heeft gemaakt? Ik noem dit als voorbeeld van hoe we onze eigen kinderen, van wie we veel houden, ten val kunnen brengen. Laten we voorzichtig zijn met wat we toelaten in onze huizen.
Helaas voor Mefiboseth gebeurde dit allemaal in een tijd van verdeeldheid in Israël. Hij kwam uit de familie van Saul en het was natuurlijk voor zijn familie om het huis van Saul te volgen. Maar helaas stonden ze aan de verkeerde kant. Mefiboseth was dus een jongere die in de verdeeldheid van het volk van de Heer werd getrokken, of hij dat nu wilde of niet. Omdat hij nog maar een kind was, was het niet zijn schuld.
Beste broeders en zusters, klinkt dit jullie niet bekend in de oren? Zijn er vandaag niet soortgelijke gevallen onder het volk van de Heer? Er zijn jonge mensen die niet beseffen wat er onder de broeders is gebeurd en die door hun dwalende ouders in verdeeldheid zijn gebracht. Hun geval kan teruggevoerd worden tot hun ouders en degenen die geestelijk toezicht over hen hadden. Het is echt bedroevend.
Hoe moeten we ons dan gedragen tegenover zulke mensen? Ik geloof dat de Schrift ons zegt, dat we in zulke gevallen onderscheid moeten maken, omdat de verkeerde geestelijke positie waarin ze terecht zijn gekomen niet hun eigen schuld is (Judas 22). De Schrift wijst erop, dat kinderen niet verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de fouten van hun ouders (Deut. 24:16; 2 Kron. 25:4). Onze harten zouden open moeten staan voor zulke personen. We moeten bij elke gelegenheid proberen om de ongelukkige slachtoffers te helpen. En dat is precies wat David doet in 2 Samuël 9. In dit hoofdstuk zien we, dat David achter de onschuldige slachtoffers van Sauls huis aanging en hen vriendelijkheid toonde. Hij vond Mefiboseth in een geïsoleerde plaats – in Lodebar. Hij zat daar al twintig jaar! Davids hart ging naar hem uit en hij liet Mefiboseth halen en naar Jeruzalem (het Goddelijk middelpunt) brengen, waar hij aan de tafel van de koning mocht eten.
De belangrijkste les van dit hoofdstuk
Dit is leerzaam voor ons omdat de meeste mensen denken, dat de geschiedenis van Mefiboseth een beeld is van de genade van God aan zondaars in het evangelie. Maar dat is een secundaire toepassing. Het primaire onderwijs in deze passage is de zorg voor hen die afgedwaald zijn en misschien schade hebben opgelopen door de fouten van anderen. We moeten hier echter voorzichtig mee zijn, want mensen bijeenbrengen in de Naam van de Heer is niet ons werk – het is het werk van de Geest van God (Matth. 18:20; Luk. 22:10).
Nu, als deze mensen die zijn meegenomen in een scheiding intelligente verdedigers blijken te zijn van de fouten van hun ouders – en die hebben we gezien – dan is dat een heel andere zaak. Als ze begrijpen wat er is gebeurd en nog steeds geloven, dat de positie van hun ouders juist is, en ze die actief steunen, dan moeten we afstand nemen. Hun wil is aan het werk en ze verstrikken zichzelf in dezelfde zonde als hun ouders. Jozua 7 vers 24 en 25 wijst erop, dat zulke mensen aan hetzelfde oordeel onderworpen moeten worden als hun ouders. Achan werd veroordeeld voor zijn zonde, en zijn kinderen werden die dag ook veroordeeld. Dit is geen schending van Deuteronomium 24 vers 16, dat zegt dat de kinderen niet mogen sterven voor de zonde van hun ouders; het gebeurde omdat ze actief betrokken waren bij de zonde van hun ouders. De Schrift zegt dat Achan niet alleen was in zijn schuld (Joz. 22:20). Dit brengt ons terug bij wat ik eerder zei: Onderscheidingsvermogen is in elk geval nodig.
Met Mefiboseth was er een prachtig herstel; hij “woonde in Jeruzalem” en “at voortdurend aan de tafel van de koning” (zie 2 Sam. 9:13). In deze dingen werd hij later in zijn leven op de proef gesteld door de opstand van Absalom. Er ontstond nog meer verdeeldheid in Israël en velen wendden zich tot Absalom, maar Mefiboseth bleef trouw (2 Sam. 19:24-30). Hij had enkele waardevolle lessen geleerd. Soms waarderen degenen die in de verdeeldheid zijn getrokken en hersteld de plaats meer dan degenen die er al die tijd bij waren.
Samenvatting van de drie jonge mannen
De dingen waardoor deze jonge mannen ten val kwamen:
- Eutychus – onvoorzichtigheid. We moeten achter deze mensen nagaan, zoals Paulus deed, want ze zijn niet weggegaan onder een mandaat van de gemeente. Ze zijn meestal gewoon koud en/of ontmoedigd.
- Ahazia – rebellie. We moeten hen niet achterna gaan, omdat zij zich op een bepaalde weg van de zonde bevinden. Als we dat wel doen, bestaat het gevaar, dat het vuur van het Goddelijk oordeel op ons neerdaalt, zoals het geval was bij de soldaten van de koning.
- Mefiboseth – onschuldig meegesleurd door verdeeldheid. We moeten proberen hen de hand te reiken als de gelegenheid zich voordoet (zoals David deed), want zij waren niet actief betrokken bij de verdeeldheid van het volk van God, maar zijn het slachtoffer van de fouten van anderen.
Stanley Bruce Anstey; © SoundWords
Online in het Duits sinds: 25.01.2024; bijgewerkt: 06.05.2024.
Oorspronkelijke titel: “Three young men who had a fall – Why we fall & how we should treat the fallen.” Bron: www.bibletruthpublishers.com
Uit een lezing gegeven op 23 juni 2007 in Walla Walla, WA
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW