10 februari 2024
Hebt u zich ooit afgevraagd: “Waarom heb ik geen zekerheid van mijn behoudenis (redding)? De ene dag voel ik me gered, maar de volgende dag niet.” U begrijpt misschien, dat de dood van Christus alleen u zekerheid geeft, maar u denkt dat het is wat u voelt dat u zekerheid geeft.
De verbeelding van de mens ziet redding op deze manier: “Deze blijde gevoelens heb ik gegeven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u mag hopen dat u eeuwig leven hebt.” Open nu uw Bijbel bij 1 Johannes 5 vers 13 en vergelijk de fantasierijke gedachten van de mens met het Woord van God, dat zegt: “Deze dingen heb ik u geschreven, opdat u weet dat u eeuwig leven hebt, u die in de naam van de Zoon van God gelooft.”
In Exodus 11-12 sprak de Heer het oordeel van de dood uit over de eerstgeborenen in elk huis in Egypte waar geen bloed van een lam aan de deurposten was aangebracht. Hoe wisten de eerstgeboren zonen van Israël nu zeker dat ze veilig waren in die nacht van het oordeel? Laten we twee huizen bezoeken en horen wat ze zeggen.
In het eerste huis beeft iedereen van angst. Als we vragen waarom ze zo bang zijn, vertelt de eerstgeboren zoon ons, dat de engel van de dood vanavond komt en dat hij niet zeker weet wat er gaat gebeuren.
“Als de vernietigende engel ons huis is gepasseerd, weet ik dat ik veilig ben, maar tot die tijd weet ik het niet zeker. Bij de buren zeggen ze, dat ze zeker zijn van hun behoud, maar wij vinden dat aanmatigend. Ik kan er alleen maar het beste van hopen.”
We vragen: “Heeft de God van Israël niet gezorgd voor een veilige weg voor Zijn volk?” De zoon antwoordt: “Ja, en we hebben gedaan wat God ons gezegd heeft. Het bloed van een vlekkeloos lam is aan de deurposten gesprenkeld, maar we zijn nog steeds niet zeker van onze veiligheid.”
Laten we nu naar de buren gaan. Wat een contrast! Iedereen is gelukkig. Hun deurposten zijn beschilderd en ze genieten van het geslachte lam. Waarom al die vreugde op zo’n ernstige avond? Ze antwoorden: “We wachten op de marsorders van de HEERE, en dan zullen we afscheid nemen van Egypte.”
“Maar, weet u niet, dat dit een nacht van oordeel is?”
“ Zeker, maar onze eerstgeboren zoon is veilig. Het bloed is aangebracht volgens de voorschriften van God.”
“Maar dat is bij de buren ook gebeurd,” antwoorden we, ”en zij zijn ongelukkig omdat ze onzeker zijn over hun veiligheid.”
De eerstgeborene antwoordt resoluut: “We hebben meer dan het bloed. We hebben het Woord van God hierover. God zei: ‘Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan’ (Ex. 12:13). God is tevreden met het bloed aan de buitenkant en wij zijn tevreden met Zijn Woord aan de binnenkant. Het besprenkelde bloed maakt ons veilig, terwijl het Woord van God ons zekerheid geeft.”
Welke van deze twee huizen was veiliger? Het antwoord is, dat ze allebei even veilig waren omdat hun veiligheid alleen afhing van wat God dacht over het bloed buiten en niet van hun gevoelens binnenin. Als u zeker wilt zijn van uw zegeningen, luister dan niet naar het onstabiele getuigenis van uw innerlijke emoties. Luister in plaats daarvan naar het onfeilbare Woord van God: “Voorwaar, voorwaar,, Ik zeg u: wie <in Mij> gelooft, heeft eeuwig leven” (Joh. 6:47).
Laat me een andere illustratie gebruiken. Een man vraagt of hij een huis kan huren, maar de eigenaar geeft hem geen antwoord. Op een dag zegt een buurman: “Ik weet zeker dat u dat huis krijgt. Weet u niet meer, dat de eigenaar u de vorige Kerst een cadeautje stuurde? Hij heeft laatst ook naar u gezwaaid.” Deze woorden vervullen de man met hoop.
De volgende dag zegt een andere buurman: “Ik denk niet, dat u dat huis krijgt. Iemand anders heeft ook gevraagd om het te huren en hij is een goede vriend van de eigenaar.” De optimistische hoop van de man spat uiteen als zeepbellen. De ene dag heeft hij hoop en de volgende dag zit hij vol twijfels.
Dan komt er een brief van de eigenaar. Zijn gezicht verandert van spanning in vreugde als hij de brief leest. Hij roept naar zijn vrouw: “Het is nu geregeld. De eigenaar zegt, dat het huis van ons is zolang we het willen huren. De meningen van mensen doen er niet meer toe nu we het geschreven woord van de eigenaar hebben.”
Veel mensen verkeren in een soortgelijke toestand, ze worden gekweld door de meningen van mensen of door de gevoelens van hun hart. Pas wanneer ze uiteindelijk de zekerheid van het Woord van God ontvangen, neemt zekerheid de plaats in van twijfel.
Als God spreekt, dan moet er een zekerheid zijn, of het nu gaat om het uitspreken van de verdoemenis van de ongelovige of de behoudenis van de gelovige. “Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel” (Ps. 119:89). Zijn Woord bepaalt alles. “Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen?” (Num. 23:19b).
Maar u kunt zich afvragen: “Hoe kan ik er zeker van zijn, dat ik genoeg van het juiste soort geloof heb?” Het gaat niet om de juiste soort of de hoeveelheid van uw geloof, maar om de betrouwbaarheid van de Persoon in Wie u gelooft. Heb u vertrouwen in de juiste Persoon – de Zoon van God?
De ene man omklemt Christus met de greep van een drenkeling, terwijl een ander alleen de zoom van Zijn gewaad aanraakt, maar beiden zijn even veilig. Ze hebben allebei dezelfde ontdekking gedaan. Ze kunnen Christus en Zijn Woord volledig vertrouwen en vol vertrouwen rusten in de eeuwige werkzaamheid van Zijn volbrachte werk.
Zorg ervoor, dat uw vertrouwen niet gebaseerd is op uw goede werken, uw religieuze activiteiten, uw gevoelens of uw morele training. U kunt het sterkste geloof in zulke dingen hebben en toch eeuwig verloren gaan. Het zwakste geloof in Christus redt eeuwig; het sterkste geloof in onszelf is nutteloos.
“Ik geloof in Hem,” zei een verdrietig meisje op een dag, ”maar ik zeg niet graag, dat ik gered ben uit angst dat ik lieg.” De vader van dit meisje was naar een veemarkt gegaan om schapen te kopen en was nog niet terug. Toen zei ik: “Stel dat je vader thuiskomt en je vraagt hem hoeveel schapen hij heeft gekocht en hij zegt ‘tien.’ Later vraagt iemand je hoeveel schapen je vader vandaag heeft gekocht en jij antwoordt: ‘Dat wil ik niet zeggen, want dan lieg ik misschien. Met rechtschapen woede riep haar moeder, die vlakbij stond, uit: “Maar dat zou van haar vader een leugenaar maken!”
Op dezelfde manier maakte dit goedbedoelende meisje van Christus een leugenaar door te zeggen: “Ik geloof in Hem, maar ik zeg niet graag dat ik gered ben uit angst, dat ik lieg.” Christus heeft gezegd: “Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven” (Joh. 6:47).
U kunt zich dan afvragen: “Hoe kan ik er zeker van zijn, dat ik geloof? Hoe meer ik naar mijn geloof kijk, hoe minder ik lijk te hebben.” Misschien kijkt u in de verkeerde richting. Uw pogingen om te geloven laten alleen maar zien, dat u op het verkeerde spoor zit.
Laat me een andere illustratie gebruiken. Op een avond vertelt een man, die een notoire leugenaar is, u dat een vriend zojuist is omgekomen bij een auto-ongeluk. U zult hem waarschijnlijk niet geloven omdat u hem te goed kent. Maar dan vertelt een buurman u hetzelfde slechte nieuws. Deze keer zegt u: “Omdat u het me vertelt, geloof ik het.” Ik vraag: “Waarom geloof u uw buurman en niet de leugenaar?” U antwoordt: “Vanwege wie en wat mijn buurman is. Hij heeft nog nooit tegen me gelogen en ik weet, dat hij dat ook nooit zal doen.”
Op dezelfde manier weet ik, dat ik het evangelie kan geloven vanwege Hem die mij het nieuws brengt. “Als wij het getuigenis van de mensen aannemen, het getuigenis van God is groter; want dit is het getuigenis van God dat Hij getuigd heeft over zijn Zoon … wie God niet gelooft, heeft Hem tot leugenaar gemaakt, omdat hij niet heeft geloofd in het getuigenis dat God heeft getuigd over zijn Zoon” (1 Joh. 5:9-10).
Een angstig persoon zei eens tegen een prediker: “Ik kan niet geloven.” De prediker vroeg: “Wie is het die je niet kunt geloven?” Deze vraag loste het probleem op. Hij had geloof gezien als iets dat hij in zichzelf moest voelen om er zeker van te zijn, dat hij geschikt was voor de hemel. Maar geloof kijkt altijd naar buiten naar Christus en Zijn volbrachte werk en luistert rustig naar het getuigenis van een trouwe God over beide.
De blik naar buiten brengt vrede van binnen. Als een man zijn gezicht naar de zon wendt, is zijn schaduw achter hem. U kunt niet tegelijkertijd naar uzelf en naar een verheerlijkte Christus in de hemel kijken. De Zoon van God wint uw vertrouwen: Zijn volbrachte werk maakt u eeuwig veilig en het Woord van God geeft u de zekerheid van uw behoudenis.
Tim Hadley ; © www.anchorsforlife.org
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW