Onderscheid tussen man en vrouw (Leviticus 3-5).
De verschillen tussen man en vrouw verdwijnen als het gaat om zonde, maar ze blijven bestaan als het gaat om onze verantwoordelijkheden op aarde.
Opmerking: De volgende tekst is een door de computer gegenereerd transcript van het audiobestand. Spraakherkenning kan in sommige gevallen foutief zijn. Dit geldt ook voor alle vorige en toekomstige publicaties over dit onderwerp.
We zagen in een eerdere podcast dat man en vrouw verschillend door God geschapen zijn en dat dit herhaaldelijk duidelijk wordt gemaakt in het eerste boek van Mozes. Nu komen we bij Leviticus 13, waar we bijvoorbeeld in vers 29-30 lezen: “Wanneer er bij een man of vrouw een aangetaste plek is op het hoofd of in de baard, en heeft de priester die aangetaste plek bezien … .” Vers 38-39: “Wanneer een man of vrouw op de huid van hun lichaam vlekken zullen hebben, witte vlekken, en heeft de priester gezien … .” Hoofdstuk 13 van Leviticus is een hoofdstuk dat over melaatsheid gaat, over de melaatse. En daar vinden we verwijzingen die illustreren dat zonde voorkomt in het leven van een christen, van een gelovige.
Een zonde die een zondige toestand kan worden. En waar onderscheid gemaakt moet worden of het al een zondige toestand is of niet. En daar zien we dat er in dit geval geen onderscheid wordt gemaakt tussen man en vrouw. Dus als het om zonde gaat, als het om kwaad gaat, maken de verschillen die van nature tussen man en vrouw bestaan geen verschil. Sterker nog, wanneer er een zondige staat is, ongeacht of het ons als mannen betreft of jullie als gelovige vrouwen, dan zijn we schuldig voor God, en moet een zondige staat behandeld worden volgens het Woord van God. Dus als het gaat om kwesties van hoererij, hebzucht, afgoderij, dronkenschap, seks, zijn, enzovoort, kunnen we deze kwesties niet alleen oplossen – noch als man noch als vrouw. Het moet onder de aandacht worden gebracht van een verantwoordelijke plaatselijke broeder, die dan samen met de anderen moet beslissen. Het is iets dat aan de gemeente, aan de plaatselijke gemeente, moet worden voorgelegd.
Dat dit onderscheid niet bestaat als het om zonde gaat – overigens ook niet bij de kleinste zonde – wordt in het Oude Testament herhaaldelijk duidelijk gemaakt. Ik neem nog een voorbeeld uit Numeri 5, waar God in vers 2-3 zegt: “Gebied de Israëlieten dat zij elke melaatse, en ieder die een vloeiing heeft, en ieder die onrein is vanwege een dode, uit het kamp wegsturen. Van man tot vrouw moet u wegsturen; u moet hen wegsturen tot buiten het kamp, zodat zij hun eigen kampen, waar Ik in hun midden woon, niet verontreinigen.” Dit gaat dus over verontreiniging, die in die tijd natuurlijk uiterlijk was, maar die met het oog op het nieuwtestamentische leven, met het oog op onze christelijke tijd, spreekt van innerlijke verontreiniging, van innerlijke zonde, en de Geest van God zegt heel duidelijk, dat er als het om zonde gaat, geen verschil is tussen man en vrouw. Vrouwen kunnen niet zeggen, dat het minder belangrijk voor ons is, of mannen kunnen niet zeggen, dat het minder belangrijk voor ons is, maar God ziet zonde onafhankelijk van ons geslacht.
Dan vinden we in Leviticus 18 vers 22, een vers waarvan de betekenis vandaag de dag veel kritiek krijgt. Er staat in Leviticus 18 vers 22: “U mag niet slapen met een mannelijk persoon, zoals u met een vrouw slaapt. Dat is een gruwel.” En we vinden hetzelfde opnieuw in hoofdstuk 20 vers 13, waar de Geest van God zegt: “Wanneer een man met een andere man slaapt, zoals men met een vrouw slaapt, dan hebben zij beiden iets gruwelijks gedaan. Zij moeten zeker ter dood gebracht worden. Hun bloed rust op henzelf.” Hier zien we, dat wat mensen, inclusief theologen, er vandaag de dag in willen lezen om de nauwkeurigheid van Gods Woord te vermijden, simpelweg niet waar is. Dit gaat helemaal niet over prostitutie; dat wordt altijd geassocieerd met tempelprostitutie of slavernij of iets dergelijks. Er staat simpelweg, dat als een man bij een man ligt, zoals hij met een vrouw ligt.
Dat betekent, dat het simpelweg een intieme relatie is zonder enige druk of dwang, er wordt ook helemaal geen onderscheid gemaakt, maar hier wordt heel gewoon de seksuele gemeenschap van een man en een vrouw genoemd en vervolgens wordt duidelijk gemaakt, dat een man niet bij een man of een vrouw niet bij een vrouw liggen mag. Dat betekent, dat Gods Woord dat in de wet heel snel duidelijk maakt, en Hij had het al vóór de wet duidelijk gemaakt door het oordeel over Sodom en Gomorra, dat God de betrekking tussen man en man alsmede tussen vrouw en vrouw niet wenst. Natuurlijk mogen we vrienden zijn, net zoals David en Jonathan vrienden waren. Deze vriendschappen hebben niets te maken met seksuele zaken. En ze bestaan wel, net zoals Paulus en Timotheüs op een ander niveau met elkaar verbonden waren.
Zulke vriendschappen bestaan natuurlijk, en ze zijn goed en waardevol, maar elke gender- of seksuele component in zulke relaties is slecht in Gods ogen. God maakte het onderscheid tussen man en vrouw, zodat een man en een vrouw in het huwelijk konden samenleven. We vinden heel duidelijk in Gods Woord dat dit alleen binnen het kader van het huwelijk mag en kan gebeuren. Maar Gods Woord maakt heel duidelijk, dat Hij dit onderscheid maakte zodat ze in het huwelijk konden samenleven, en Hij wil uitdrukkelijk niet, dat man en man, of vrouw en vrouw, samenleven. Hier willen we absoluut vasthouden aan Gods gedachte: de echtelijke liefdesrelatie bestaat alleen in de heteroseksuele sfeer. Dus wanneer mensen, zelfs zij die zichzelf christenen noemen, zeggen: “Als man hou ik van een man, en als vrouw hou ik van een vrouw,” dan is dat geen liefde. Want liefde volgens Gods Woord kan alleen iets zijn wat rein is, kan alleen iets zijn, dat in overeenstemming is met de gedachten van God, en dat is het in dit geval niet.
Dan vinden we nog een waardevol vers in Leviticus 27. Het zegt in vers 5: “Is het iemand tussen vijf jaar en twintig jaar, dan is de door u bepaalde waarde voor een man twintig sikkel en voor een vrouw tien sikkel.” Daar vinden we dit onderscheid tussen man en vrouw weer terug. Waardevol, want er schuilt hier natuurlijk het gevaar in, dat we zeggen: “O, de vrouw is minder waard,” en dat is nu juist niet wat er bedoeld wordt. Het gaat hier om een schatting, om duidelijk te maken, dat een vrouw, zolang ze op aarde is, door God anders gewaardeerd wordt dan de taak en verantwoordelijkheid van een man.
De verantwoordelijkheid van een man is groter, en daarom is het geschatte te betalen bedrag simpelweg hoger voor hem. Voor een man 20 sikkel, en voor een vrouw 10 sikkel. Dit wordt tegenwoordig natuurlijk niet meer graag gezien, en aangezien de tijdgeest ook bij ons christenen niet stilstaat, moeten we ons bewust zijn van dit onderscheid. God maakt al onderscheid zolang wij op aarde zijn, en dat blijkt ook uit deze inschatting van taken en verantwoordelijkheden.
Dan gaan we verder naar Numeri 6, en daar lezen we in vers 2, dat gaat over de wet voor het nazireeërschap: “Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer een man of een vrouw een gelofte aflegt door de gelofte van een nazireeër te doen, om zich aan de HEERE te wijden, dan moet hij … .” Hier zien we, dat als het gaat om toewijding aan God, als het dus niet gaat om de verschillende diensten, de verschillende taken, de verschillende functies, de verschillende posities op aarde, maar als het gaat om overgave aan God, als het gaat om toewijding aan God, er geen verschil is, maar dat God duidelijk maakt, dat of man of vrouw, of vrouw of man, Hij deze toewijding op gelijke wijze waardeert.
Dit is echt bemoedigend voor u, gelovige zusters. Hoewel God onderscheid maakt in onze taken hier op aarde, maakt Hij uitdrukkelijk geen onderscheid als het gaat om de overgave, de toewijding aan God. Vervolgens vinden we dit in Numeri 30, dat daar in vers 10 en 11 wordt getoond. Vanaf vers 2 gaat het over geloften, over een eed die door een man of een vrouw wordt afgelegd. Vers 10 en 11 zeggen, en dit is ook in andere contexten duidelijk gemaakt, dat als een vrouw een gelofte heeft gedaan in het huis van haar man of zich met een eed heeft verbonden, en haar man het heeft gehoord en tegen haar heeft gezwegen, en zich er niet aan heeft gehouden, al haar geloften van kracht blijven, en elke verplichting waaraan zij zich heeft verbonden, blijft van kracht.
Vers 12-13: “Maar als haar man op de dag dat hij ervan hoort, deze nadrukkelijk verbreekt, dan is geen enkele uitspraak van haar lippen, van haar geloften en van de verplichting tegenover haarzelf van kracht; haar man heeft die verbroken en de HEERE zal het haar vergeven. Elke gelofte en elke verplichting onder ede om zichzelf te verootmoedigen, kan haar man bekrachtigen of kan haar man verbreken.” We zien hier ook, dat de vrouw gelofte kon doen, iets aan God kon opdragen, maar dat als de man erachter kwam, hij het recht had; de echtgenoot – of eerder, zoals we zien, de vader, als ze nog niet getrouwd was – kon het nietig verklaren. Dit toont nogmaals aan, ten eerste, dat God Zich erover verblijdt, wanneer een vrouw, een gelovige vrouw, zich voor Hem beschikbaar stelt, zich aan Hem toewijdt, maar ze kan dit alleen doen binnen het kader van het huwelijk als ze getrouwd is, of als ze nog niet getrouwd is en jong is, thuis bij haar vader, onder het gezag van haar echtgenoot of vader. Dat betekent niet, dat God geen waarde hecht aan toewijding, maar het moet gebeuren in overeenstemming met de echtgenoot, of als ze nog niet getrouwd is en thuis is, met de vader.
Dit toont nogmaals de verschillende posities aan die God aan man en vrouw heeft gegeven. De man is verantwoordelijk voor het huwelijk en voor het gezin. Het is de vader die verantwoordelijkheid voor het huwelijk en ook voor het gezin heeft. God maakt dat hier duidelijk, en we willen dit ook bewaren. We willen ervoor zorgen, dat dit onderscheid wordt gemaakt, en jullie als echtgenotes, jullie als dochters, moeten dit niet als devaluatie of vernedering zien. God heeft deze verschillen juist laten bestaan zolang we op aarde zijn.
Dit brengt ons bij het, laten we het zo noemen, beruchte vers in Deuteronomium 22 vers 5, dat we een andere keer uitgebreider zullen bekijken. Ik wil het hier eerst lezen. “De kleren van een man mogen niet door een vrouw gedragen worden, en een man mag geen vrouwenkleding aantrekken, want ieder die dat doet, is voor de HEERE, uw God, een gruwel.” Hier zien we, dat God verschillende kleding en verschillend werk voor mannen en vrouwen heeft voorzien. We zien dit vanaf het allereerste begin. Er is hier zeker een heel bijzondere connectie met transvertisme, maar verder zien we duidelijk, dat God dit onderscheid tussen man en vrouw duidelijk maakt en voorstelt, en dat het voor ons een zegen zal zijn als we ons eraan houden.
En dan, als laatste punt van deze podcast, lezen we in Deuteronomium 25 vers 5: “Wanneer broers bij elkaar wonen en een van hen sterft zonder dat hij een zoon heeft, dan mag de vrouw van de gestorvene niet de vrouw van een vreemde man buiten de familie worden. Haar zwager moet bij haar komen en haar voor zichzelf tot vrouw nemen, en zo zijn zwagerplicht tegenover haar vervullen.” Hier zien we dat, ondanks alle verschillen die God ziet en maakt en waardeert en wil zien tussen man en vrouw, God op een heel bijzondere manier voor vrouwen zorgt. En dat is heel mooi. In 1 Petrus 3 staat, dat een man wijs moet leven met zijn vrouw, het zwakkere vat. En hier zien we, dat God op een bijzondere manier voor vrouwen zorgt in dit opzicht, zowel fysiek als geestelijk, waar zij het zwakkere vat zijn, als ze getrouwd waren en geen kinderen hadden.
En we hebben al gezien, dat dit precies is wat God wil bereiken in een huwelijk, namelijk nageslacht, en dat Hij toen een weg koos waar in Israël een bepaalde verplichting bestond, dat zo’n jonge vrouw die getrouwd was en vervolgens niet meer getrouwd, maar die daardoor niet meer tot het ouderlijk huis behoorde en daardoor grote sociale en financiële uitdagingen kon tegenkomen, dat God een zorgplicht verordende, dat de broer van de echtgenoot, de eerste echtgenoot, dan een zwagerplicht had. Zo zien we, dat God een hart voor jullie heeft, dat vol is van barmhartigheid, vol genade, vol zorg, vol liefde en dat Hij jullie waardeert in jullie verschillen. En als jullie dit in praktijk brengen, als jullie ernaar leven, zullen jullie een grote zegen ontvangen en dat wens ik jullie van harte toe.
Manuel Seibel; © www.bibelpraxis.de
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW