“Overspeligen, weet u niet dat de vriendschap jegens de wereld vijandschap is jegens God” (Jakobus 4:4)
Ik herinner me een jonge christin, die een dienstknecht van Christus eens vroeg, wat er nu zo erg aan was, wanneer gelovigen naar party’s gaan en daar samen met de ongelovigen plezier maken.
Hij antwoordde: “Ik zal jouw vraag beantwoorden met een andere vraag. Stel je voor dat je met een nobele, oprechte man verloofd bent. Hij betekent alles voor je en is in alle opzichten je liefde en je vertrouwen waard. Op een nacht wordt hij in koelen bloede door een brute moordenaar vermoord. Hoewel hij voorlopig aan de wet ontsnapt, weet jij toch wie de moordenaar is, en draag je dit verschrikkelijke geheim met je mee. De tijd verstrijkt en op en avond staat deze moordenaar in een chique pak voor de deur van je huis. Nadat hij zich toegang verschaft heeft, nodigt hij jou ongegeneerd uit om, tot je grootste ontzetting, met hem mee naar een bal te gaan. Wat zou jij in zo’n geval doen?”
“Wat ik zou doen?” zei ze. “Ik zou hem uit huis wegjagen en hem vertellen, dat hij mij nooit meer onder de ogen moest komen”. “Zeer goed”, zei de dienaar van Christus. “Deze moordenaar is de wereld. Zijn handen zijn bevlekt met bloed door de moord op de Bruidegom van de gemeente. Hoe kun jij dan vragen of het slecht zou zijn om samen met hem wat plezier te hebben?”
Dat was genoeg. Haar ogen werden geopend. Ze had haar eigen vraag beantwoord.
Geplaatst in: Evangelie
© Frisse Wateren, FW