“… want alles is van u: hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomstige dingen, alles is van u; en u bent van Christus, en Christus is van God” (1 Kor. 3:21-23).
Leestijd: 2 minuten
In de oude schepping behoort de mens toe aan de dood, is hij haar eigendom. Daarom werd terecht gezegd, dat op het moment dat de mens begint te leven, hij uiteindelijk begint te sterven. Een triest feit!
De mens kan de dood niet ontlopen. “Het is de mensen eenmaal gegeven te sterven, maar daarna het oordeel” (Heb 9:27). Er is geen enkele zaak die de mens in de oude schepping bezit die hem niet door de onbarmhartige hand van de dood kan worden ontnomen. De dood neemt alles van hem af, vernietigt zijn lichaam tot stof en stuurt zijn ziel naar het oordeel. Huizen, landerijen, rijkdom en aanzien, roem en invloed: alles verdwijnt wanneer de laatste, woeste vijand nadert. De rijkdom van het universum, als die in het bezit zou zijn van welke mens dan ook, zou hem geen moment uitstel kunnen geven.
De dood neemt alles van de mens weg en voert hem als het ware naar het oordeel. De koning en de bedelaar, de edelman en de boer, de geleerde filosoof en de onwetende clown, de beschaafde en de wilde: ze zijn allemaal gelijk, zonder onderscheid. De dood grijpt iedereen binnen de oude schepping. Het graf is het einde van de aardse geschiedenis van de mens en daarna komt de grote witte troon van het oordeel en de poel van vuur.
Maar in de nieuwe schepping behoort de dood toe aan de mens. Er is niets dat de christen bezit, dat hij niet aan de dood te danken heeft.
Hij heeft leven, vergeving, gerechtigheid, vrede, aanvaarding, heerlijkheid: de gelovige bezit alles door de dood – de dood van Christus. De betekenis van de dood is volledig veranderd. Satan kan de dood niet langer gebruiken als het oordeel van God over de zonde, hij heeft geen macht om de dood toe te passen op de ziel van de gelovige, hoewel God de verlosten in Zijn regerend handelen met Zijn volk als tuchtiging en kastijding kan gebruiken en dat ook doet (Hand. 5; 1 Kor. 11:30; en 1 Joh. 5:16).
Maar degene die de macht van de dood had is Satan: hij is overwonnen. Onze Heer Jezus Christus heeft Zijn macht van hem afgenomen en houdt nu de sleutels van de dood en de hel in Zijn almachtige hand. De dood heeft zijn angel verloren, het graf zijn overwinning. Dus wanneer de dood tot de gelovige komt, komt hij niet als een meester, maar als een dienaar. Hij komt niet als een politieagent die de ziel de eeuwige gevangenis in sleurt, maar als een vriendelijke hand die de deur van de kooi opent en de geest naar zijn hemelse Thuis laat vliegen.
Charles H. Mackintosh; © www.bibelpraxis.nl
Geplaatst in: Christendom, Zonde
© Frisse Wateren, FW