Aanbidding: les 6 – Abraham (I)
Voordat we nu iets uit het leven van Abraham overwegen, willen we nog eens samenvatten wat we geleerd hebben in de eerste vijf lessen. In de eerste les hebben we gezien dat we, zovelen als wij tot geloof in de Heer Jezus Christus gekomen zijn, kinderen van onze hemelse Vader geworden zijn. Als wij onze Vader iets willen geven, moeten we ons eerst afvragen: “Waarmee zouden we Hem een bijzondere vreugde kunnen bereiden”. Om een antwoord op deze vraag te krijgen, moeten we Hem nader leren kennen. In les 2 zijn wij er op gewezen, dat als wij onze hemelse Vader willen leren kennen, het Oude en het Nieuwe Testament nodig hebben. De 3e les liet ons aan de hand van voorbeelden (Melchizédek en het paaslam) dat het Oude Testament veel “beelden” bevat die spreken van onze Heer Jezus. In les 4 hebben we gezien hoe twee mannen (Kaïn en Abel) God kiest “schenken” wilden door Hem offers brengen. Door middel van dit voorbeeld, kregen wij duidelijkheid erover, dat God alleen zo’n offer kan accepteren, die overeenkomt met Zijn hoge verwachtingen: Een Offer dat tot Hem spreekt van de Heer Jezus! Les 5 toonde ons een man (Lot), die een gelovige was, maar heel veel van de wereld hield. Hij kon God niets aanbieden; hij heeft waarschijnlijk er niet eens aan gedacht!
Laten we nu een weinig nadenken over het leven van Abraham.
1. Weet je wel wanneer Abraham woonde? Misschien heb je een bijbelse tijdtafel of anders een bijbels woordenboek. Anders laat je de ruimte gewoon leeg, dan zullen wij u bij de correctie het antwoord geven.
Het antwoord op de bovenstaande vraag is: Ongeveer ………………. jaar voor Christus.
2. Waar werd Abraham geboren? (Gen. 11:28) In ……………………
Hoe heet zijn vader? (Gen. 11:27) ………………………………………
Hoe heet zijn vrouw? Gen. 11:29)? ……………………………………..
Hoe oud was hij toen uit Haran wegging? (Gen. 12:4)? …………. jaar oud.
Was zijn vader gelovig (Joz. 24:2)
3. In het algemeen heeft Abraham naar God geluisterd en Hem ook gehoorzaam geweest. Maar kunt u voorbeelden uit zijn leven aanvoeren waar er gebrek aan gehoorzaamheid was, en hij zijn eigen weg ging? Om daarover iets te kunnen schrijven, is het noodzakelijk dat u het leven van Abraham eens doorneemt. Lees dan vooral hoofdstuk Genesis 12, 16 en 20 door. In elk van deze hoofdstukken vinden we een treffend voorbeeld. Maar we willen Abraham achteraf verwijten geen maken, want dat alles zou ook u en mij kunnen gebeuren, als wij niet waakzaam blijven! Laten deze “donkere vlekken” in het leven van Abraham veelmeer als een ernstige waarschuwing dienen!
“Donkere plaatsen” in het leven van Abraham:
Genesis 12:
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Genesis 16:
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Genesis 20:
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
4. In Genesis 12 vers 2 ontvangt Abraham een wonderbare belofte van God: “Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn”. Maar voordat God de belofte uitspreekt, richt Hij Zich met een opdracht tot Abraham (vs. 1). Wat moest Abraham allemaal verlaten?
a) ………………………………………………………………………………………………………………
b) ………………………………………………………………………………………………………………
c) ………………………………………………………………………………………………………………
En waar moest hij heengaan?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Stelt u zich eens voor, dat God dat van u vroeg! Wat zou u doen?
Onvoorwaardelijk gehoorzamen? Abraham had geen gelovige ouders. Hij had geen Bijbel. Hij had niets gehoord over een Verlosser. Hij stond er helemaal alleen voor. Maar ondanks dat ging hij. Hij toonde gehoorzaamheid aan God! Weliswaar ging hij, tegen de wil van God in, niet alleen nam nog enkelen uit zijn gezin en zijn familie met zich mee. Maar God bewees hem genade en leidde toch alles in goede banen.
5. Na welke gebeurtenis herhaalde God de belofte uit Genesis 12 vers 2 (Gen. 13:14-16)?
……………………………………………………………………………………………………………………
6. In Genesis 15 herhaalt God de belofte nog eens. In welke verzen? In vers ……………… tot …………………. . Maar in dit hoofdstuk blijft het niet bij een loutere herhaling. Wat doet God nog (vs. 18)?
……………………………………………………………………………………………………………………
Is het niet interessant om te zien, hoe God met Abraham spreekt? Voor zover het ons bekend is, heeft God nooit met Lot gesproken. Hij heeft Zich wel om hem bekommert. Hij heeft bijvoorbeeld de engel naar Sodom gestuurd om hem te waarschuwen, maar zoals Hij met Abraham sprak heeft Hij nooit met Lot gesproken.
7. In Genesis 17 herhaalt God een tweede keer Zijn belofte, doordat Hij dit wederom met een verbond verbindt, die Hij met Abraham sluit. Hoe noemt God Zich daarbij in vers 1?
……………………………………………………………………………………………………………………
Hoe oud was Abraham toen? …………………………………………………..
Al in Genesis 15 heeft God een verbond met Abraham gesloten. Dit verbond was zonder enige voorwaarden. Hier in hoofdstuk 17 is het anders. Hier stelt God een voorwaarde! Welke? (vers 9-14).
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
8. In Genesis 22 herhaalt God de belofte, die Hij Abraham gegeven heeft, noch eens. Dit hoofdstuk bereikt in onze cursus met het thema ‘aanbidding’ een speciale betekenis. Het woord ‘aanbidding’ wordt daarin voor de eerste keer in de Bijbel vermeld. Wilt u alstublieft dit hoofdstuk eens zorgvuldig doorlezen. In welk vers staat dit woord?
In vers …………………..
9. Waar gaat dit 22e hoofdstuk over?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Wat doet God met Abraham (vs. 1)?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Is het in uw leven al eens gebeurd dat God uw geloof aan een beproeving onderworpen heeft? Vaak maakt God met opzet ons het leven moeilijk door een of andere zorgen of problemen die Hij op ons pad brengt. Niet om ons te ergeren, maar om ons gelegenheid te geven de echtheid van ons geloof te bewijzen. God wil ons geloof eens “uitproberen”. Dat was bij Abraham het geval. Het is gemakkelijk om te zeggen: “Ik geloof in de Heer Jezus”, of “Ik geloof in de levende God”. Maar we moeten dat ook waar kunnen maken, wat we pretenderen te geloven.
10. Wat hoefde God alleen maar te zeggen, zodat Abraham antwoordde: “Hier ben ik”?
……………………………………………………………………………………………………………………
11. Waar moest Abraham heengaan om zijn offer God aan te bieden?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Deze plaatsnaam heeft, zoals de meeste mensen en plaatsnamen in het Oude Testament, een beeldende betekenis. Het betekent: “God zal voorzien” (hfdst. 22:8). Het gaat volgens 2 Kronieken 3 vers 1 om de Tempelberg in Jeruzalem.
In de volgende lessen zullen we nog enkele dingen over deze plaats leren, en zullen zien dat deze plaats erg belangrijk was voor God. Hij noemt het later: “De plaats waar de Heere Zijn Naam doet wonen”. Deze plaats is een van de belangrijkste thema’s in het Oude Testament.
© Bibelkurs.com
© Vertaling: Frisse Wateren – rm
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW