“In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht.”
Josafat was met zijn volk in grote verdrukking gekomen. Een groot leger trok ten strijde tegen zijn land. Daarom wendde hij zich tot God om hulp in een gebed vol geloof. Het gebed van geloof vindt echter altijd een Goddelijk antwoord, en dit verkondigde aan Josafat: “… Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God … Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HEERE dat met u is …” (2 Kron. 20:15,17). Josafat en met hem het volk, knielden neer om de Heer te aanbidden.
Toen bemoedigde hij het volk in geloof en stelde hij zangers aan om God te prijzen. “Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, legde de HEERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen” (2 Kron. 20:22). De vijanden hielpen elkaar in het verderf, zodat het gehele vijandelijke leger zichzelf vernietigde en Josafat en zijn volk niets anders te doen hadden dan de buit in bezit te nemen en God voor de redding te loven.
Welk een gezegende resultaten had de nood voor Josafat en zijn volk! Terwijl zijn eerdere voorspoed hem in het gezelschap van de goddeloze koning Achab had gebracht en hem op de rand van de ondergang had gebracht (2 Kron. 18), leidde tegenspoed hem terug naar de tegenwoordigheid van de Heer en stelde hem in staat om de wonderbaarlijke en machtige tussenkomst van zijn God te ervaren.
Voor de gelovigen is de nood altijd gezegender dan de uiterlijke voorspoed. Het eerste drijft hem in de de Vaderarmen van God, het laatste brengt hem gemakkelijk in de valstrikken van de overste van deze wereld. Laten wij dan in uiterlijk goede dagen waken en bidden en in de nood kinderlijk vertrouwen!
© Der Herr ist nahe
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW